Diederik Samsom: 'Scholen moeten besparen om te voldoen aan Parijs'
29 mei 2018
Eerst maar eens de definitie: wat is precies klimaatneutraal?
“Het is belangrijk om verschil te maken tussen energieneutraal en klimaatneutraal. Klimaatneutraal betekent dat je in je energieverbruik geen CO²-uitstoot veroorzaakt. Energieneutraal betekent dat je per saldo evenveel opwekt of groen inkoopt als uitstoot. Maar dit zegt dus nog niets over de hoevéélheid uitstoot. In de praktijk bedoelen we met klimaatneutraal dat je in de eerste plaats zo min mogelijk energie gebruikt, en dat je wat je daarna nog nodig hebt, hetzij zelf groen opwekt -bijvoorbeeld met zonnepanelen-, óf duurzaam inkoopt. Het is trouwens een misverstand dat zelf energie opwekken per se noodzakelijk is. Energiebespáring is waar het om draait.”
Om de verhouding te schetsen: hoeveel keer meer energie verbruikt een gemiddelde school dan een gemiddelde woning?
“Een basisschool gebruikt ongeveer evenveel energie als twintig huishoudens. Een gemiddelde middelbare school zo’n beetje het dubbele. Naarmate schoolgebouwen meer multifunctioneel en 24/7 gebruikt worden, neemt het belang van slim energiegebruik natuurlijk steeds verder toe.”
Als je toch aan het verbouwen gaat, spring dan in een keer naar label A of beter.
Zestig procent van de scholen heeft energielabel D, E, F of G. Stel dat alle scholen de komende jaren erin slagen om een energielabel C of beter te behalen, liggen we dan op koers voor 2050?
“Nou, eigenlijk niet. Natuurlijk is label C vaak een stap voorwaarts ten opzichte van de huidige situatie, waarin vaak wel negentig procent van het energieverbruik opgaat aan verwarming. Maar om bijvoorbeeld je CV-ketel te vervangen door een WKO-installatie*, moet je gebouw al beter dan label C geïsoleerd zijn. Anders krijg je het in de winter niet goed warm. Natuurlijk kun je je school in stapjes daarnaartoe verbouwen, maar vaak geldt: als je toch aan het verbouwen gaat, spring dan in een keer naar label A of beter. Dat is uiteindelijk voordeliger.
Ook voor het binnenklimaat is het trouwens beter om verder te gaan dan een label C. Je kiest niet alleen voor goede isolatie en ventilatie vanwege de kosten. Die maatregelen verdienen zich ook terug in de gezondheid en prestaties van medewerkers en leerlingen. We creëren nu een generatie die dommer is dan nodig.”
Scholen zeggen juist: hoe beter de isolatie, hoe slechter het binnenklimaat. Gevolg: ze sjouwen kostbare, energieslurpende ventilatieapparatuur het gebouw in. Of erger: zetten toch maar weer het raam open.
“Goede isolatie is meer dan een laagje glaswol. Ja, als je van het schoolgebouw een plastic zak maakt, wordt het inderdaad lastig. Isolatie moet altijd gepaard gaan met goede ventilatie. En dat is geen goedkope, eenvoudige ingreep. Ik vind dan ook dat scholen dit moeten uitbesteden aan een organisatie die hierin gespecialiseerd is. Een organisatie met technische kennis én die ook belang heeft bij een lage energierekening. Zeker zo’n WKO-installatie is veel te complex om als school zelf optimaal in te stellen.”
Scholen die wél goed zicht op hebben op hun verbruik, kunnen ook passende maatregelen nemen.
Verspillen scholen naar verhouding meer dan andere publieke voorzieningen?
“Ja, dat komt door een optelsom van factoren. Ten eerste stammen veel schoolgebouwen nog uit de jaren zeventig. Gemeenten en schoolbesturen staan vaak tegenover elkaar als het gaat om renovatie: wie daarvoor verantwoordelijk is, is niet duidelijk. Er wordt op dit moment hard gewerkt om deze onduidelijkheid in het stelsel op te lossen, maar hierdoor is wel een enorme achterstand opgebouwd. Daarnaast heeft zeker het primair onderwijs, en in toenemende mate ook het voortgezet onderwijs, te maken met leerlingendaling, waardoor gebouwen voor een deel leeg staan. Ondertussen staat de kachel in die lokalen soms gewoon de hele dag te branden en de lichten aan. Een ander probleem is dat binnen schoolbesturen niet altijd iemand de verantwoordelijkheid heeft om de rekeningen en het energieverbruik goed te controleren. En om erop toe te zien dat in de vakanties alles dicht en uit staat. Scholen die wél goed zicht op hebben op hun verbruik, kunnen ook passende maatregelen nemen: een andere installatie of misschien extra aandacht voor het gedrag van de gebruikers. En wat tot slot een rol speelt is de algehele krappe bekostiging van het onderwijs, die het lastig maakt om te investeren. Kantoren, ziekenhuizen en bedrijfshallen hebben over het algemeen last van enkele van deze factoren. Scholen van vrijwel allemaal.”
Verreweg de grootste winst is te behalen in betere isolatie, zegt u. Maar de bijbehorende maatregelen die daarbij horen -vervangen van het dak en de buitengevel-, zijn ook meteen de prijzigste. Wat adviseert u scholen en gemeenten hierin?
“Maak een langetermijnplan, en vertaal dat naar een investeringsplan voor de komende jaren. Zo breng je alle budgetten die normaal per jaar en per gebouw versnipperd worden, bij elkaar en kun je een systematische aanpak financieren. Daarvoor is er nog wel een verandering in financiering nodig tussen OCW, gemeenten en schoolbesturen. En precies daarover gaan de gesprekken in het kader van het Klimaatakkoord.”
De sector vindt dat er vooral méér geld moet komen vanuit het Rijk.
“Vooropgesteld: het geld dat scholen krijgen om gebouwen fatsoenlijk te onderhouden moet gewoon genoeg zijn en dat is het nu niet. Maar scholen die gebruik hebben gemaakt van Green Deal, laten zien dat energiebesparing vaak mogelijk is binnen het bestaande budget. Investeringen in besparing verdienen zichzelf terug in de energierekening. Verduurzaming gaat bovendien over méér dan geld. Het gaat over de toekomst van onze kinderen. Een belangrijkere drijfveer kan ik me niet voorstellen.”