Blog Henk Hagoort: Basis-waardigheden

19 juni 2024

Wat als Dounia en Ariya het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet zouden lezen? Dat vraag ik me af wanneer beide leerlingen van 15 jaar oud ons rondleiden door hun school in de Haagse Schilderswijk. Hun Nederlands is goed genoeg om het te kunnen lezen. Ze zijn beiden anderhalf jaar in Nederland en het is verbluffend hoe goed ze het Nederlands beheersen.

De titel van het hoofdlijnenakkoord zal deze meiden aanspreken: hoop, lef en trots. Ze zijn namelijk trots op wat ze bereikt hebben, ze tonen lef en ze zijn vol hoop om in Nederland een mooie toekomst op te bouwen. Ariya wil tandarts worden en Dounia wil zoveel mogelijk talen leren. Maar krijgen ze van het nieuwe kabinet daarvoor ook een eerlijke kans?

Dounia en Ariya zitten op een school van 2600 leerlingen met 91 nationaliteiten. 85% van de leerlingen heeft een niet-westerse migratieachtergrond en 1300 leerlingen zijn minder dan anderhalf jaar in Nederland. Het vorige coalitieakkoord uit 2021 begon met de zin: “Iedereen in Nederland verdient een goed bestaan en moet mee kunnen doen. Dat begint bij het bieden van dezelfde kansen aan alle kinderen, jongeren en studenten om zich te ontwikkelen en te ontplooien.” Van die ambitie is in het nieuwe hoofdlijnenakkoord niets overgebleven.

Kansengelijkheid is van de radar verdwenen. Geen woord over de groeiende segregatie in het onderwijs. Ook geen enkel voornemen van het nieuwe kabinet om leerlingen als Dounia en Ariya een eerlijke kans te geven om aan te haken. Integendeel, voor de gratis schoolmaaltijden in de hal van de school wordt geen geld meer uitgetrokken. De culturele en sportieve activiteiten die de school organiseert uit de subsidie Rijke Schooldag dreigen te vervallen. De school zelf wil leerlingen als Dounia en Ariya – indien nodig - graag meer tijd geven om hun Nederlands eindexamen te halen, maar zal ook de komende jaren door de Inspectie afgerekend blijven worden op ‘snelheid en rendement’.

En mochten deze leerlingen door hun ongunstige startpositie meer tijd nodig hebben in het vervolgonderwijs dan wacht hen een ‘langstudeerdersboete’. Dan heb ik het nog niet over andere paragrafen uit het hoofdlijnenakkoord, die door de ogen van Dounia en Ariya niet bepaald als een warm welkom in Nederland lezen.

Aan de leraren van Dounia en Ariya zal het ondertussen niet liggen. Zij en vele anderen gaan gewoon door om zich elke dag energiek in te zetten voor hun leerlingen, met of zonder support van de politiek. Aan Dounia, Ariya en al die andere leerlingen zal het ook niet liggen. Zij werken keihard aan hun basisvaardigheden om zich voor te bereiden op een toekomst in Nederland. Ik hoop van harte dat dat een land is met een regering die niet alleen focust op basisvaardigheden, maar ook waakt over de basis-waardigheden.