Blog Henk Hagoort: Jaar twee

02 februari 2023

Het nieuwe kabinet is een jaar aan het werk. Het kabinet heeft haast, zo hebben we gemerkt. Door de lange formatie is er een jaar minder tijd om beleid en wetten te maken. Dat dit kabinet tempo wil maken, hebben we gemerkt aan minister Wiersma. In een jaar tijd is een recordaantal brieven en voornemens naar de Kamer gestuurd. Een goed moment om de balans op te maken en vooruit te kijken.

Alles overziend tekenen zich vier thema’s af die komend jaar de politieke agenda zullen beheersen: basisvaardigheden, lerarentekort, sturing in het onderwijsstelsel en kansengelijkheid.

Basisvaardigheden

Het is prachtig dat dit kabinet structureel extra middelen ter beschikking stelt voor het verbeteren van de basisvaardigheden. We zijn blij dat parallel nu echt vaart gemaakt wordt met de curriculumvernieuwing, zodat duidelijk wordt wat de bijbehorende kerndoelen zijn. Zorgen zijn er wel over de tijdelijke financiering voor het verbeteren van basisvaardigheden. Alleen scholen die vorig jaar zijn ingeloot, kunnen nu iets extra’s doen en ook zij weten niet hoe lang ze die middelen houden. Dat maakt het voor scholen onmogelijk om langjarige programma’s in te richten en daarvoor de bijbehorende docenten en medewerkers vast in dienst te nemen. De middelen zullen zo snel mogelijk structureel naar alle scholen toe moeten zodat overal langjarig aan de verbetering van de basisvaardigheden gewerkt kan worden. We hopen dat we daarover komend jaar afspraken kunnen maken met de minister.

Lerarentekort

Op het thema lerarentekort is het afgelopen jaar door alle onderwijspartijen hard gewerkt. In het voorjaar sloten we een onderwijsakkoord en kwamen er structureel extra werkdrukmiddelen beschikbaar voor onze sector. Vlak voor de Kerst kwam daar een actieplan bij met gezamenlijke afspraken over bevoegdheden, onderwijstijd, opleiden en regionale samenwerking. De winst is dat alle onderwijssectoren, bonden, lerarenorganisaties en beide ministers gezamenlijk optrekken. Voor ons is die regionale samenwerking in de uitwerking een spannend thema. Komend jaar moet blijken hoe dat vorm gaat krijgen. Dat zal af en toe wrijving gaan geven, maar we zijn aan Nederland verplicht om samen alles op alles te zetten om het beroep van leraar zo aantrekkelijk mogelijk te maken en te zorgen dat meer mensen voor het beroep (blijven) kiezen.

Sturing

Op het thema sturing hadden we afgelopen jaar de lastigste discussies met de minister. We delen de analyse dat de sector complex in elkaar zit en besturen niet allemaal en niet altijd goed functioneren. Maar de oplossing is volgens ons niet om dan maar met subsidies langs alle besturen heen te werken, het aantal inspecteurs te vergroten of de uitvoering naar OCW te halen. Dat is wel wat er momenteel aan het gebeuren is. De oplossing is om helderder te zijn in wat overheid, bestuurders, schoolleiders en leraren van elkaar mogen verwachten om vervolgens ieder de ruimte en het vertrouwen te geven om die eigen verantwoordelijkheid ook te nemen. Binnenkort verschijnt er een Interdepartementaal BeleidsOnderzoek (IBO) naar sturing binnen het onderwijsstelsel. Dat klinkt heel ambtelijk, maar het betekent dat minister, Kamer en sector komend jaar fundamentele gesprekken gaan voeren over de sturing en financiering van het stelsel. Spannend dus.

Kansengelijkheid

Op het thema kansengelijkheid moet de minister nog kleur bekennen. We verwachten rond de voorjaarsvakantie een eerste Kamerbrief. Over de richting zijn we het denk ik in grote lijnen wel eens. De discussie zal vooral over het ambitieniveau gaan. Durft de politiek de komende jaren toe te werken naar een stelselwijziging die de kansen van leerlingen echt vergroot? Denk aan latere selectie, meer brede scholen, minder schotten tussen onderwijssoorten en praktische vakken voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Wordt het alleen een stip op de horizon of gaan er ook stappen gezet worden? In de sector wordt de urgentie om op stelselniveau iets te veranderen breed gevoeld, maar we hebben de politiek wel nodig.

Jaar twee gaat dus niet minder spannend en enerverend worden dan jaar één. Maar u had vast niet anders verwacht.