Brugjaar Jan Lighart op het St-Gregorius College: toegroeien naar een goede landing op het vo
24 april 2024
“We geloven dat we met het brugjaar Jan Lighart in een behoefte voorzien. Het gaat om echt nog jonge kinderen die de overstap naar het vo moeten maken. Er zijn best veel kinderen die hier op hun twaalfde nog niet helemaal rijp voor zijn. Bij sommige leerlingen is sprake van wisselende resultaten of zie je dat ze zich nog net wat meer kunnen ontwikkelen op het vlak van bijvoorbeeld taal of rekenen. Anderen zijn sociaal nog wat onhandig of hebben weinig zelfvertrouwen. Denk verder ook aan leerlingen die een klas hebben overgeslagen. Wij willen deze kinderen de kans bieden om te ‘oefenen voor de vo-school’ en verder te groeien, zodat ze daarna goed kunnen doorstromen naar een passende plek in het vo.”
Toegroeien naar het vo
Het Jan Lighart brugjaar van het St-Gregorius College kent dit schooljaar 22 leerlingen. Zij krijgen les van maximaal zes verschillende docenten en de groep blijft grotendeels in hetzelfde klaslokaal. Het brugjaar heeft ook een aparte hoek binnen de school, met een eigen ingang. Bibian: “We proberen ze wel het idee van een vo-omgeving te geven, we hebben bijvoorbeeld ook bewust kluisjes in de gang en lesuren voor verschillende vakken. Maar we willen ze tegelijkertijd een kleine, veilige setting bieden, zodat ze langzaam kunnen wennen aan het vo.”
De lesmaterialen die we gebruiken zijn ook anders dan in de brugklas, ook om het gevoel bij leerlingen weg te nemen dat ze doubleren, voegt Bibian toe. “Verder leggen we in dit brugjaar het accent extra op maatwerk. Leerlingen met mavo-, havo- en vwo-advies zitten bij elkaar in de klas en krijgen hier een gedifferentieerd aanbod, kijkend naar hun ontwikkeling en wat ze nodig hebben ter voorbereiding op het vo. Dit kunnen bijvoorbeeld extra taal- of rekenlessen zijn, of lessen en activiteiten rond het aanleren van executieve en sociaal-emotionele vaardigheden. Op dit laatste ligt bij ons sowieso de focus. We hebben een smalle lessentabel qua vakken. Er is zo veel ruimte over voor zaken als leren plannen, leren presenteren, concentratietraining of faalangsttraining, en voor sociaal-emotionele begeleiding en sturen op gedrag. We bieden veel steunlessen waarbij dit soort dingen centraal staan en er is veel en nauw contact met de docenten. De gedachte is: het draait hier niet om presteren, je komt hier om te groeien.”
Om dit te realiseren is er vier dagen per week ook een klassenassistent aanwezig. Dat is nodig bij deze klas, aldus Bibian. “Met twee mensen voor de groep kan je veel meer en beter sturen op gedrag, leerlingen sociaal-emotioneel begeleiden en differentiëren. Om die differentiatie mogelijk te maken, hebben we ook twee lokalen. We doen veel samen met de gehele klas, maar leerlingen kunnen zo soms ook makkelijker alleen of in groepjes samenwerken aan opdrachten.”
Goed geland
Deze werkwijze draagt sterk bij aan de ontwikkeling van de leerlingen in het brugjaar, zo is de ervaring van de school. Bibian: “Je ziet dat de meeste leerlingen enorme stappen maken op de vlakken waarop zij nog een groei moesten doormaken en ook dat hun talenten steeds beter naar voren komen. Dat komt echt door de setting en de manier van werken hier. We horen ook terug dat vrijwel alle leerlingen daarna goed zijn geland op de vo-school, succesvol zijn geschakeld. Ik geloof dat als deze kinderen niet bij ons zouden zijn geweest, dat veel van hen problemen zouden hebben gehad bij de doorstroom en/of in een niet passende onderwijssoort terecht zouden zijn gekomen. Puur omdat ze nog niet mee konden op het vo, eerst nog wat verder in hun ontwikkeling moesten komen. Mooi vind ik dat we zo kansen bieden aan verschillende groepen leerlingen, met verschillende culturele en sociaaleconomische achtergronden.
Het gaat ons er hierbij overigens niet om dat zoveel mogelijk leerlingen op het vwo terechtkomen, maar dat leerlingen op een passende plek terechtkomen. Na het brugjaar is beter tot uiting gekomen wat bij een leerling past. Blijven ze op het St-Gregorius College, dan kunnen ze ook nog doorstromen naar een heterogene brugklas.”
De teamleider van het Jan Lighart brugjaar ziet daarnaast nog een mooi effect. “We hebben een heel diverse groep leerlingen, qua achtergrond, talenten en interesses, ontwikkelniveau, bepaalde problematiek die speelt. Het brugjaar brengt hen bij elkaar. Natuurlijk gaat het gedurende het jaar wel eens mis, we hebben hier immers veel leerlingen die moeite hebben met sociaal-emotionele vaardigheden. Maar we hebben dus veel aandacht voor sturen op gedrag. En leerlingen weten: iedereen is hier met een reden gekomen. Ze herkennen zichzelf in de ander, vinden aansluiting en leren elkaar te accepteren.”
Samen uitbouwen
Om dit brugjaar optimaal te laten werken, is het heel belangrijk dat je als school een klein hecht team weet te vormen, stelt Bibian, waarbij alle docenten dezelfde werkwijze en doelen hanteren en dezelfde taal spreken richting de leerlingen. “Alle docenten moeten ook pedagogisch sterk zijn en goed kunnen differentiëren en steunlessen kunnen geven. Dit vergt veel van hen. Het is dus belangrijk te investeren in docenten, bijvoorbeeld door het aanbieden van trainingen, en om ervaren docenten aan te trekken. Die ook affiniteit hebben met deze groepen leerlingen, dat is misschien wel het belangrijkste. Wil je dit vak uitoefenen dat moet je van leerlingen houden en bij het Jan Lighart nog meer.”
Bibian zou het mooi vinden als een brugjaar Jan Lighart voor meer leerlingen mogelijk zou worden. “Dit vraagt ten eerste om aanpassingen in het onderwijsresultatenmodel. Al deze kinderen blijven in principe zitten. Dit drukt op je onderbouwresultaten, de inspectie houdt hier nu geen rekening mee. En verder kunnen wij dit doen omdat we een groeiende school hebben, maar zijn eigenlijk meer middelen nodig. Schoolbesturen en samenwerkingsverbanden zouden daarnaast beter kunnen samenwerken in de regio en zo ook de (financiële) druk kunnen verdelen. Hoe mooi zou het zijn als je het Jan Lighart concept zo binnen regio’s samen verder uit kan bouwen.”
Dit praktijkvoorbeeld maakt deel uit van de brochure 'Later selecteren' van de VO-raad (februari 2024). Naast praktijkvoorbeelden vinden schoolleiders en -bestuurders in deze brochure achtergrondinformatie en tips rond de vraag: hoe kan je als school concreet werk maken van later selecteren, en hoe draagt dit bij aan kansengelijkheid?