“Deze beweging kwam meer van buiten naar binnen, de andere ontwikkeling was toch het stimuleren van het lerend vermogen van de bestuurder. Ik vind dat je het als bestuurder verplicht bent om te blijven leren. De samenleving verandert. Het kan altijd beter en dat betekent dat je mee ontwikkelt. Tegelijkertijd, welk voorbeeld geef je in je organisatie als je zelf ook niet leert?”
Teken van kracht
Alice Vellinga vindt niet dat de trajecten voor het bestuurdersprofiel en de accreditatiesystematiek te laat gestart zijn. “Bij bijvoorbeeld de woningcorporaties vormde een aantal schandalen de trigger. Dat speelt in het onderwijs minder een rol. Het is eigenlijk heel mooi. Het was nog mooier geweest als het initiatief ook was gekomen van de besturen zelf. Nee, het is zeker nog niet te laat.”
Staan voor kwaliteit is een sterk punt wanneer we als beroepsgroep bezig zijn met de ontwikkeling van de standaarden. Dat kun je als beroepsgroep het beste zelf doen. Wetenschappers hierbij laten meekijken vind ik wel heel verstandig. Dat is hier ook gebeurd.
Een beroepsprofiel opstellen gaat niet vanzelf. Daarom hadden we als ontwikkelgroep een flink aantal bijeenkomsten. Eerst is heel zuiver gekeken wat het beroepsprofiel moet bevatten en welke elementen daarin doorslaggevend zijn. Een basis vormde de professionaliseringsthema’s van de VO-Academie. Vervolgens zijn inhoudelijke discussies gevoerd. Een voorbeeld is of je één profiel moet hanteren omdat bestuurlijke functies zo veel verschillen of juist meerdere. Waar leg je de lat, waar ligt het zwaartepunt in soorten leiderschap en welke positie neemt de Raad van Toezicht in waren andere bespreekpunten.
Kwetsbaar proces
Als tweede invalshoek kwam de aanpak aan bod. Want hoe ga je het profiel meten? En hoe draagt dat bij aan het lerend vermogen? Het is ook een kwetsbaar proces dat waarborgen moet kennen. Zo stonden inhoud en proces centraal en leden van de ontwikkelgroep konden daar iedere keer feedback op geven. Vervolgens is een pilot gestart. Die ervaringen zijn meegenomen. Bovendien is ruggenspraak gehouden met de beroepsvereniging VvOB en de PO- en VO-raad.
Het is een grote winst dat het profiel er nu ligt. Een belangrijke vervolgstap vind ik te zorgen voor goede auditoren en een goede procedure inclusief een beroepsmogelijkheid. Deze accreditatie geeft je als bestuurder de mogelijkheid te weten waar je staat. Dat is een mooi cadeau.
Voor de sector en voor mij persoonlijk is dit proces een winstpunt. Het is ontwikkeld door de sector, de Raden van Toezicht kunnen zich een beeld vormen, de samenleving weet duidelijker wat van een onderwijsbestuurder verwacht kan worden en als bestuurder scherpt het je. Je krijgt namelijk een prachtige ‘foto’ van jezelf waar je veel van kunt leren. Als ontwikkelinstrument gaat dit zeker helpen, maar het moet geen ‘afvinklijstje’ worden. Ik vind het te overwegen of het voorwaardelijk wordt om een bestuurlijke rol te vervullen.”