Een veranderproces onder de loep: Hoe het Broeklandcollege en Emmacollege werken aan pedagogisch klimaat
09 december 2024
Het pedagogisch klimaat op de scholengroep Broeklandcollege en Emmacollege in Heerlen-Noord staat onder druk, zoals op wel meer scholen in Nederland. Er is steeds minder gemeenschapsgevoel en er gaat veel aandacht naar een kleine groep leerlingen. Dit heeft zijn weerslag op de docenten en hun werkplezier. De regio Heerlen-Noord kent naar Nederlandse begrippen een relatief grote sociale problematiek, zoals hoge werkloosheid, armoede en criminaliteit. Deze maatschappelijke problematiek heeft effect op het welzijn en het gedrag van jongeren en dat uit zich regelmatig in asociaal gedrag en rebellie. Een klein deel van de leerlingen vraagt veel aandacht van de scholen. “We twijfelen er niet aan dat wij als school een belangrijke rol spelen in de zorg voor de leerlingen die te maken hebben met deze maatschappelijke issues”, zegt Tim Vleugels, die rector van beide scholen is. “Maar hoe zorgen we ervoor dat we daarnaast de primaire opdracht van het onderwijs in stand houden en al onze leerlingen de aandacht geven die zij verdienen?”
Het veranderproces wordt geen sprint, maar een marathon die we met z’n allen lopen
Eigen invloed
Een voorval illustreert hoezeer de context van de scholen is veranderd en verhard. In het voorjaar was er in Limburg sneeuw gevallen. Een van de twee schoolbesturen in Heerlen-Noord besloot zijn scholen open te houden; het andere bestuur besloot zijn scholen te sluiten. Vervolgens kregen beide besturen bedreigingen van ouders. Het ene bestuur: hoe zij het in hun hoofd haalden om in zo’n gevaarlijke situatie de school open te houden? Het andere bestuur: hoe zij ouders durfden op te zadelen met de opvang van hun kinderen? Door dit soort voorvallen zagen het Broeklandcollege en het Emmacollege in dat er iets wezenlijk moet veranderen, zegt Vleugels. “We willen voorkomen dat collega’s de zingeving in hun werk verliezen. Daarom hebben we onszelf de vraag gesteld: wat kunnen we zelf doen om met de veranderende context om te gaan? Wat ligt binnen onze eigen cirkel van invloed?”
Vorming
De scholen ontwikkelden een grondige aanpak met als kern het werken aan een goede basis voor leerlingen. Vleugels: “We willen sterk zijn in onze primaire opdracht ‘educatie’, maar ook bijdragen aan de algehele vorming van het kind.” Daarbij hebben ze verschillende doelen voor ogen, zegt Vleugels. ”We willen een beweging inzetten om te investeren in de leefstijl van de kinderen; van gezond eten tot gezond leven, en van op tijd slapen tot goede lichaamsverzorging. Daarnaast willen we dat leerlingen beter leren omgaan met autoriteit en meer respect hebben voor anderen. Identiteit is voor deze leerlingen vaak een worsteling, daarom leggen we de nadruk niet op wie ze moeten worden, maar wie ze mogen zijn.” De scholen waken ervoor om de (zwaarder geworden) zorgtaak op zich te nemen: “We gaan niet behandelen of zorg overnemen. We blijven binnen onze eigen opdracht.”
In een schooljaar kun je maar een beperkt aantal dingen oppakken. Maak onderbouwde keuzes
Nieuw kerngedrag
Het gedrag van leerlingen veranderen begint bij jezelf. Daarom willen het Broeklandcollege en Emmacollege werken aan het gedrag van docenten, schoolleiding en alle andere collega’s. Dat ligt binnen je eigen cirkel van invloed, zegt Vleugels. “Gedrag is iets dat je kunt vastpakken en veranderen. Je kunt elkaar erop aanspreken en er met elkaar op reflecteren.” De twee scholen stellen de komende vier jaar vier gedragingen centraal: investeren in positieve taal, geweldloos verzet, investeren in hoge verwachtingen die zijn afgestemd op het leerpotentieel van het kind, en ‘we doen het samen, niet alleen’. Met positieve taal en hoge verwachtingen willen ze de leerlingen vanuit een gevoel van vertrouwen begeleiden. Tegelijkertijd gebruiken ze de methode van geweldloos verzet om goed om te gaan met de toenemende agressie binnen de school. De scholen willen snel aan de slag, maar nemen wel ruim de tijd voor deze veranderingen in hun kerngedrag. Bovendien zijn ze zich ervan bewust dat ze deze klus niet alleen kunnen klaren. “Dit is iets van de lange adem”, zegt Vleugels. “We rekenen op ons netwerk en willen samen met andere (onderwijs)instellingen en het liefst in samenspraak met ouders en anderen zorgen voor een rijke ontwikkeling van de kinderen. Het veranderproces wordt geen sprint, maar een marathon die we met z’n allen zullen moeten lopen, zodat het voor de toekomstige generaties niet meer uitmaakt waar ze opgroeien: in Heerlen-Noord of elders in het land.”
Veranderaanpak
Bij het ontwerpen van hun aanpak zijn het Broeklandcollege en Emmacollege kennisgedreven te werk gegaan. Zo hebben ze onder andere relevante inzichten uit de literatuur verzameld om hun aanpak te onderbouwen met bekende theorieën. Onder de boeken die ze hebben geraadpleegd, zijn ‘Van individueel naar inclusief onderwijs’ van Bert Wienen, ‘Nieuwe autoriteit. Samen werken aan een krachtige opvoedingsstijl thuis, op school en in de samenleving’ van Haim Omer en ‘Benut het leerpotentieel van alle leerlingen’ van Bedwane Bouttaonane. Vleugels: “Misschien nog wel het belangrijkst is dat we inzetten op kleine stapjes. Door voortdurend samen het gesprek over de kwaliteit van ons handelen te voeren, kunnen collega’s aanhaken op het veranderproces, en zal de vooruitgang stap voor stap zichtbaar worden.”
Wetenschappelijke inzichten
Om hun veranderaanpak te kunnen verstevigen, wilden de scholen weten wat wetenschappers ervan zouden vinden. Rector Tim Vleugels kreeg van de Wetenschapskamer van de VO-raad verschillende inzichten mee. De eerste is dat een verandering binnen de school altijd start met een gesprek over de kern van die verandering. Wat is onze kernopdracht? Hoe ziet die kern eruit? En waar doen we het voor? Het tweede inzicht is dat je een verandering binnen de school niet kunt opknippen in delen, aldus de wetenschappers. Je moet constant kijken naar de doorwerking van de verschillende elementen op elkaar. Zie het als een systeemvraagstuk. Verder vraagt iedere grote of kleine (onderwijsinhoudelijke) verandering op een school om een veranderstrategie. Bij de betrokkenen moeten veranderkennis en vaardigheden aanwezig zijn. Ook moet de organisatie ingericht zijn om een verandering mogelijk te maken. Een goede vraag om jezelf te stellen, is dus hoe jouw organisatie ondersteunend kan zijn en welke structuren juist een verandering bemoeilijken. Tot slot, zeiden de wetenschappers, laat het zogeheten ‘COM-B-model’ zien dat er drie voorwaarden voor gedragsverandering zijn: capaciteit (bijvoorbeeld pedagogische vaardigheden van docenten), opportunity’s (bijvoorbeeld minder lesuren voor docenten); en motivatie (mensen moeten willen). Om echt verandering in gedrag tot stand te laten komen, is het van belang dat je al deze voorwaarden op orde hebt
De Wetenschapskamer is een groep van negen wetenschappers die de VO-raad gevraagd en ongevraagd advies geven. De Wetenschapskamer denkt als onafhankelijk orgaan mee over vraagstukken vanuit onderzoek, en kan feedback geven op allerlei thema’s die spelen in de sector en samenleving. Op deze manier wil de VO-raad de onderwijspraktijk en wetenschap bij elkaar brengen: wetenschappers krijgen meer zicht op de onderwijspraktijk, en de sector kan haar voordeel doen met een wetenschappelijke reflectie op het eigen handelen. De Wetenschapskamer adviseert normaliter geen scholen; de casus van het Emmacollege en Broeklandcollege vormt een uitzondering.
Voor verandering van patronen en overtuigingen moet je de tijd nemen
Blijvende verandering
Met de inzichten uit de wetenschap zijn het Emmacollege en het Broeklandcollege aan de slag gegaan. “De reflecties waren opbouwend en bruikbaar”, zegt Tim Vleugels. “Aan de hand daarvan hebben we onszelf een aantal vragen gesteld. Doen we niet te veel? Wordt het niet te groot? Willen we niet te snel? Een belangrijk inzicht voor ons is dat we helder moeten hebben wat deze verandering moet betekenen voor de individuele docenten, wat het voor het team aan waarde moet toevoegen en hoe de organisatie moet veranderen. We hebben daarnaast gekeken naar het tijdpad en vooral de wijze waarop we de verandering ‘uitrollen’ over de organisatie. Daarbij hebben we rekening gehouden met de voorwaarden voor duurzame verandering die Kristin Vanlommel naar voren bracht (zie kader, red.). Ons plan van aanpak heeft dan ook de titel ‘Manifest van verandering’ gekregen, met als subtitel ‘een duurzame kwaliteitscultuur’. Het doel is een blijvende verandering. Tot slot is het nog goed te benoemen dat wij investeren in leiderschap. Wij zien leiderschap als onmisbaar wanneer je zicht wilt krijgen op de capaciteit van je mensen, wanneer je wilt zoeken naar ruimte om professionals te laten ontwikkelen en om zoveel mogelijk mensen mee te krijgen in het veranderproces. De reflecties en inzichten uit de Wetenschapskamer hebben ons de bevestiging gegeven dat we hiermee op de goede weg zijn.”
Verandervermogen: 6 aandachtspunten
Van Kristin Vanlommel kregen het Broeklandcollege en het Emmacollege zes aandachtspunten met betrekking tot ‘verandervermogen’ mee. Vanlommel is lector bij het lectoraat Organiseren van verandering in onderwijs van Hogeschool Utrecht over duurzame schoolontwikkeling en hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen.
In een schooljaar kun je maar een beperkt aantal dingen oppakken. Breng prioriteiten aan in de elementen die je wilt veranderen. Maak hierbij onderbouwde keuzes.
- Vraag je vervolgens af wat de keuzes van je mensen vragen. Houd hierbij rekening met de cultuur, de opvattingen en overtuigingen van de mensen.
- Maak een veranderplan met behulp van veranderkennis.
- Er zijn verbeteringen op korte (praktische aanpassingen) en langere termijn. Het is oké om verbeteringen te doen en tegelijkertijd de winkel open te houden, dat zijn verbeteringen binnen bestaande patronen en cultuur en overtuigingen. Maar voor zaken die de kern in de weg staan, is op lange termijn meer nodig. Voor verandering van patronen en overtuigingen moet je de tijd nemen. Ook met het oog op de draagkracht en het werkplezier van collega’s.
- Verandering in organisaties vindt plaats op drie niveaus: het individu, het collectief (het team) en de organisatie. Afstemming op die lagen is belangrijk. Er zijn geen losse knoppen waar je aan kunt draaien.
- Onderwijsverandering is een voortdurend proces van kwaliteitsontwikkeling. Als je dat op een goede manier aanpakt, is het een cyclisch proces waarin je door blijft ontwikkelen.
Dit artikel komt uit VO-magazine van december 2024 en is geschreven door Mijke Reuhl. Fotografie: Dirk Kreijkamp.