Een winkel runnen als schoolexamen

22 februari 2022

Een eigen pop-up-store, midden in een winkelstraat: dat is misschien wel het meest aansprekende schooleigen element bij het Van Haestrechtcollege in Kaatsheuvel. Leerlingen bedenken en maken de koopwaar, bepalen de prijzen, bemensen de kassa, houden de inkomsten en uitgaven bij. Na afloop wordt er nauwgezet met hen geëvalueerd. Wat ging goed, wat kon beter? Daar rolt voor ieder een cijfer uit, want het opzetten en runnen van de winkel telt als schoolexamen voor het vak 'Dienstverlening & producten'.
Het schoolexamen biedt, anders dan het centraal examen, scholen de ruimte om binnen en naast de voorgeschreven stof in de examenprogramma’s schooleigen keuzes te maken. De wijzigingen in het Eindexamenbesluit ondersteunen deze ontwikkeling. Maar hoe ziet zo'n schooleigen karakter eruit? De VO-raad verzamelde een aantal praktijkvoorbeelden; onderstaand voorbeeld maakt deel uit van deze serie.


De pop-up-store sluit aan bij de onderwijsvisie van de school. Kernpunten hierin zijn eigenaarschap, burgerschap door aandacht voor anderen en verbinding met de omgeving. Deze drie kernpunten komen in het onderwijs terug en de school probeert ze ook in de schoolexamens steeds meer vorm te geven. Docent 'Dienstverlening & producten' (D&P) Susan van Pinxteren: “De leerlingen werken samen met winkeliers en de gemeente. Ze solliciteren naar een functie die past bij hun vaardigheden, werken samen en beoordelen elkaar. Dat stimuleert ook hun persoonlijke ontwikkeling.” Marion van Ingen, examensecretaris en coördinator toetsing: “Burgerschap proberen we vorm te geven doordat leerlingen een activiteit ontwikkelen voor een andere doelgroep. De leerlingen van de winkel kennen een meisje met taaislijmziekte en besloten om de opbrengsten te schenken aan de bestrijding van die ziekte. Daarin zien we de verbinding met de omgeving terug.” 

‘Leren is doen’

De school werkt al vijf jaar vanuit het motto dat zij koppelde aan haar onderwijsvisie: ‘leren is doen’. Van Ingen: “We merkten dat het ervaren van dingen, werken met je handen en vanuit je hart, werkt voor onze leerlingen. Zo ontdekken ze ook wat hun talenten zijn. Wij willen graag dat ze trots zijn.” Van Pinxteren: “Reken maar dat dat gebeurt als ze hun eigen producten verkopen in de winkel. Ze moeten buiten hun comfortzone gaan leren en zichzelf ontwikkelen. Soms pakt een plan niet goed uit. Daar worden ze ook wijzer van.” 

Pleinonderwijs

‘Leren is doen’ krijgt ook vorm in het pleinonderwijs. Vanaf het eerste leerjaar worden klassen regelmatig gesplitst. In de klas krijgen de leerlingen theorie en op het plein werken ze aan opdrachten. Door die praktische aanpak is ook een vak als wiskunde geliefd. Van Ingen: “Daar maken ze bijvoorbeeld figuren met bamboestokken. Ze tekenen een kubus op ruitjespapier en bouwen die dan op schaal na.” Ook de theorie wordt aansprekend gemaakt. De wiskundedocent legde het begrip ‘afronden’ uit aan de hand van de supermarkt, waar bedragen naar beneden worden afgerond. Hij wees leerlingen erop dat als iets in de supermarkt twee cent kost, je dit gratis mag meenemen. Waarop leerlingen een sperzieboontje gingen afwegen en daarmee naar de kassa togen. Van Pinxteren: “Als zij straks bij het eindexamen moeten afronden, denken ze vast nog even aan dat boontje.” 

Creatieve aanpak

Bij een les Mens en maatschappij over de prehistorie wilde Van Ingen de klas laten ervaren hoe lastig het moet zijn geweest om in het donker grottekeningen te maken. Leerlingen plakten een vel papier onder hun tafel. Het lokaal werd verduisterd en vervolgens maakten de leerlingen, liggend onder hun tafel, een houtskooltekening. Ook de avo-vakken worden aangepast aan de belevingswereld van doelgroep. Bij Nederlands maken leerlingen bijvoorbeeld geen boekverslag, maar een vlog.

We merkten dat het ervaren van dingen, werken met je handen en vanuit je hart, werkt voor onze leerlingen

Deze aanpak werkt aanstekelijk, zegt Van Ingen. “Als een collega ziet dat een andere klas goed reageert op een bepaalde werkwijze, dan gaat hij of zij dat ook eens proberen.” Bij de werving van nieuwe collega’s komt de schoolvisie nadrukkelijk ter sprake. “Iemand die liever kennis overdraagt via monologen, wordt niet aangenomen. Wij zoeken mensen die het leuk vinden om dingen te ontwikkelen en uit te proberen.” 

De schooleigen aanpak wakkert de motivatie van leerlingen aan. Van Pinxteren: “Op de basisschool was het vaak lastig voor deze leerlingen. Als ze bij ons binnenkomen, is hun houding: ik kan dit niet. Hier ervaren ze wat ze kunnen en gaan ze groeien.” De school wil die schooleigen aanpak vanuit de examencommissie ook echt doortrekken naar het schoolexamen.

Beoordeling vormgeven 

Hoe goed sluit jouw lespraktijk aan bij ‘leren is doen’? Dat is een gespreksonderwerp, in de lerarenkamer maar ook in de sectie- en ambitiegesprekken. Secties ontwikkelen samen normen voor de beoordeling van schooleigen opdrachten. Neem de pop-op-store. “We willen dat leerlingen zich echt ondernemer voelen”, zegt Van Pinxteren. “Ze worden beoordeeld op hun beroepshouding, door elkaar en door onze docenten. Iedereen heeft een logboek bijgehouden. Dat gebruiken we om terug te kijken op het proces.” Op het punt van ondernemerschap scoort de huidige groep vast voldoende. Toen de winkel vanwege corona voorlopig niet open kon, besloten de leerlingen om een webshop op te zetten. Hoe dat moet, hadden ze net geleerd bij het keuzevak Ondernemen. “Ze hebben zich fantastisch aangepast aan de veranderende omstandigheden”, vindt Van Pinxteren.  

Ook de basis/kaderleerlingen 

Het PTA is in ontwikkeling. De pop-up store is daarin al helemaal uitgewerkt, andere schooleigen elementen volgen. De docenten wiskunde en science hebben bijvoorbeeld samen een project ontwikkeld waarin statistiek en voeding worden gecombineerd. Door de schoolsluiting hebben ze dit echter nog niet kunnen uitvoeren. Van Ingen hoopt dat uiteindelijk alle vakken er in het schoolexamen een onderdeel bij krijgen dat past bij de school.

Hoe goed sluit jouw lespraktijk aan bij ‘leren is doen’? Dat is een gespreksonderwerp, in de lerarenkamer maar ook in de sectie- en ambitiegesprekken

Het Van Haestrechtcollege overweegt om ook de basis/kader-leerlingen vanaf volgend jaar een activiteit te laten organiseren voor anderen. Zij kunnen dan ook ontdekken wat hun talenten zijn en deze gaan inzetten voor hun omgeving. Deze opdracht zal dan opgenomen worden in het PTA.

Borging 

Bij de doorlopende ontwikkeling van het PTA is het schooleigen karakter een belangrijke focus. Het schooleigen karakter wordt verder geborgd doordat het is vastgelegd in het PTA en de toetsvisie. De toetsvisie vermeldt dat de school ook bij de toetsing hecht aan het schooleigen karakter. “Als examensecretaris en voorzitter van de examencommissie zie ik dat we dat echt hebben geborgd”, zegt Van Ingen. “We bouwen het schooleigen karakter ook stap voor stap op. We proberen nieuwe dingen eerst heel kleinschalig en formatief uit, zodat ze over een of twee jaar officieel en summatief in het PTA terechtkomen. Dat geldt ook voor het programma van toetsing en doorstroom voor de onderbouw. We kijken goed naar de doorlopende leerlijn.” 

Oog voor talent

De leerlingen vinden deze manier van werken inmiddels vanzelfsprekend. Van Pinxteren: “Als we het keuzevak Ondernemen introduceren, leggen we uit dat ze daar geen consument van de les zijn, maar ondernemer. Dat pakken kinderen snel op. Als ze solliciteren naar een plek in de groep die de prijzen voor de pop-up-store bepaalt, moeten ze handig zijn met Excel en met geld kunnen werken. Zo krijgen leerlingen oog voor hun eigen en elkaars talenten. Misschien raken er ook wel een paar enthousiast voor het ondernemerschap.”
 

Tips voor andere scholen: 
● Probeer los te laten hoe je het examen altijd hebt aangepakt. Ontdekken en ontwikkelen lukt pas wanneer je de veiligheid van het bekende loslaat. 
● Spar met elkaar, probeer vakoverstijgend dingen uit. 
● Gun leraren hun eigen ontwikkeltempo. Het gaat erom dat je vooruitgang ziet. 
● Begin kleinschalig.