Erika Diender naar aanleiding van de sectorrapportage vo 2021: ’Relatie tussen leerling en leraar bepalend voor kwaliteit van onderwijs’

02 november 2021

Wat Erika Diender betreft is de relatie tussen leerling en leraar bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs. “Vergelijk het met de zorg: daarin wordt de kwaliteit van de zorg, naast expertise, voor een groot deel bepaald door de relatie tussen patiënt en behandelaar. Bovendien gaat het in de zorg over ziek of gezond. Dat is veel meetbaarder dan de opbrengsten van het onderwijs voor een leerling. Voor ons ligt er dan ook een uitdaging hoe je dat meer meetbaar maakt.

Erika Diender, voorzitter College van Bestuur Quadraam.De afgelopen periode heeft Erika Diender in ieder geval ervaren dat niet alleen de cognitieve kant een rol speelt om kinderen in een permanente stand van leren te brengen, maar zeker ook het welbevinden minstens zo belangrijk is. De vraag is hoe zet je die stappen richting ‘leven lang leren’? 

Politie

Een uitdaging die voor Diender een kolfje naar haar hand is. Haar hele werkzame leven draait om de vraag ‘wat drijft mensen tot bepaald gedrag?’: eerst naar aanleiding van haar marketingstudie en haar eerste ervaringen in het bedrijfsleven. Daarna in het hoger onderwijs waar ze tussen de bedrijven door ook haar lesbevoegdheid heeft gehaald en vervolgens in haar leiderschapsrol bij de politie. “Op den duur miste ik maatschappelijke diepgang in mijn werk. De kans om bij de politie te komen werken heb ik dan ook met beide handen aangegrepen. Letterlijk op straat heb ik het vak geleerd, een fantastische tijd. Ik kwam op die manier in aanraking met dat deel van de samenleving waarmee ik normaal gesproken niet in aanraking zou komen: de mensen aan de onderkant van de samenleving, die niet de kansen en zorgeloze jeugd hebben gehad om uiteindelijk als vanzelfsprekend te kunnen meedraaien in de maatschappij,” vertelt Diender. 

Die ‘harde’ leerschool heeft haar laten inzien dat de leeftijd van 12-18 jaar misschien wel de belangrijkste levensfase is om je te vormen voor de toekomst en waarin je nog veel kan beïnvloeden: “Als daar iets echt misgaat dan is het bijna onmogelijk om te herstellen.” En zo is ze uiteindelijk in het voortgezet onderwijs terechtgekomen waar ze bij de Gelderse Onderwijsgroep Quadraam sinds 2014 bestuurder is. 

Leefwerelden

“Laten we voorop stellen dat als je naar de kwaliteit van het onderwijs kijkt, wij het in Nederland helemaal niet zo slecht doen. Er zijn erg weinig scholen in Nederland die een onvoldoende krijgen. Ook behoren onze leerlingen tot de gelukkigste kinderen van de wereld. Wel is inmiddels duidelijk geworden dat ‘welbevinden’ een minstens zo grote rol speelt in goed onderwijs. Voor Diender heeft dat alles te maken met de relatie tussen leerling en leraar, waarin een leven lang leren centraal zou moeten staan.

Op Quadraam werken ze daar al aan door kennis van leraren bij elkaar te brengen, zodat er gezamenlijk gedeeld en geleerd kan worden. Ook leerlingen krijgen bovenschools de kans in de Quadraam Highschool om onderwijs naar wens te volgen en mee te helpen ontwikkelen. Leerlingen van verschillende scholen volgen nu samen het vak filosofie, werken aan de ontwikkeling van ICT-modules of werken in een gezamenlijk project (vmbo-leerlingen samen met gymnasiasten) aan de ontwikkeling van een raceauto. 

“Onze visie is om de leefwerelden van leraar en leerling bij elkaar te brengen. Niet om ze dezelfde te maken, maar dat er wel interesse is in elkaar. Alleen dan draag je bij aan een goede relatie. De politiek (en overheid) kan daarbij helpen door te erkennen dat er meer is dan alleen de cognitieve kant en ernaar te handelen. Gebruik hiervoor het NPO (Nationaal Programma Onderwijs, red.), niet alleen om te repareren maar juist om het onderwijs klaar te maken voor de toekomst. Schep ruimte voor vragen als: wat is kwaliteit van onderwijs? Hoe werk je aan een kwaliteitscultuur in je school? Hoe kan onderwijs bijdragen aan kansengelijkheid?”

Digitalisering

Ook vraagt de Gelderse schoolbestuurder (blijvende) aandacht voor digitalisering. “Stelt de sectorrapportage dat ‘corona digitalisering in een stroomversnelling heeft gebracht’, dan vul ik dat aan met ‘ik hoop het!’. In feite duurt de coronaperiode te lang: in het begin werd het digitale onderwijs nog als een oplossing gezien, terwijl nu iedereen het onderhand zat is om alleen maar vanuit huis onderwijs te volgen en te geven. Ik zie in de combinatie een goede werkwijze: online onderwijs voor overdracht en instructie, waar minder interactie nodig is en dat veel leerlingen in één keer kan bereiken. Wil je daarentegen juist de verdieping ingaan, er samen mee aan de slag gaan, dan kom je - in klein verband - wél fysiek bij elkaar. Dus geen klassen van dertig leerlingen, maar kleine groepen van maximaal twaalf.

Een dergelijk initiatief zet uiteraard een heel schoolsysteem op de kop en vraagt lange adem en een lange termijn. Bovendien ligt onderwijsontwikkeling primair bij de scholen en niet bij schoolbesturen: onderwijsontwikkeling vindt plaats met en door docenten en met betrokkenheid van de medezeggenschap. Dat laat onverlet dat we als bestuur de juiste randvoorwaarden moeten ontwikkelen en continu in gesprek zijn met onze schoolleiders over dit thema. De menukaart van interventies in het NPO, zoals om klassen fors te verkleinen, biedt mogelijkheden maar is geen oplossing voor de lange termijn. Een volgende stap is nodig om structurele mogelijkheden te ontwikkelen.”

Voorwaarden

Tot slot staat Erika Diender ook even stil bij het thema financiën, vooral gezien het huidig maatschappelijk debat waarin de teneur is om nut en noodzaak van het schoolbestuur in twijfel te trekken. “Ik ben voor transparantie, we werken per slot van rekening met publiek geld. Als bestuur heb je met zóveel instanties te maken om elke cent te verantwoorden, dat het bijna onmogelijk is om daarmee foute dingen te doen. Zeker, als je kwaad wilt kan dat, zoals in elke sector, maar het overgrote deel van de besturen houdt zich netjes aan de regels. Die enkele rotte appel vertroebelt helaas de beeldvorming.

Als bestuur ben je ervoor om de voorwaarden te scheppen waaronder de leraar daadwerkelijk onderwijs kan geven en de leerling graag naar school komt. Denk aan goede huisvesting, schoonmaak, personeelsadministratie. Je hébt iemand nodig om de stoelen in de klas klaar te zetten, het digibord gereed te maken en ervoor te zorgen dat het salaris netjes elke maand op ieders rekening wordt overgemaakt. Zonder al die zaken kun je domweg geen onderwijs geven.”

Video
Bekijk ook de video met Erika Diender: 


Bovenstaand artikel maakt deel uit van een serie van vijf artikelen, waarin schoolbestuurders vertellen - naar aanleiding van de eerste sectorrapportage vo, die op 7 oktober 2021 is gepubliceerd - welke thema’s in hun regio op dit moment aandacht verdienen.