Ik geef de pen door: Hans Baan over de professionele schoolorganisatie

24 april 2018

In deze rubriek laten we diverse schoolleiders en bestuurders graag aan het woord over thema’s die hen nauw aan het hart liggen. In deze aflevering gaat Hans Baan (directeur Metzo College in Doetinchem) in op de kenmerken van een professionele schoolorganisatie. Zijn vraag over de balans tussen de persoonlijke wensen die mensen hebben ten aanzien van hun professionalisering en de belangen van de school, wordt in de volgende uitgave beantwoord door Johan Veenstra, rector Comenius College in Hilversum.

Wat kenmerkt een professionele schoolorganisatie?

In een school worden dagelijks ontelbaar veel beslissingen genomen die de jonge en oudere bewoners van de school raken. Je stuurt bij, of je wacht af, je denkt mee of stelt extra vragen, je gaat de discussie aan of je vindt een middenweg: dat gaat achter elkaar door. Daarom moeten mensen een stevig, persoonlijk referentiekader hebben dat toch op de school is afgestemd, anders wordt er intuïtief of automatisch gehandeld. Ik vind dat de organisatie professioneel wordt als:

  • Medewerkers zelf de kaders hanteren in hun denken en doen en het gesprek met collegae daarover nodig vinden en nodig hebben.
  • De verschillen tussen medewerkers gerespecteerd, uitgebreid en benut worden om gezamenlijke expertise toe te passen op al het werk.
  • Iedereen in de organisatie een kwaliteitsbewustzijn heeft dat gebaseerd is op ‘plan-do-check-act’.

 

Waar liggen de uitdagingen op het gebied van de professionele schoolorganisatie voor jouw school/ scholen?

Wij moeten de zelfstandige persoonlijkheid in elke leerling meer ruimte bieden voor keuzes, experimenten en kansen. Tegelijkertijd moeten we ons gezamenlijke niveau als school handhaven. Dat betekent dat ieder van ons in staat moet zijn om kundig en haalbaar wensen van de leerling in zijn opleiding, maar ook zijn toekomstige keuzes te bespreken. Dat is een hoog niveau van communicatie, daar oefenen we in. De school moet zelf ook organisatorische ruimte vinden, zonder dat er een rommelig geheel ontstaat. Onze grootste uitdaging is die combinatie van professioneel gesprek en begeleiding te vinden in relatie tot de hele organisatie.

Welke tip heb je om te delen met de collega’s?

Mijn tip is om de excellentie in docenten te zien en te kijken of je daar hoogwaardige verantwoordelijkheden aan kunt verbinden. Zulke docenten genieten ook een vorm van professioneel gezag onder hun collegae. Zij zijn in staat om beleid te construeren en het goed in de schoolpraktijk in te passen, met draagvlak onder collegae.

Vraag van Aart van der Woude aan jou:

Kwaliteitszorg in het onderwijs is voor mij een noodzaak en tegelijk een dilemma. Welke middelen kan een school inzetten om die kwaliteit te kunnen realiseren die past bij een professionele organisatie?

Dat wordt antwoord geven op een dilemma dat ik zelf ook ervaar. Intussen zie ik wel een paar hoofdlijnen. Bewust nadenken over kwaliteit heeft structuur nodig, training en kennis. Je zou ook het accent kunnen leggen op professioneel bewustzijn, maar ik ben bang dat daar onvoldoende uitkomt. Wat de structuur betreft, moet het volgens mij in de school een gewoonte worden om prestaties of resultaten van het werk bekend te maken en er gevolgen aan te verbinden. Een sectie die te laag scoort, moet daar periodiek informatie over krijgen en aan een antwoord werken; zo ook de individuele docent. Wat de training betreft: er is oefening nodig om cijfermatige gegevens te analyseren en er conclusies uit te trekken. Nu lijkt het vaak een partijtje snelschaak; ’Dat moeten we voortaan gaan doen’. Ik denk ook dat er kennis aangeboden moet worden hoe onderzoek moet verlopen om betrouwbaar en valide te zijn.

Ik geef de pen door aan….. Johan Veenstra en wil hem graag het volgende vragen:

Hoe kun je een balans vinden tussen de persoonlijke wensen die mensen hebben ten aanzien van hun professionalisering en de belangen van de school (of je eigen perspectief), waarvoor andere keuzes nodig zijn?