Het Element: een eigen doorstroomprogramma met ROC Midden-Nederland

23 januari 2019

De Amersfoortse vmbo-school 'Het Element' heeft samen met onder andere ROC Midden-Nederland een eigen doorstroomprogramma ontwikkeld. Daarmee kunnen de basis- en kaderleerlingen van 'Het Element' al in hun examenjaar structureel onderwijs volgen in het mbo. Het zorgt voor een vlottere doorstroom en succesvolle studiekeuzes.

Karen Molhoek is namens ROC Midden-Nederland contactpersoon in de beroepskolom vmbo-mbo-hbo. Volgens haar is de grootste kracht van het programma dat leerlingen niet ‘even een kijkje nemen’ in het mbo, maar daar vanuit vmbo-4 structureel lessen en -praktijkonderwijs volgen, in een richting die zij zelf kiezen. Het aanbod wordt namelijk gestuurd door de vmbo-profielen van 'Het Element': “Leerlingen kunnen momenteel kiezen uit Gezondheidszorg, Business & Administration, Bouw, ICT, Sport, Welzijn en Tech en Media. Vmbo-basis-leerlingen kunnen ook kiezen voor ook een programma onder de paraplu van de brede opleiding voor servicemedewerker, waar zij oefenen met veel verschillende skills.”  

Mbo op maat

Zowel voor de basisberoepsgerichte als voor de kaderberoepsgerichte leerweg hebben de betrokken vmbo- en mbo-docenten een specifiek mbo-programma ontwikkeld, waarin leerlingen de kans krijgen om te werken en wennen aan vaardigheden die zij in het mbo nodig hebben. In principe volgen de leerlingen die mbo-lessen in een eigen klas. “Alleen als zich voor een richting maar een paar leerlingen aanmelden, kijken we of zij bij een mbo-klas kunnen aansluiten.” De vmbo-basis-leerlingen volgen in hun vierde leerjaar standaard een dag per week praktijkonderwijs op mbo-niveau 2. “Dat programma is wat intensiever en praktijkgerichter”, zegt Molhoek. “Als het goed loopt, kunnen leerlingen zelfs hun mbo-niveau 2 diploma sneller halen.”  

Doorstroming

Voor de kaderleerlingen hebben de samenwerkende docenten van vmbo en mbo een meer oriënterend programma ontwikkeld. Zij volgen in hun eindexamenjaar structureel drie klokuren per week onderwijs in een mbo-richting naar keuze, op niveau 3 of 4. “Daarmee willen we die leerlingen vooral helpen antwoord te geven op vragen als: wat wil ik precies, wanneer zit ik op de goede plek?” Leerlingen die tijdens het doorstroomprogramma ontdekken dat ze toch iets anders willen, maken het jaar daar gewoon af, op een enkele uitzondering na. “Ze doen dan toch belangrijke kennis over het mbo op. Daarnaast willen we dat die kinderen in hun examenjaar stabiliteit hebben.” 

Ouder-leerlingenavond

Bijzonder is dat aan het doorstroomprogramma tegenwoordig ook een ouder-leerlingenavond specifiek voor derdejaars vmbo’ers is gekoppeld, georganiseerd door en bij het ROC. Molhoek: “Iedereen was onder de indruk van de hoge opkomst. We hebben ook de andere bij dit project betrokken mbo’s uitgenodigd om ook leerlingen én ouders voorlichting te geven en voor hen workshops te verzorgen.” De avond helpt leerlingen om tot een keuze voor hun drie-klokurentraject in het mbo te komen. “En als ouders alvast over de drempel van een mbo kunnen stappen, ervaren zij waar hun kind in zijn vierde jaar precies voor zal kiezen. Dat stimuleert hun betrokkenheid.” 

Grootste winst  

Inmiddels doen jaarlijks zo’n 300 leerlingen van 'Het Element' in hun eindexamenjaar een dag(deel) per week ervaring op met de mogelijkheden en het onderwijs in het mbo. De grootste winst is dat deze leerlingen na afloop van hun examenjaar beter weten waarvoor ze kiezen en wat ze wel of niet willen. “Deze aanpak werkt, vooral omdat het veel meer inhoudt dan een middagbezoek. We hebben op ons mbo duidelijk minder uitval dan voorheen.” Leerlingen ontdekken dankzij het programma al in het vmbo hoe de keuze voor een mbo-richting in de praktijk kan uitpakken. De kennismaking met een bepaalde richting kan er overigens best toe leiden dat een leerling uiteindelijk toch voor een andere richting kiest: “Ook dat is winst. Zo hebben we voorkomen dat die leerling pas na de doorstroom zou zijn geswitcht.” 

Voordelen

Door het merkbare effect op leerlingen, ligt uitbreiding van dit programma voor de hand. Het ROC Midden Nederland voert daar gesprekken over met andere vmbo-scholen in de regio. “Dat kan ook schaalvoordelen opleveren. Nu moeten we nog een oplossing zoeken als een bepaalde richting maar enkele leerlingen trekt. Daar kunnen we geen aparte klas voor vormen, wat we normaal gesproken doen. Als meerdere scholen deelnemen, heb je daar minder mee te maken.” Tegelijk kan het huidige doorstroomprogramma niet zomaar gekopieerd worden: “Er zal altijd maatwerk nodig zijn. 'Het Element' heeft bijvoorbeeld bewust gekozen voor een mbo-programma in aanvulling op de keuzevakken in het vmbo. Een volgende school heeft misschien andere wensen.” 

Succesvoorwaarden

De regie bij docenten 

De regie over de vormgeving, inhoud, en afstemming van het programma op wat de vmbo’ers al hebben gedaan ligt in het hele proces bij docenten van vmbo en de vakcolleges van het mbo. “Zij hebben dit programma ontwikkeld in werkgroepen, om voldoende overlap garanderen en hiaten te voorkomen. Docenten maakten onderling ook werkafspraken over, met name, de vaardigheden waarover leerlingen minimaal moeten beschikken, willen zij succesvol in het programma mee kunnen draaien. Ook doen de basis- en kaderleerlingen van 'Het Element' al in leerjaar 3 praktijkexamen. Dat geeft hen in leerjaar 4 tijd om het doorstroomprogramma te volgen. 

Uitwisseling via korte lijnen 

Tijdens het schooljaar is de uitwisseling tussen vakdocenten grotendeels praktisch van aard en veelal één op één. Molhoek: “De docenten willen op de hoogte blijven van wat er in beide scholen gebeurt en weten welke leerlingen zij in de klas krijgen. Het lesgeven aan vmbo’ers vraagt toch een iets andere benadering en wat andere vaardigheden. Dan helpt een goede overdracht met collega’s die die kinderen al langer kennen.” Hoe en met welke frequentie de docenten hun onderlinge uitwisseling vormgeven is aan de docenten zelf. “Sommige vmbo-collega’s komen letterlijk mee naar de lesdagen in het mbo. Anderen lossen dat anders op. Het gaat niet om kwantiteit, maar om kwaliteit.”  

Een breed perspectief 

Molhoek merkt dat er vanuit de schoolleiding – naast ‘tijd en ruimte’ - weinig nodig is om de samenwerking goed te laten verlopen: “Ze houden allemaal van hun vak, zijn nieuwsgierig naar elkaar, en hebben ook inhoudelijk veel aanknopingspunten.” Voor het vogelvluchtperspectief hebben zowel 'Het Element' als ROC Midden-Nederland wel eerste aanspreekpunten aangewezen per profiel en vakgebied. “Wij noemen dat contactpersonen, bij 'Het Element' zijn het projectleiders.” Molhoek zelf heeft vooral een verbindende rol. “Elk kwartaal maak ik even een rondje langs de projectleiders en contactpersonen. Als iets stroef loopt, betekent dat meestal dat er iets schort aan de communicatie tussen mensen. Dat oplossen, is vooral een kwestie van goed luisteren.”   

Contact
k.molhoek@rocmn.nl