Het Greijdanus heeft een auctoraat: “Je wilt naar die cyclische manier van kennisgedreven werken”

08 januari 2025

Het Greijdanus - met vestigingen in Zwolle, Hardenberg, Meppel en Enschede - heeft een auctoraat: een plek voor praktijkgericht onderzoek binnen de school. Auctor Hans Vogelzang onderzoekt hoe brede vorming meer ingebed kan worden in het onderwijs. “In het onderwijs zijn we goed in het initiëren van ideeën. Maar wat we lastig vinden is om na te gaan wat het effect van iets is. Een auctoraat kan daaraan bijdragen.”

Hans Vogelzang is al meer dan dertig jaar docent scheikunde, Algemene Natuurwetenschappen (ANW) en Natuur, Leven en Technologie (NLT) op het Greijdanus. Samen met collega’s wilde hij brede vorming op de school een impuls geven gebaseerd op praktijkgericht onderzoek. “Onze school heeft de opvatting dat ontwikkeling niet alleen gaat over het cognitieve deel, maar ook om de persoonlijke ontwikkeling. De meeste van onze leerlingen verlaten de school tussen hun zestiende en achttiende. In die puberjaren gebeurt er veel qua ontwikkeling. Wij willen op school bijdragen aan de brede vorming van onze leerlingen.” 

Starten auctoraat 

Het idee om een auctoraat te starten kwam van Martin Jan de Jong (1960-2021; oud-bestuursvoorzitter van het Greijdanus) en Mathilde Tempelman (tegenwoordiger onder andere Kwartiermaker en bestuurslid van Stichting Auctoraat in het VO). Beiden waren werkzaam op het Greijdanus én actief binnen de VO-raad. Martin Jan was geïnspireerd door de practoraten in het mbo. Hans vertelt: “Midden in coronatijd, in 2020, zijn we met het auctoraat begonnen. Al voor die tijd deden we al veel met brede vorming, zo was er al een visie ontwikkeld op brede vorming door het MT in samenwerking met de werkgroep brede vorming. In onze organisatie werken we met driehoeken. De initiator is altijd de directeur of voorzitter van bestuur, in dit geval was dat Martin Jan. Die wijst iemand in de lijn aan als actor, vaak een MT-lid of teamleider. Op diens beurt wordt een ondersteuner aangewezen, dat is degene die gevraagd en ongevraagd advies geeft en het geheel aanjaagt. Dat ben ik als auctor in dit geval. Dat wil zeggen dat ik de katalysator ben om brede vorming binnen de school verder te krijgen, gebaseerd op praktijkgericht onderzoek.”  

Hans Vogelzang is auctor voor alle vestigingen van het Greijdenaus in Zwolle, Hardenberg, Meppel en Enschede. Voor het uitvoeren van het auctoraat krijgt Hans twee dagen per week. 

Auctoraten in Nederland 
Gelijktijdig met het auctoraat aan het Greijdanus, werd ook de Stichting Auctoraten VO opgericht in oktober 2021. De stichting moedigt andere VO-scholen aan om ook een auctoraat op te richten rondom een thema of vraagstuk dat speelt in het voortgezet onderwijs. Momenteel zijn er vijf auctoraten in Nederland. Meer informatie: www.auctoraat.nl.  

 

Broedplaats: vrij denken 

Het auctoraat bestaat uit drie elementen: een broedplaats, een werkplaats en een onderzoekshoek. Hans: “De broedplaats is een klein element van het auctoraat en bestaat uit het vrije denken. Dat organiseer ik zo’n één keer per jaar. Dat is met de benen op tafel, een pizzapunt erbij en brainstormen met collega’s. Of ik nodig een externe spreker uit voor inspiratie en om van te leren. Dan hebben we het over hoe brede vorming er over vijf jaar uitziet. We hebben een visie geformuleerd, klopt die visie nog? Het is belangrijk om in ontwikkeling te blijven en niet vast te roesten. Daarom is het belangrijk om in vrijheid te praten om te kijken waar je staat en waar je naartoe wilt.” 

Werkplaats: vormende ervaringen ontwikkelen 

De werkplaats bestaat uit het ontwikkelen van vormende ervaringen, iets wat alle docenten doen. Hans: “Als ik op pad ben met leerlingen voor een excursie voor het vak scheikunde, dan is dat een vormende ervaring. Dat kan verschillende vormen hebben: van excursies tot gastlessen. Wat we daar het laatste jaar expliciet aan hebben toegevoegd, vanuit het auctoraat, is een reflectie op die vormende ervaring. We hebben aan docenten gevraagd om het gesprek aan te gaan met leerlingen. Leerlingen moeten op vier niveaus reflecteren: de ‘ik’, de ‘ander’, de ‘wereld’ en het ‘wereldbeeld’. Die reflecties komen in hun portfolio. Om te zorgen dat dit ingebed is in de organisatie, besteden we hier aandacht aan op studiedagen met collega’s.” 

Met data kun je aan collega’s teruggeven wat het effect is van een interventie.

Onderzoekshoek: kennisgedreven werken 

In de onderzoekshoek werkt Hans aan praktijkgericht onderzoek waar de school direct iets aan heeft. “Mijn onderzoek moet bijdragen aan schoolontwikkeling en docentprofessionalisering. Het is dus geen wetenschappelijk onderzoek waarbij ik moet publiceren. We hadden een bepaalde periode bijvoorbeeld het thema ‘democratie’. Toen hebben we aan het begin een vragenlijst afgenomen over hoe leerlingen tegen democratie aankeken. Vervolgens verbonden docenten - ieder in zijn of haar eigen vakgebied - het thema democratie aan hun lessen. Ik deed dat als docent NLT aan de hand van het project Ruimte voor de Rivier. Daarover speelden we een rollenspel in de klas, waarbij de één fysisch geograaf was en de ander bioloog. Uiteindelijk komt dan uit zo’n simulatie dat het poldermodel in Nederland van belang is. Een docent Engels of maatschappijkunde verbindt democratie weer op een andere manier. Na afloop van het blok hebben we weer een vragenlijst afgenomen. Wat bleek: meer leerlingen zagen de meerwaarde van democratie. Op die manier kun je met data aan collega’s teruggeven wat het effect is van een interventie. Daar leer je van met elkaar en die uitkomsten kun je gebruiken om een volgende interventie te bedenken. Op die manier kom je in een cyclische manier van kennisgedreven werken.” 

In het onderwijs zijn we goed in het initiëren van ideeën. Maar wat we lastig vinden is om na te gaan wat het effect van iets is.

Uitdagingen 

Het risico van een auctoraat is dat het een eiland wordt in de school. Hans: “In het onderwijs zijn we goed in het initiëren van ideeën. Maar wat we lastig vinden is om na te gaan wat het effect van iets is. Een auctoraat kan daaraan bijdragen, alhoewel je moet uitkijken dat het niet iets op zichzelf blijft. Je wilt dat iets niet alleen op papier of op een laptop blijft staan, je wilt dat docenten de kennis benutten en toepassen in de klas. Dat is soms nog een uitdaging. Hoe ga je nou echt richting het ontwikkelen van evidence-informed onderwijs? Uiteindelijk is het auctoraat één manier om onderzoek in de school een plek te geven, maar zo zijn er ook andere initiatieven.” 

Naar rijkgevulde portfolio’s 

Volgens Hans merken leerlingen zeker al wat van het auctoraat, maar nog niet voldoende. Hans: “Een voorbeeld zijn de oogstmomenten. Daarin blikken leerlingen met mentoren aan het eind van het schooljaar terug op wat ze hebben geleerd. Daarin mogen leerlingen alles benoemen, ook wat ze hebben gemist. Die oogstmomenten hebben we nog niet in alle klassen, dus dat willen we uitrollen. Voor leerlingen in klas drie geldt dat we het oogstgesprek laten terugkomen in het Mentor-Ouder-Leerling-gesprek na de zomervakantie. Dan vertellen leerlingen wat hun plannen zijn voor het schooljaar en mag de leerling een droom formuleren.” 

Hans hoopt dat in de toekomst alle 4.000 leerlingen van de school - van alle onderwijsrichtingen, locaties en jaargangen - een rijkgevuld portfolio hebben. “Over een paar jaar zullen de eerste leerlingen naast hun diploma een portfolio meekrijgen gevuld met foto’s, vlogjes en verhalen. Daarin kunnen ze dan zien welke ontwikkelingen ze hebben doorgemaakt vanaf de eerste klas tot het examenjaar.” 

Wist je dat ...

... dit een voorbeeld is van kennisgedreven werken? Als je kennisgedreven werkt maak je gebruik van kennis uit wetenschap en praktijk om jouw onderwijs te verbeteren. Hierdoor worden veranderingen effectiever en leer je van elkaars successen en uitdagingen. Je past het al vaak toe zonder het misschien te weten, zoals bij het analyseren van toetsresultaten of het delen van best practices. Ontdek meer over kennisgedreven werken op onze themapagina.