Ingrid de Bonth naar aanleiding van de sectorrapportages po en vo 2021: ‘Meer collectieve slagkracht door verdergaande onderwijssamenwerking’
26 oktober 2021
Zelf heeft Ingrid de Bonth zoveel mogelijk uit het onderwijs gehaald. Na haar studie Nederlands is ze gepromoveerd op het onderwerp ‘boekencensuur in de zeventiende-eeuwse Republiek’. De periode waarin ze verkende wat voor werk ze wilde doen, heeft ze tevens benut om haar eerste-en tweedegraads lesbevoegdheid te halen en een studie rechten af te ronden. Haar promotor zette haar ondertussen op het spoor van het internationale bedrijfsleven en als gevolg daarvan is ze bij Shell aan de slag gegaan ("de 'esthetiek' van zware industrie boeit me"). “Ik heb daar een ontzettende boeiende en leerzame tijd gehad, maar na vijftien jaar speelde bij mij het devies op dat ik van huis uit heb meegekregen, namelijk ‘met je talenten moet je woekeren’. Ik heb mezelf de vraag gesteld welke maatschappelijke bijdrage ik met mijn kennis en ervaring kon leveren en heb uiteindelijk heel bewust voor een terugkeer naar het onderwijs gekozen,” vertelt De Bonth.
Ze begon in 2012 eerst als rector (‘hoe leid je een school?’) maar niet lang erna ontstond in 2015 de mogelijkheid om vicevoorzitter te worden van het College van Bestuur van Lucas Onderwijs. “Men zocht verdere verbindingen tussen het primair en het voortgezet onderwijs, gestoeld op een robuuste bedrijfsvoering. Mijn ervaring in zowel het bedrijfsleven als in het voortgezet onderwijs boden daarvoor een goede basis. Ik kreeg een heldere opdracht mee, namelijk ‘het op orde krijgen van de gezamenlijke bedrijfsvoering voor het po en vo.”
Na ruim zes jaar wordt de schoolbestuurder elke dag nog blij van haar werk, namelijk bijdragen aan de ontwikkeling van jonge mensen voor de toekomst, door daar als bestuurder integraal invulling aan te geven en zich bezig te houden met vragen als ‘hoe faciliteer en stimuleer je dat?’, ‘hoe zorg je voor optimale ondersteuning?’.
Collectieve slagkracht
Collectieve slagkracht draagt volgens De Bonth bij aan oplossingen voor de vele pittige vraagstukken waar scholen en schoolbesturen zich voor weten gesteld. Als bestuur alleen sta je vaak niet sterk genoeg. Het zou veel beter zijn om meer samen op te trekken, waardoor je een stevige en gelijkwaardige gesprekspartner kunt zijn voor andere partijen. Uitgaande van het belang van de leerling moeten we als bestuurder de keuze maken tussen wat je qua ondersteunende diensten in huis houdt en wat je beter kunt uitbesteden. Je hoeft niet koste wat kost op alle vlakken een volledige autonomie te koesteren; deze in mijn ogen soms toch te zeer op sentiment gestoelde, diepgewortelde behoefte belemmert helaas nog te vaak dat we op passende thema’s binnen de sector werkelijk met elkaar samenwerken. Als achilleshiel van de sector zie ik het nog al te zeer versnipperde landschap, waardoor niet alle besturen de vereiste professionaliteit in huis kunnen hebben en houden.
Bij Lucas Onderwijs proberen we daar zelf aan bij te dragen door daadwerkelijk de samenwerking op te zoeken met andere besturen en soms ook betrokken te zijn bij fusies. Groei mag nooit een doel op zich zijn, maar als groter bestuur ben je op een aantal terreinen wel in staat om de vruchten te plukken van synergie en om je sterk te maken voor doorontwikkeling en innovatie. Ik vind dat we het als sector aan onszelf verplicht zijn om verdere samenwerking en professionaliteit daadwerkelijk op te pakken. De politiek kan daarbij helpen door niet steeds opnieuw de governance ter discussie te stellen.”
Digitalisering
Een uitdagend thema dat volgens De Bonth nog veel meer collectieve sectorslagkracht kan gebruiken, is digitalisering. “Heeft de coronacrisis deze ontwikkeling in een stroomversnelling gebracht, nu is het zaak om de regie te behouden en deze niet verliezen aan de leveranciers. Daarom ben ik ook actief bij SIVON (een coöperatie van schoolbesturen in het funderend onderwijs op het gebied van ICT en inkoop, red.), zodat we als sector zoveel mogelijk met één stem spreken en een serieus te nemen partner zijn en blijven.”
Duurzaam
Tot slot stipt De Bonth het Nationaal Programma Onderwijs aan: “We hebben te maken met een astronomisch bedrag (ca. 5,8 miljard voor het funderend onderwijs, red.), dat we in zeer korte tijd – twee jaren – op een waardevolle manier moeten inzetten, terwijl de verwachtingen hoog zijn en de beschikbaarheid van mensen een ferm vraagstuk vormt. Uiteraard kunnen we hiermee belangrijke vraagstukken aanpakken, maar veel van de uitdagingen vragen om structurele, duurzame oplossingen. Meer dus dan een eenmalige investering. Mijn oproep aan de politiek is dan ook om weg te bewegen vanad hoc-ingrepen en te komen met structurele ondersteuning met een werkbare verantwoording.”
Video
Bekijk ook de video met Ingrid de Bonth:
Bovenstaand artikel maakt deel uit van een serie van vijf artikelen, waarin schoolbestuurders vertellen - naar aanleiding van de eerste sectorrapportage vo, die op 7 oktober 2021 is gepubliceerd - welke thema’s in hun regio op dit moment aandacht verdienen.