Lezen en praten over maatschappelijke thema’s

27 juni 2024

In de leesbevorderingsprojecten van het CSG Augustinus in Groningen gaan lezen en burgerschapsvorming hand in hand. Met een van deze projecten – over dak- en thuislozen – won de school in 2022 de Nationale Onderwijsprijs. Het stimuleerde docent Nederlands Dirk Spijk, één van de bedenkers van dit project, om meer leesbevorderingsprojecten op te zetten. Dat past mooi in het taalbeleid van het Augustinus, waarin lezen een prominente plaats heeft. Marjonne Wissink, docent Engels, is lid van de taalcommissie die het taalbeleidsplan van de school heeft geschreven.

Dat CSG Augustinus werk maakt van taal en lezen, zie je op verschillende manieren terug in de school. Zo is er geïnvesteerd in een goed geoutilleerde mediatheek en is er in steeds meer lessen aandacht voor taal. “We stimuleren en ondersteunen leraren om taalbewust les te geven”, vertelt Marjonne Wissink. “We hebben daarvoor bijvoorbeeld materialen (zoals onder meer een checklist) ontwikkeld en we geven workshops om docenten daarvoor toe te rusten en te ondersteunen.” 

Inzet van het taalbeleid is de taalvaardigheid van alle leerlingen te vergroten, omdat dit leidt tot betere schoolresultaten en meer succes in het vervolgonderwijs en in de maatschappij. Belangrijk uitgangspunt van het taalbeleid is dat iedereen rond de leerling, dus zowel ouders als personeel, zich bewust is van het belang van taal en er aandacht voor heeft. Wissink: “Je ziet dat dus niet alleen terug in de lessen, maar bijvoorbeeld ook in de afdelingsplannen, in de nieuwsbrief en tijdens oudergesprekken en ouderavonden.”

Maatschappelijke thema’s

Lezen is een belangrijke pijler van het taalbeleidsplan. In de onderbouw zijn er verschillende leesactiviteiten ontwikkeld, vertelt Wissink. “In de tweede klas lezen leerlingen een uur per week als onderdeel van het curriculum. Ze doen dit in een speciaal daarvoor ingericht lokaal: ‘het lekker-lezen-lokaal’. In de brugklas vragen we docenten de eerste tien minuten van hun vakles de leerlingen te laten lezen. Ook lezen de bruggers in tussenuren en als ze klaar zijn met hun toets. In de onderbouw doen de leerlingen ook mee met landelijke leesprojecten, zoals Stap op de Rode Loper” en de poëzieweek. Al met al gebeurt er al heel veel.”

Lezen is een manier om de wereld te begrijpen, je in te leven in anderen en je eigen identiteit te ontdekken

Sinds 2020 ontwikkelt docent Nederlands Dirk Spijk succesvolle leesprojecten voor de bovenbouw. Met het eerste project ‘Donkerder’ over dak- en thuislozen won het Augustinus in 2022 de Nationale Onderwijsprijs. Kenmerkend voor deze leesbevorderingsprojecten is de verbinding met maatschappelijke thema’s. “Ik ben ervan overtuigd dat lezen veel meer is dan alleen technische leesvaardigheid”, zegt Spijk. “Het is een manier om de wereld te begrijpen, je in te leven in anderen en je eigen identiteit te ontdekken. Lezen is een middel om kritisch na te denken en vragen te stellen. Ook is het een bron van plezier en een verrijking.”

Donkerder

Het project ‘Donkerder’ werd uitgevoerd in vwo 5. Uitgangspunt was het gelijknamige boek van Ritzo ten Cate, dat is gebaseerd op jeugdverhalen van daklozen. Het project ging van start met een ‘nulmeting’ over de kennis van de leerlingen over dak- en thuislozen en duurde zes weken. Ter afsluiting van het project schreven de leerlingen een reflectieverslag dat deel uitmaakt van het PTA.

“Natuurlijk hebben de leerlingen het boek gelezen”, vertelt Spijk. “Ze zijn daarover in gesprek gegaan met elkaar, maar ook met de schrijver die we op school hadden uitgenodigd. Daarnaast deden de leerlingen allerlei andere talige activiteiten rond het thema. Zo hebben ze artikelen en gedichten geschreven die in de straatkrant zijn gepubliceerd. De gedichten maakten ze samen met de toenmalige stadsdichter van Groningen. Een van de hoogtepunten van het project was de ‘College Tour’, waarbij de leerlingen op school in gesprek gingen met een dakloze, iemand van de daklozenopvang en een wethouder.”

Spijk zag dat de leerlingen het project gaandeweg steeds leuker gingen vinden. “Dat had onder meer te maken met het feit dat hun teksten werden gepubliceerd in de daklozenkrant. Het is voor leerlingen uitdagend en motiverend dat hun teksten ook buiten de school worden gelezen en een bredere impact kunnen hebben. Ook vonden leerlingen het interessant dat het boek dat ze moesten lezen over een maatschappelijk probleem gaat.”

Lezen verbinden

Deze positieve ervaringen én de prijs die het project kreeg, stimuleerden Spijk om meer – vergelijkbare – projecten op te zetten. Het tweede project dat hij ontwikkelde ging over het thema ‘vluchtelingen’. Uitgangspunt was het boek ‘De dood van Murat Idrissi’ van Tommy Wieringa. Leerlingen lazen over het thema, discussieerden met elkaar, er werden gastsprekers uitgenodigd, ze bekeken documentaires en organiseerden workshops.

Het mooie is dat leerlingen niet alleen betere lezers worden, maar ook hun maatschappelijke betrokkenheid versterken

“Ik realiseerde me dat je voor deze aanpak, waarbij je lezen verbindt met maatschappelijke thema’s, allerlei onderwerpen kunt gebruiken”, zegt Spijk. “Het mooie is dat leerlingen niet alleen betere lezers worden, nieuwe woorden leren en hun taalvaardigheid verbeteren, maar ook hun maatschappelijke betrokkenheid bij een bepaald onderwerp versterken en daarover kennis verwerven. Door te lezen raken de leerlingen betrokken bij maatschappelijke kwesties. Vaak staat leesonderwijs op zich, maar als het een onderdeel is van het leven, dan krijgt lezen zin en betekenis. Je ziet dan ook dat leerlingen steeds enthousiaster worden. En dat is ook een doel van deze projecten: het leesplezier van de leerlingen vergroten.”

Vakoverstijgende projecten

De projecten van Spijk hebben inmiddels een vaste plek, ook in het pta, in de bovenbouw en er zijn ondertussen vergelijkbare projecten ontwikkeld voor de onderbouw. Het daklozenproject wordt elk jaar uitgevoerd in vwo 5 en in aangepaste vorm in havo 4. Ook het vluchtelingenproject staat jaarlijks op het programma. Daarnaast is er het project ‘Alles is liefde?’ over liefde, relaties en grensoverschrijdend gedrag: de leerlingen lezen boeken die met dit thema te maken hebben en doen allerlei activiteiten, bijvoorbeeld speeddaten met leerlingen van een andere school.

Naast uitbreiding van het aantal projecten, werkt Spijk aan een vakoverstijgende invulling van nieuwe projecten. “Er zijn heel wat docenten die daarvoor open staan,” vertelt hij, “bijvoorbeeld van de vakken godsdienst, geschiedenis, kunst en Frans. Zo’n vakoverstijgende invulling vereist meer organisatie, maar heeft een grote meerwaarde. Ik vind het heel mooi dat we evolueren van een eenzijdige benadering waarbij leerlingen verplichte boeken lazen tot een veelzijdige aanpak waarbij lezen wordt geïntegreerd in verschillende vakken en brede maatschappelijke en culturele contexten.”

Rol schoolleiding

Het is heel belangrijk dat het taalbeleid, de taal- en leesactiviteiten, worden geborgd in het onderwijs en in de organisatie, zegt Wissink. “De schoolleiding speelt daarbij een cruciale rol. Onze schoolleiding vindt het heel belangrijk dat er veel aandacht is voor taal en lezen en steunt en faciliteert deze ontwikkelingen vol overtuiging. Doordat de schoolleiding initiatieven op het gebied van taal en lezen toejuicht en omarmt, is er heel veel mogelijk en zijn de activiteiten goed geborgd.”

Lees ook de wetenschappelijke reflectie op dit praktijkvoorbeeld

Wetenschappers verbonden aan de Kennistafel Effectief Leesonderwijs is gevraagd te reflecteren op de praktijkvoorbeelden. Wat herkennen zij vanuit de theorie en welke aanbevelingen hebben zij voor de scholen in de praktijkvoorbeelden én de lezer die aan de slag wil met het leesonderwijs op de eigen school? Deze wetenschappelijke reflectie is geschreven door Yra van Dijk, Modern letterkundige, lerarenopleider en gasthoogleraar bij Institute of the Arts in Society (Universiteit Leiden).

Me​diatheek
De investering in een goed uitgeruste mediatheek is een prachtige eerste stap. Het belang van een goed en groot boekenaanbod wordt door de theorie ondersteund. Daarom is het ook de eerste van de nieuwe conceptkerndoelen geworden: ‘De school zorgt voor een rijke taal- en leesomgeving voor alle leerlingen’. In de toelichting op de conceptkerndoelen wordt verder gespecificeerd dat het gaat om ‘in aanraking laten komen met uitdagende teksten en een divers en actueel aanbod van literatuur’. Dera (2020) laat zien dat leerlingen actuele en diverse titels het meeste waarderen: waarbij divers betekent: titels van vrouwelijke auteurs en auteurs met een niet-westerse migratie achtergrond. Zie ook Van de Bossche en Klomberg (2020) voor een uitleg van het effect van een divers boekenaanbod voor herkenning en voor erkenning van de Ander.
 

Taalbewust lesgeven
De school moedigt docenten aan om taalbewust les te geven. Theoretische onderbouwing daarvoor stelt bijvoorbeeld dat het opstellen en duidelijk communiceren van lesdoelen en ‘taalleerdoelen’ zinvol is en ook het geven van tussentijdse feedback daarop. (Kirschner et al., 2018, Van Dijk 2018, NRO 2023). In de schoolcontext is de kwantiteit maar ook de kwaliteit van taal van belang. Leerlingen lijken steeds meer moeite te hebben met de abstracte taal die nodig is om kennis op te bouwen. Specifiek voor het beroepsonderwijs publiceerden Bolle en Van Meelis vuistregels (2014).

Door de huidige nadruk op actieve en samenwerkende werkvormen (‘werken in groepjes’), krijgen vakdocenten soms minder makkelijk een indruk van het taalniveau van hun leerlingen. Keer daarom eens terug naar het onderwijsleergesprek en oefen klassikaal het verschil tussen DAT en CAT (NRO 2020). Dat kan door antwoorden van leerlingen te parafraseren in een toenemende graad van abstractie met de nadruk op CAT-woorden, en die regelmatig terug te laten komen. Het voeren van gesprekken is tevens een van de nieuwe concept kerndoelen (Kerndoel 10 wijst daarbij ook op bijvoorbeeld het ‘talig repertoire’).

Waar leerlingen ook meer moeite mee hebben, is te komen tot diep begrip van de teksten die ze lezen (PISA 2023,). Bouwsteen 2b en 3 van de Kwaliteitswaaier Effectief Leesonderwijs wijzen daarom op verschillende manier om dat begrip bij leerlingen te vergroten: het spreken en schrijven over teksten en het aanleren van strategieën. Het laatste zit ingebed in het curriculum Nederlands, het schrijven en spreken over teksten nog niet standaard. In het nieuwe curriculum is dat kerndoel 6 geworden: ‘De leerling schrijft om te komen tot kennisopbouw of begrip’.


​Vrij lezen
Naast ‘diverse teksten’ schrijft het wettelijk deel van de nieuwe kerndoelen ook ‘uitdagende teksten’ voor. Dat is natuurlijk een relatief begrip: want wat de ene leerling uitdaagt, is voor de andere leerling te simpel. De kwaliteitswaaier (Bouwsteen 2) benadrukt dat alle leerlingen op een niveau die teksten moeten lezen: ‘ongeacht de leesniveaus van de verschillende leerlingen. De leraar bevordert de begripsprocessen door te scaffolden (door bijvoorbeeld een filmpje te tonen en te bespreken), te modellen (door bijvoorbeeld hardop begripsvragen over de inhoud van een tekst te stellen en te beantwoorden)’. Doorgaans laten docenten de leerlingen in de mediatheek zelf kiezen welke boeken ze meenemen voor de in klas. Maar ook voor ‘vrij lezen’ is het van belang dat er een individuele doorgaande leeslijn is. De rol van de leraar is daarbij cruciaal (Zie Montfoort en Wassing, 2020, pp. 17-19). Als lezer geeft ze het voorbeeld en in individuele leesgesprekken volgt en stimuleert ze de groei naar steeds complexere titels. Denk bijvoorbeeld aan een boekje (of een online account bij bv. Hebban) dat de leerlingen meenemen van klas 1 naar klas 6, waarin ze noteren wat ze hebben gelezen: zo kan de overdracht naar een nieuwe docent ook worden gevolgd. Dat wordt in de literatuur begeleid of ‘verrijkt vrij lezen’ genoemd (Merke et al, 2022).

In de schoolgids staat als een van de leesbevorderingsactiviteiten dat de leerlingen via de mediatheek meedoen aan de Jonge Jury. Het is van belang om bij zulke leesbevorderingsinitiatieven ook als school kritisch te kijken naar het aanbod. Niet voor iedere leerling zullen deze teksten uitdagend zijn omdat ze vaak schematisch en voorspelbaar zijn – ook sluit het erin gepresenteerde wereldbeeld niet direct aan bij wat het Augustinus voorstaat aan burgerschap. (Castano e.a. 2020, Van Dijk en Klaver 2021). Denk eventueel ook voor de onderbouw en voor het vmbo aan thema’s die aansluiten bij Burgerschap waarbij kwalitatief hoogwaardige en diverse jeugdliteratuur wordt gelezen. In de nieuwe concept kerndoelen moet ook op het vmbo gelezen worden over ‘algemene onderwerpen’, moeten er bronnen onderzocht worden en vergeleken: een mooi moment om ook door thematische projecten door te voeren.

Thematische leesprojecten
Inderdaad is lezen een manier om de wereld en jezelf beter te leren kennen: het is deel van de kwalificerende, socialiserende en persoonsvormende functie van het onderwijs (Biesta, 2012). Dat kan gebeuren door non-fictie en ook door literatuur. Om met het laatste te beginnen: De recente dissertatie van Martijn Koek liet zien dat en hoe kritisch denken daarmee gestimuleerd wordt (2022), en de eerdere dissertatie van Marloes Schrijvers (2019) hoe literatuur kan bijdragen aan burgerschap, empathie en zelfinzicht.

​Het nut en de effectiviteit van de integratie met maatschappelijke thema’s wordt ook ondersteund door de theorie. Dat het motiverend werkt om daar fictie bij te betrekken toonde onder andere Linda Ackermans (2018).  Ook de concept kerndoelen wijzen op het belang van thematisch lezen (6, 7 en 8), net als de Kwaliteitswaaier Effectief Leesonderwijs. Zie bijvoorbeeld Bouwsteen 1.
 

Relatie kennis-leesvaardigheid-leesplezier
Het project maakt gebruik van de opwaartse spiraal die meer kennis over een thema kan veroorzaken voor zowel leesvaardigheid als leesmotivatie. Er is veel gepubliceerd over thematisch werken in het basisonderwijs, dat geëxtrapoleerd kan worden naar het voortgezet onderwijs. Zie onder andere Bouwsteen 1 van de Kwaliteitswaaier. Gubbels e.a (2023) wijzen op het belang van het aanwakkeren van interesses, autonomie en competentie bij de leerling in dit verband. En op de positieve spiraal die van kennis leidt tot leesvaardigheid, en van leesvaardigheid tot leesmotivatie.

Inhoudelijke projecten leiden tot een duidelijker leesdoel bij leerlingen en kunnen ook leiden tot diep begrip (Wolf en Barzillai, 2009)als die wordt gecombineerd met een juiste lees- en verwerkingstaken. Stronks en Van Dijk noemen dat ‘onderzoekend lezen’ waarbij de leerling verbonden raakt met de tekst (2022): ‘De stap naar de analyse kan worden gezet met een passende leesstrategie voor onderzoekend lezen, ongeveer als volgt: na een eerste respons (‘wat vind ik ervan, wat begrijp ik er al van?’) verdiep je het begrip van de tekst (‘wat staat er precies?’) door de vorm te analyseren (‘hoe staat het er?) om zo tot interpretatie te komen (‘waarom staat het er zo?’) en vervolgens tot internalisering (‘wat doet dat met mijn begrip van de tekst of mijn gevoel erover?’). Zie ook de wetenschappelijk onderbouwde website Litlab.nl voor voorbeelden van zulke inhoudelijke leesprojecten.

Bronnen

  • Ackermans, Linda, ‘Geef de werkelijkheid een gezicht’. Vakoverstijgend fictielezen met young adult literatuur. In: Van twaalf tot achttien, maart 2018, pp. 10-11.
  • Bolle, Tiba en Inge van Meelis, ‘Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek’
  • Bossche, S. Van den, & Klomberg, A. (2020). Jeugdliteratuur door de lens van etnisch-culturele diversiteit. Utrecht: Eburon.
  • Castano, Emanuele, Alison Jane Martingano & Pietro Perconti, ‘The effect of exposure to fiction on attributional complexity, egocentric bias and accuracy in social perception’. In: PLoS ONE 15/5 (2020), pp. 1-13.
  • Dera, Jeroen, ‘De helaasheid der leeslijsten: over diversiteit in het literatuuronderwijs’. In: De lage landen 24 november 2020
  • Van Dijk, G. (2018). Het opleiden van taalbewuste docenten natuurkunde, scheikunde en techniek: Een ontwerpgericht onderzoek [proefschrift]. Universiteit Utrecht.
  • Van Dijk, Yra en Marie-José Klaver, ‘De Jonge Jury: van leesbevordering tot pulppromotie’. In De Nederlandse Boekengids, 6 juni 2021. (Tevens verkort als opiniestuk in De Volkskrant, 6 juni 2021).
  • Stronks, E., & van Dijk, Y. (2022). Onderzoekend lezen: geïntegreerd leesonderwijs en de rol van de leerling als betekenisgever. Nederlandse Letterkunde, 27(1), 63-83. 
  • Gubbels, Joyce e.a.. ‘Motiverend leesonderwijs in het vo en mbo’, mei 2023
  • Koek, Martijn, Think twice: Literature lessons that matter. Universiteit van Amsterdam, 2022.
  • Kirschner, P., Claessens, L., & Raaijmakers, S. (2018). Op de schouders van Reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten. Didactief / Ten Brink Uitgevers
  • Montfoort, Agnes van en Alix Wassing, ‘De doorgaande leeslijn. De leesontwikkeling van 0-20 jaar’. Stichting Lezen 2020.
  • Nikolajeva, Maria, Aesthetic Approaches to Children’s Literature. An Introduction. Lanham: The Scarecrow Press, 2005.
  • NRO: ‘Hoe geef je vorm aan effectief taalgericht vakonderwijs?’, 2023
  • Schrijvers, Marloes: The story, the self, the other: Developing insight into human nature in the literature classroom (Amsterdam: University of Amsterdam, 2019)
  • Wolf, Maryanne & Mirit Barzillai, ‘The Importance of Deep Reading’. In: Educational Leadership 66/6 (2009), pp. 32-37