Montessori College Arnhem: ‘We vragen leerlingen zichzelf een overgangsadvies te geven’
01 juni 2021
“Natuurlijk, we bekijken de opdrachten die onze leerlingen maken, nemen de uitslagen van normatieve toetsen mee en kijken naar hun aanwezigheid en gedrag tijdens online lessen. Maar we missen de persoonlijke interactie, het fingerspitzengefühl. En daarom vragen we onze leerlingen om zelf te reflecteren op deze maanden thuis, hun studiegedrag, werkhouding en voortgang. Zij geven daarna aan of ze vinden dat ze over mogen, of niet.”
Weinig zicht
Aan het woord is Rogier Spanjers, docent geschiedenis en maatschappijleer, mentor van havo 5 en daarnaast verantwoordelijk voor het maken van schoolroosters. Eind maart besprak hij met zijn afdelingsleider Suzanne de Kleyn en een klein groepje leraren het overgangsbeleid van het Montessori College Arnhem. “We kunnen moeilijk iets zinnigs zeggen over maart, april en mei. Leraren geven een keer per week een uur online les aan hun leerlingen. Dit omdat we hen niet dagelijks van 8.30 tot 16.30 uur achter een beeldscherm wilden laten zitten. De rest van de tijd werken de leerlingen zelfstandig aan hun opdrachten per periode van vijf weken. We vinden het niet gepast om heel streng te zijn op de overgang wanneer we zo weinig zicht hebben op de leerlingen. Een van de pijlers van Montessori is zelfstandigheid. We hopen dat ouders en leerlingen voor onze school kiezen juist vanwege de hoge mate van zelfstandigheid. Daar doen we nu een beroep op.”
Zelf reflecteren
In 2016 speelden collega’s al eerder met het idee van een eigen overgangsadvies van leerlingen. Dat werkten ze uit in een document. Rogier: “De aanpak haalde het toen niet vanwege een wisseling in management en andere prioriteiten, maar is nu weer opgepakt en naar de huidige situatie vertaald. Alle leerlingen behalve de examenklassen hebben 15 mei een reflectieformulier ontvangen. Hierin geven ze antwoord op vragen als hoe hun welbevinden is. Hoe hebben ze het thuiswerken ervaren? Hoe was de inzet en motivatie? Hoe werken ze thuis? Hoe plannen ze het schoolwerk thuis en hoe is hun werkhouding? Wat denken ze dat leraren en de mentor vinden van hun werkhouding en inzet? Wat voor cijfers hebben ze gehaald? Wat gaat goed, wat kan beter en waarom? En wat hebben ze in deze tijd thuis geleerd? Vervolgens vragen we hen om het formulier te bespreken met hun ouders. Die fungeren als klankbord. We wilden ouders graag een rol geven in het proces, maar die ook niet te groot maken. Je wil geen conflicten thuis veroorzaken.”
Overgangsgesprekken
Uiteindelijk resulteert het formulier in een actieplan voor de leerlingen tijdens de laatste vijf weken. Waarover zijn ze tevreden en wat kan er beter? Daarmee gaan ze aan de slag. Rogier: “Eind juni vinden de overgangsgesprekken plaats met de mentor, leerling en de ouders. De mentor beschikt dan ook over de feedback van leraren. Zij geven in Magister een onvoldoende, voldoende of goed aan een leerling gebaseerd op opdrachten en formatieve toetsen, eventueel met uitleg. Dan geven de leerlingen zichzelf een overgangsadvies.” Afdelingsleider Suzanne de Kleyn benadrukt dat de criteria om over te gaan niet zijn aangepast. “De enige wijziging is dat we leerlingen bewuster laten reflecteren en dit laten delen met hun ouders en mentor. Uiteindelijk geven de leerlingen een advies aan de docentenvergadering. Als wij ons op basis van de normen en onze bevindingen niet kunnen vinden in het advies van de leerling, kunnen we nog steeds besluiten dat het voor de leerling beter is om te doubleren.”
Gedrag en cijfers
In de reflectie is veel ruimte voor gedrag en inzet, en minder aandacht voor cijfers. Suzanne: “We hebben de leerlingen in de lessen meer formatief gevolgd, bijvoorbeeld via digitale apps als Kahoot, Lesson-up en Microsoft Forms. Dat vormt de basis voor het oordeel van de leraren in deze periode. Aan het einde van het schooljaar maken de leerlingen voor de meeste vakken nog een toets op school voor een cijfer. Daarvoor is gekozen omdat toetsen op afstand voor een deel van de leraren best spannend en ingewikkeld was. De focus lag vooral op goede lessen aanbieden zodat het leerproces door kon gaan.” Rogier: “We moeten ons niet alleen blindstaren op de cijfers, die zijn arbitrair. Kijk liever naar leergedrag en talent, zie het potentieel in de leerling.”
Aansluiten op visie
Nadat het groepje leraren onder leiding van de afdelingsleider het plan had opgepakt, is het gedeeld in de wekelijks teamoverleggen. De reacties waren wisselend. Suzanne: “Door aan te blijven sluiten bij de visie van de school, krijg je mensen mee. Daarnaast voeren we veel gesprekken waarin we luisteren naar eventuele bezwaren. Zo’n bezwaar is bijvoorbeeld het slaagpercentage. Wat gebeurt er als we nu meer leerlingen naar de examenklassen laten gaan? Dat is een kleine zorg. Aan de andere kant is dit ook een kans om eens kritisch te kijken of een twijfel misschien ook positief kan uitpakken.”
Transparant proces
De communicatie met ouders verloopt via wekelijkse mails. “Het overgangsbeleid is hierin opgenomen”, vertelt Rogier. “We lichten steeds toe wat we waarom doen en welke stappen we nemen.” Suzanne: “De transparantie zit in het niet te veel wijzigen. We houden eigenlijk vast aan de normale manier van bevorderen waarbij de resultaten nog steeds van belang zijn. Leerlingen hebben alleen de kans om uit te leggen hoe zij hierin staan en wat hun beeld is. Het gesprek en de ruimte worden als positief ervaren door leerlingen.” Wat de aanpak concreet gaat opleveren, weten ze nog niet. Rogier: “We willen aan het eind van het schooljaar de leerlingen een enquête afnemen hoe zij de tijd thuis hebben ervaren en wat ze willen behouden voor de toekomst.”
Downloads van het Montessori College Arnhem