De Nieuwe Internationale School Esprit: soepele doorstroom ISK-leerlingen dankzij ‘eigenwijs’ aanbod
29 januari 2018
Op de Afrikaanse leerlingen na, die vaak Frans spreken, beheersen vrijwel alle leerlingen al het Engels. Daardoor kunnen de ISK-leerlingen sneller overstappen naar de reguliere tweetalige afdeling dan bij een niet-internationale school. Maar afgezien van die gemeenschappelijke noemer is het leerlingenbestand enorm divers en dat vraagt om maatwerk. Iedereen doorloopt de ISK-periode in z’n eigen tempo. De leerling wordt door middel van toetsen gevolgd in zijn ontwikkeling. Tijdens een aantal vaste momenten per jaar kan de overstap naar het reguliere onderwijs plaatsvinden.
Deze overstap vindt plaats zodra de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om anderen te kunnen verstaan en teksten te kunnen lezen. Ze stromen dan door naar een reguliere, tweetalige groep waar ze onder meer Nederlands en Engels leren. Dit kan vaak al na een half aar. Dat is snel; het doorstromen van een aparte ISK-afdeling naar een reguliere Nederlandstalige school duurt vaak minstens anderhalf tot twee jaar.
Driejarige brugperiode
De vo-school biedt een driejarige brugperiode. Hier zitten reguliere en ISK-leerlingen bij elkaar. ‘‘Dat doen we zodat we alle leerlingen per vak op niveau kunnen bedienen’’, vertelt rector Leendert-Jan Veldhuyzen. Veel docenten hebben echter een klassieke opleiding tot vakdocent gevolgd en hebben het differentiëren nog niet voldoende in de vingers. Zij worden hierin bijgeschoold door collega’s. Ook het geven van Nederlands als tweede taal komt daarbij aan de orde.
Na de brugperiode gaan leerlingen naar de mavo, havo (beide Nederlandstalig) of naar een tussenjaar op niveau vwo 4. Die laatste groep stroomt daarna door naar de Engelstalige IB (international baccalaureate, niveau vwo 5 en 6).
Onze docenten ontwikkelen alle lesmaterialen zelf
De nieuwe school is pas aan haar derde schooljaar bezig en nog volop in ontwikkeling. Naast de bijscholing van docenten gaat er ook veel aandacht naar de ontwikkeling van lesmateriaal. De school kan op de markt geen methodes van voldoende kwaliteit vinden en ontwikkelt alles zelf. Dat heeft als voordeel dat leraren materiaal helemaal naar eigen behoefte kunnen samenstellen, maar dit kost veel tijd. De rector: ‘‘Dat doen we door ons werk in dienst te stellen van de school als geheel. We vragen van niemand om 25 uur les te geven. En we doen niet aan taakbeleid en individuele budgetten. Alles staat ten dienste van het collectief. Als je het geld dat zo vrijkomt samenvoegt, kan er ineens veel.’’
Ruimte scheppen
De Nieuwe Internationale School Esprit schrapt activiteiten die naar eigen inzicht niet nodig zijn. “Zoals alle ‘losse’ vakken in de derde klas. In plaats van biologie, scheikunde en natuurkunde geven wij Science en in plaats van maatschappijleer, levensbeschouwing, economie, aardrijkskunde, burgerschap en geschiedenis geven wij Mens en Maatschappij. Dat scheelt bij elkaar zeven losse onderdelen. We bieden binnen die domeinen vanuit de kerndoelen datgene wat noodzakelijk is, verder niets. Dat schept extra ruimte om te werken aan taal.”
In de toekomst hoopt de school bovenbouwleerlingen de mogelijkheid te kunnen bieden om vakken op verschillende niveaus te volgen. Een mavoleerling die goed is in Engels of wiskunde kan dit vak dan bijvoorbeeld volgen op IB-niveau. Verder gaan de leraren op volle kracht verder met curriculumontwikkeling. Veldhuyzen: ‘‘De inspectie is positief. Omdat wij kunnen uitleggen wat we aan het doen zijn en goed zicht hebben op hoe de leerlingen het doen, krijgen we de ruimte om op onze manier te werken.’’ Zijn tip voor andere scholen is dan ook om eigenwijs te zijn. ‘‘Doe geen dingen die niet echt nodig zijn, want daardoor hebben leraren te weinig tijd voor de belangrijke zaken. Stop met alle dingen waar je niet in gelooft.’’
Meer informatie
Leendert-Jan Veldhuyzen
l.veldhuyzen@denise.espritscholen.nl