Verslag bouwsessie 'Samen werken aan kennis voor onderwijs': Met kennis kun je alles maken

05 december 2018

Een landelijk loket dat inzichtelijk maakt waar onderwijsonderzoek plaatsvindt en wie dit uitvoert, een ‘curriculumcoach’ die nieuwe ontwikkelingen binnen de scholen verspreidt en een landelijk fonds voor innovatie en onderzoek. Dit waren enkele suggesties van deelnemers aan de bouwsessie ‘Samen werken aan kennis voor onderwijs’ op 15 november jl. in Zwolle. De sectorraden in het onderwijs organiseerden dit najaar een aantal van deze sessies, waarbij leraren, schoolleiders, bestuurders, onderzoekers en beleidsmakers mee konden bouwen aan de ontwikkeling van een kennisinfrastructuur voor het onderwijs.

Kennisinfrastructuur?

Kennis en onderzoek helpen om het onderwijs te innoveren en de kwaliteit te verbeteren. Maar om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, is er een nauwe verbinding nodig tussen onderwijs en onderzoek. De kennisinfrastructuur zorgt voor deze verbinding en de VSNU, Vereniging Hogescholen, MBO Raad, VO-raad en  PO-Raad hebben zich op 21 juni 2018 gecommitteerd aan de ontwikkeling ervan. Sindsdien wordt er volop gewerkt aan een plan van aanpak. Dit plan wordt begin volgend jaar aan minister Slob en minister Van Engelshoven aangeboden.

Bouwen met betrokkenen

Voor de ontwikkeling van de kennisinfrastructuur is de input vanuit onderwijsprofessionals, onderzoekers en beleidsmakers essentieel. Daarom zijn er veertien bouwsessies door het land georganiseerd. Alle opgehaalde ideeën, wensen en suggesties vormen de ingrediënten om tot een goed en onderbouwd plan van aanpak te komen. Tijdens de bouwsessie kregen de deelnemers de opdracht om in groepsverband oplossingen te bedenken voor een van de volgende vraagstukken: 

1)    Versnippering van onderzoek verminderen
2)    Onderzoek en ontwikkeling beter op elkaar afstemmen
3)    Wetenschappelijke kennis vindbaar en toegankelijk maken
4)    Meer vaardige onderwijsprofessionals
5)    Meer tijd en geld voor Research & Development in het onderwijs

In het tweede deel van de bijeenkomst kregen de deelnemers de opdracht om hun bedachte oplossingsrichtingen creatief te vertalen naar een bouwwerk, en deze in een pitch te presenteren. Het resultaat mocht er zijn: een carrousel vol met wetenschappelijk onderzoek, een helikopter die kennis landelijk ophaalt en de school in brengt, en een boek van verwondering dat de onderzoekende houding in de scholen prikkelt.  

Knutselen?

Achter deze creatieve uitingen schuilen goede ideeën die bijdragen aan het ontwikkelen van de kennisinfrastructuur. Zo stelt een van de deelnemers: "Onderzoek doen is weten wat er achter het bekende ligt. Het gaat om het werken aan de attitude om te durven vragen. Prikkel de school en de klas, laat leraren hun eigen onderzoeksvragen formuleren”. Een andere deelnemer geeft aan "dat misschien niet iedere leraar de ambitie heeft om onderzoek te doen, maar wel om onderzoekend te zijn. Voor de kwaliteit van het onderwijs en hun eigen professionalisering.”

Een andere groep stelt dat veel scholen die willen innoveren behoefte hebben aan wetenschappelijke onderbouwing, maar dat zij niet weten waar zij moeten zijn. "Het is belangrijk dat wetenschappelijke kennis op toegankelijke wijze vertaald en breed beschikbaar wordt.” Hierbij wordt extra benadrukt dat het van belang is dat onderzoekers naar de doelgroep kijken en hun onderzoek laagdrempelig presenteren, bijvoorbeeld in de vorm van praktische handreikingen. Zo beland de kennis echt in de school. Dit wordt aangevuld door het belang van een landelijk loket: "Zodat zichtbaar wordt welk onderwijsonderzoek plaatsvindt en door welke partijen dit uitgevoerd wordt. Dit loket moet ook de mogelijkheid bieden om partnerships te vormen, zodat de samenwerking tussen onderwijs en onderzoek versterkt wordt”.

Raakvlakken

Op de bouwsessie blijkt dat de urgentie en relevantie van een kennisinfrastructuur en het belang van kennisdeling overduidelijk is. Maar wat vooral opvalt, is de bereidheid van alle deelnemers om om vanuit eigen rol en verantwoordelijkheden de werelden van onderwijs en onderzoek nauwer met elkaar te verbinden. De PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, Vereniging Hogescholen en VSNU zullen de input uit deze, en de andere dertien bouwsessies, verwerken in het plan van aanpak. Wordt vervolgd.