Verslag werkconferentie Focus op Burgerschap: Wie wil je als school zijn?
18 december 2019
De conferentie bood kennis, inspiratie en interactie voor de aanwezige schoolleiders, docenten, team- en afdelingsleiders, coördinatoren en beleidsadviseurs. Keynote spreker Steven Pont was als eerste aan zet en zoomde in op het thema vanuit de ontwikkelingspsychologie. ‘Het meeste gedrag van een mens is verworven; een jonge hamster kan direct lopen maar een mensenkind moet dat leren! Net als (goed) burgerschap. Professionals in het onderwijs zitten dus in de mensbouw,’ benadrukte Pont de belangrijke taak die hij ziet weggelegd voor het onderwijs.
Vijf waarden
De balans tussen individualisme en collectivisme baarde de psycholoog zorgen. ‘Met te veel individualisering, zonder verbinding en socialisatie, wordt het giftig! Hoeveel mensen, ook veel jongeren, zijn er niet eenzaam? Autonomie, niet afhankelijk zijn ... dat is vooral wat wij onze kinderen leren. De vraag bij burgerschap is ook niet: Wat moet ik als school doen? Maar: Wie wil ik als school zijn! De cultuur van een school bepaalt de waarden. De waarden dicteren de normen en de normen het gedrag,’ onderwees Pont de zaal.
De invloed van de ‘kwaliteit van de relatie’ kwam daarbij ook aan de orde. Als de kwaliteit hoog is kan dat inspireren en motiveren. In het verlengde daarvan noemde Pont het begrip ‘voorleven’, zelf het goede voorbeeld geven. Afspraken nakomen, zoals het op tijd nakijken van huiswerk: ‘We verwachten immers ook dat leerlingen zich aan deadlines houden.’
Steven Pont brak nadrukkelijk een lans voor de volgende vijf waarden:
- Status. ‘Maak de ander belangrijk, geef complimenten.’
- Duidelijkheid. ‘Wees liefdevol maar ferm!’
- Autonomie. ‘Overtuig de ander ervan dat hij inbreng heeft.’
- Verbondenheid. ‘Laat blijken dat je aandacht hebt.’
- (zorg voor) Redelijkheid.
‘Als je een schoolcultuur bouwt op deze waarden, dan heb je geen burgerschap meer nodig!’
Ieder verantwoordelijk
De aanwezigen konden deelnemen aan twee informatieve workshoprondes waarin binnen zeven verschillende workshops aandacht was voor denklijnen, kansen, evaluatie, dialoog en meer. Dat leverde inspiratie en tips op voor de eigen schoolsituatie. Een kleine greep: ‘Er zijn heel wat frameworks, raamwerken, maar begin met het wetsvoorstel. Verlies jezelf ook niet in teveel leerdoelen: drie is meer dan genoeg voor de eerste twee jaar. En blijf niet eindeloos sleutelen aan een visie, want deze moet je toch elke twee/drie jaar herijken. Heb de randvoorwaarden op orde (tijd, mandaat, welke plek), en maak iedere docent verantwoordelijk voor burgerschap in de school. Want ook een vak als wiskunde heeft van doen met burgerschap, denk aan kritisch nadenken …’
Deelnemers konden hun kennis ook toetsen; hoe verhouden onderwerpen als De Gezonde School, '75 jaar vrijheid' en 'schrijven voor Amnesty' zich bijvoorbeeld tot het thema burgerschap, aan de hand van de gestelde criteria?
- Is er spanning tussen het individueel en collectief belang? Of tussen collectieve belangen?
- Kunnen we de manier waarop we tot besluiten en oplossingen komen behandelen?
- Kunnen we leerlingen toerusten met kennis, vaardigheden en houdingen?
Er was ook ruimte voor reflectie en evaluatie; wat beoog je met burgerschap, waar ben je naar op weg?
Wacht niet op de wet
Bram Eidhof, Anne Bert Dijkstra (hoogleraar Onderwijskunde en werkzaam voor de Inspectie), Chantal Alkemade (Curriculum.nu) en Timon Verheule (directeur VO bij het ministerie voor OCW) namen zitting in het panel.
Onder meer de huidige nadruk op burgerschap werd genoemd. Eidhof: ‘Na de Tweede Wereldoorlog was het besef daar hoe belangrijk een democratie is, dat is aan het veranderen ... Verheule stelde: ‘Maar met burgerschap en het bevorderen van de sociale cohesie doen we niet iets compleet nieuws, vorming is al langer een kerntaak van het onderwijs.’
De zaal polste het panel ook over de scheidslijn tussen burgerschap en opvoeden, oftewel: hoe ver reikt de taak van de school? Alkemade: ‘Het verschil kun je niet scherp stellen. In de omgang met leerlingen neem je altijd een stukje opvoeding mee.’ Dijkstra symboliseerde het met een dobbelsteen, waarbij soms burgerschap en soms opvoeden boven ligt: ‘In de ideale school lopen burgerschap en opvoeden in elkaar over.’
Eidhof maakte zich hard voor meer focus op burgerschap binnen de lerarenopleiding. Hij pleitte ook voor harde in plaats van zachte sturing: ‘Een duidelijke wet met een aantal leerdoelen voor scholen. Niet alleen een richting.’ Dijkstra toonde zich hier geen voorstander van: ‘Moeten we in een vrije samenleving specifieke leerdoelen willen? Wacht niet op de wet, draag je fakkel, faciliteer en ga aan de slag!’