Vraag en antwoord over nieuwe lidmaatschapseis rond belangenverstrengeling

03 april 2025

In de ALV van december 2024 is de opdracht voor de actualisatie van de Code Goed Onderwijsbestuur VO goedgekeurd. Onderdeel van de opdracht is de uitwerking van een lidmaatschapseis met betrekking tot belangenverstrengeling en integriteit. Aanleiding hiervoor was de Nieuwsuur-uitzending waarin (de schijn van) belangenverstrengeling van bestuurders en toezichthouders in het funderend onderwijs centraal stond.

De sector is actief aan de slag gegaan met de voorbereiding op de nieuwe lidmaatschapseis. De VO-raad merkt dat dit aanvullende vragen oproept over duiding van de tekst en specifieke gevallen. Hieronder wordt antwoord gegeven op een aantal vragen die de VO-raad heeft ontvangen. In sommige gevallen kan nog geen definitief antwoord worden gegeven, aangezien de lidmaatschapseis zal landen in de geactualiseerde code voor funderend onderwijs, waar op dit moment aan wordt gewerkt. In die gevallen wordt wel de richting van het denken op dit moment aangegeven.

Wat is de aanleiding voor de nieuwe lidmaatschapseis?

In de Nieuwsuur-uitzending van 8 juli jl. verscheen een item waarin (de schijn van) belangenverstrengeling van bestuurders in het funderend onderwijs centraal stond. In het onderzoek van NOS en Nieuwsuur zijn diverse casussen waarbij een schoolbestuurder of bestuurder van een samenwerkingsverband betrokken is bij een onderwijsadviesbureau aan het licht gekomen. De voorzitter van de VO-raad heeft in reactie op dit onderzoek aangegeven dat dergelijke dubbelfuncties niet wenselijk zijn omdat er sprake kan zijn van de schijn van belangenverstrengeling. Wanneer bestuurders of intern toezichthouders ook betrokken zijn bij een onderwijsadviesbureau, kan het beeld ontstaan dat kennis, informatie en contacten die een functionaris opdoet in de rol van bestuurder of intern toezichthouder wordt ingezet voor andere doeleinden, waarbij de belangen van de onderwijsorganisatie en diens maatschappelijke context niet voorop staan. Andersom moet volstrekt helder zijn dat er geen persoonlijke of zakelijke belangen meespelen die van invloed kunnen zijn op de besluitvorming of het handelen van het desbetreffende bestuur dan wel intern toezicht. De VO-raad heeft in de zomer van 2024 aangegeven de Code Goed Onderwijsbestuur VO op dit punt te willen aanscherpen en dit geagendeerd in de ALV van december 2024.
 

Wat is de nieuwe lidmaatschapseis?

In de ALV van december 2024 is de opdracht voor de actualisatie van de Code Goed Onderwijsbestuur VO voorgelegd. Onderdeel van de opdracht is de uitwerking van een lidmaatschapseis met betrekking tot belangenverstrengeling en integriteit die bestaat uit twee onderdelen:

  • Het toevoegen van een lidmaatschapseis die beschrijft dat de combinatie van bestuurs- of intern toezichtsfuncties met zakelijke belangen bij onderwijsadviesbureaus die voor dezelfde sector werken niet toegestaan is. In crisissituaties is de combinatie van deze functies voor een beperkte periode mogelijk.  
  • Bij de huidige lidmaatschapseis over de integriteitscode wordt toegevoegd dat hierin een passage wordt opgenomen die luidt: “een bestuurder of toezichthouder kan niet werkzaam zijn bij of belangen hebben in een onderwijsadviesbureau dat voor de eigen sector werkt.”

     

Wat is de status?

In de ALV van december 2024 is de opdracht voor de actualisatie van de Code Goed Onderwijsbestuur VO goedgekeurd. Op dit moment wordt er gewerkt aan de nieuwe teksten voor de governancecode, samen met de PO-Raad en VTOI-NVTK.  Daarnaast voeren PO-Raad en VTOI-NVTK op dit moment een onderzoek uit naar de mogelijke impact van een dergelijke lidmaatschapseis; in hun verenigingen is nog niet ingestemd met een dergelijke lidmaatschapseis.

De geactualiseerde code wordt voorgelegd aan de ALV’s van de drie verenigingen in juni 2025. Wanneer de leden van de VO-raad instemmen met de nieuwe code, inclusief de nieuwe lidmaatschapseisen, zal de nieuwe code gaan gelden en treden ook de nieuwe lidmaatschapseisen in werking.
 

Hoe voer ik het gesprek hierover?

De VO-raad raadt leden aan om met het intern toezicht in gesprek te gaan over ongewenste belangenverstrengeling en integriteit. Daarbij kan aan de hand van ALV-stukken van de VO-raad worden toegelicht dat het voornemen bestaat om zaken in de nieuwe governancecode vast te leggen. Eventueel kan men de casuïstiek over bestuurders/intern toezichthouders met belangen in onderwijsadviesbureaus van Nieuwsuur hierbij betrekken. Dit vormt een belangrijke aanleiding voor aanscherping van de code op dit punt. Toegelicht kan worden dat de integriteitscode, vooruitlopend op de geactualiseerde en nieuwe lidmaatschapseis, wordt aangepast.
 

Wat wordt bedoeld met dezelfde sector?

Hiermee wordt het voortgezet onderwijs bedoeld.
 

Wat wordt verstaan onder ‘een onderwijsadviesbureau’?

Onder ‘een onderwijsadviesbureau’ kan worden verstaan: een organisatie of eenmanszaak die onderwijskundig advies en/of begeleiding levert voor scholen en/of besturen in het VO. Het gaat specifiek om een onderwijsadviesbureau dat in het voortgezet onderwijs actief is. Adviesbureaus met andersoortige expertise die wel voor het voortgezet onderwijs werken vallen hier niet onder. Uitgangspunt is dat bestuur en intern toezicht het gesprek hierover voeren en de afweging maken of er sprake is van de combinatie met een functie bij een onderwijsadviesbureau, waarbij de schijn van belangenverstrengeling speelt.  

Er is geen exacte lijst van organisaties die worden beschouwd als onderwijsadviesbureau. In de nieuwe code zal een definitie die in lijn ligt met bovenstaande tekst worden voorgesteld.
 

Geldt de eis ook in een interim-situatie?

In crisissituaties is de genoemde combinatie voor een beperkte periode van zes maanden mogelijk.
 

Geldt de lidmaatschapseis ook voor functies die ambtshalve worden uitgevoerd door bestuurders?

Op dit moment wordt nog nagedacht over deze uitzonderingsgrond. De lijn die waarschijnlijk wordt gekozen is de volgende:
In het geval van een functie die ambtshalve – of uit hoofde van de functie van bestuurder - wordt vervuld, zou er normaliter geen sprake zijn van ongewenste/tegenstrijdige belangenverstrengeling. De functie is verbonden aan de onderwijsorganisatie en niet aan de persoon van bestuurder. Bij vertrek uit de organisatie wordt de functie niet langer uitgevoerd door de desbetreffende persoon maar door diens opvolger (of een ander bestuurslid). In de nieuwe code wordt deze uitzonderingsgrond definitief bepaald. De besluitvorming over de nieuwe code vindt plaats tijdens de ALV van 5 juni 2025.
 

Hoe gaan we om met zittende leden van de RvT die werkzaam zijn bij onderwijsadviesbureau of als onderwijsadviseur? Mogen zij hun zittingstermijn afmaken?

De situatie moet op orde zijn als de nieuwe code ingaat. Daarom is het niet mogelijk dat leden van de RvT de zittingstermijn afmaken wanneer er sprake is van de (schijn van) belangenverstrengeling zoals in de nieuwe lidmaatschapseis is benoemd.
 

Moeten we afscheid nemen van functionarissen of moeten zij hun (mogelijk) conflicterende functie /werkzaamheden beëindigen als ze willen aanblijven?

Beide zijn mogelijk: het afscheid nemen van een functionaris of de functionaris beëindigt de (mogelijk) conflicterende functie/werkzaamheden.
 

Is het voldoende als de situatie binnen de organisatie wordt besproken en – als er geen financieel gewin is/zakelijke belangen spelen of als we dat bureau niet inhuren - verantwoording hierover wordt afgelegd? 

Aan de nieuwe lidmaatschapseis moet worden voldaan. Daarnaast staat al in de huidige code  dat nevenfuncties die mogelijk tot de schijn van belangenverstrengeling leiden worden besproken en dat afspraken hierover worden vastgelegd. Hier moet zonder meer invulling aan worden gegeven.
 

Wat gebeurt er als een lid niet voldoet aan de lidmaatschapseisen?

In artikel 8, tweede lid en artikel 26 van de statuten van de VO-raad is beschreven dat leden gehouden zijn aan de lidmaatschapseisen die zijn opgenomen in de code en geacht worden de code na te leven.

  • Als een lid van de VO-raad meent dat een ander lid zich niet aan de lidmaatschapseisen uit de Code Goed Onderwijsbestuur VO houdt, kan hij hier melding van maken bij een onafhankelijke Governancecommissie VO. Deze commissie toetst met een interventieladder of het lid van de VO-raad de lidmaatschapseisen naleeft en brengt vervolgens een advies uit aan het bestuur van de VO-raad. Opzegging van het lidmaatschap van de VO-raad namens de vereniging kan plaatsvinden wanneer een lid niet voldoet aan de lidmaatschapseisen. Opzegging op deze grond kan plaatsvinden op grond van een advies van de Governancecommissie VO als bedoeld in artikel 26 van de statuten.
     
  • De vereniging kent een commissie Code Goed Onderwijsbestuur die de toepassing van de principes uit de code stimuleert en individuele leden kan aanspreken op de naleving van de pas toe-bepalingen. Deze commissie kan ook doorgeleiden naar de Governancecommissie VO.