Waalwijk Taalrijk: een doorlopende leesbevorderingslijn

22 mei 2024

Een doorlopende leeslijn, een leesmonitor en de inzet van lees- en mediaconsulenten; het zijn belangrijke ingrediënten van het programma ‘Waalwijk Taalrijk’, waarin de gemeente Waalwijk, de bibliotheek, scholen, kinderopvang- en welzijnsorganisaties samenwerken om de taalontwikkeling en het leesplezier van kinderen en jongeren te stimuleren. Alle po- en vo-scholen in Waalwijk doen mee. Els Klerkx, Ank Joosen en Nicolle Sommer vertellen over het programma en de ervaringen. Klerkx is beleidsmedewerker van de gemeente Waalwijk, Joosen is programmacoördinator Educatie bij de Bibliotheek Midden-Brabant en Nicolle Sommer is directeur van de Walewyc mavo in Waalwijk.

Het is zo’n zeven jaar geleden dat deze brede samenwerking in de gemeente Waalwijk tot stand kwam. Aanleiding daarvoor was het feit dat er steeds meer signalen waren dat het leesniveau van leerlingen achteruit ging. Een zorgelijke ontwikkeling, omdat taal- en leesvaardigheid van cruciaal belang is voor de leerprestaties op school en voor het toekomstig functioneren in de maatschappij. In het kader van de Lokale Educatieve Agenda (LEA) besloot de gemeente om het lees- en taalbeleid een prominente plaats te geven in het lokale onderwijsbeleid. “Er waren in de gemeente al verschillende initiatieven die op taal en lezen waren gericht,” vertelt Els Klerkx, “maar om hiervoor een sterkere infrastructuur te creëren en meer middelen vrij te maken, wilde de toenmalige wethouder deze activiteiten samenbrengen onder één paraplu. Met brede lokale steun is in 2016 het programma Waalwijk Taalrijk van start gegaan.”

Doorgaande lijn

Waalrijk Taalrijk richt zich op professionals, ouders en kinderen van 0 tot 18 jaar. Dat kinderen goed worden voorbereid op het vervolgonderwijs en op de maatschappij, is niet alleen een taak van de ouders en de school, maar van alle professionals rondom een kind, zo is het uitgangspunt. Klerkx: “Daarom doen alle organisaties die werken met kinderen en jongeren mee, van het consultatiebureau, de kinderopvang en de GGD tot welzijnsorganisaties, de bibliotheek, basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Inzet is om samen een doorgaande leeslijn te realiseren van 0 tot 18 jaar.”

Alle organisaties die werken met kinderen en jongeren doen mee

De bibliotheek speelt daarin een belangrijke rol. “Bevordering van het leesplezier begint bij 0 jaar”, zegt Ank Joosen. “Daarom zetten we vanuit de bibliotheek bijvoorbeeld een ‘BoekStartCoach’ in die bij de consultatiebureau met ouders in gesprek gaat over het belang van lezen en leesplezier en hen stimuleert om hun kinderen voor te lezen. Vervolgens is er een taalstimuleringsprogramma voor peuters en kleuters en biedt Waalrijk Taalrijk allerlei stimulerende en ondersteunende programma’s en activiteiten voor kinderen van alle leeftijden tot en met het voortgezet onderwijs. We werken als bibliotheek dus samen met consultatiebureaus, de kinderopvang, basisscholen en vo-scholen. Dankzij de doorgaande lijn gaan kinderen het heel gewoon vinden om veel te lezen.”

De doorgaande leeslijn van Waalwijk Taalrijk is gebaseerd op de leescirkel van Aidan Chambers. Kort gezegd betekent dit dat je als professional/ouder zorgt voor a) een toegankelijk en aantrekkelijk leesaanbod, b) voldoende tijd om (voor) te lezen en c) mogelijkheden om het gelezene te verwerken, bijvoorbeeld door erover te praten of iets te presenteren.

Om de doorgaande leeslijn te versterken, organiseert de bibliotheek inspiratiedagen voor professionals uit het basis- en voortgezet onderwijs. Joosen: “Naast een aanbod van workshops over allerlei facetten van taal en lezen, is het belangrijk dat mensen elkaar ontmoeten en kennis en good practices met elkaar delen. Als je elkaar kent, werk je makkelijker met elkaar samen.”

Lees- en mediaconsulenten

Twee onderdelen spelen volgens Joosen een cruciale rol in het programma Waalwijk Taalrijk: de lees- en mediaconsulenten en de leesmonitor. De bibliotheek heeft lees- en mediaconsulenten die zich ervoor inzetten dat kinderen plezier beleven aan boeken en lezen en dat ze beter worden in taal. Ook besteden ze aandacht aan mediawijsheid. De consulenten werken samen met kinderopvangorganisaties en scholen, geven tips aan scholen en ouders en werken aan professionalisering van professionals.

Om stand van zaken op het gebied van lezen/leesbevordering in kaart te brengen, is er voor kinderopvangorganisaties en scholen landelijk een monitor ontwikkeld. Joosen: “De monitor wordt ingevuld door leerlingen, leraren of pedagogisch medewerkers en andere betrokkenen en geeft bijvoorbeeld inzicht in de factoren die een rol spelen als het leesniveau afneemt of te laag is. De lees- en mediaconsulenten helpen de school met het analyseren van de uitkomsten van de monitor en met het bedenken van aanpakken en activiteiten om het leesonderwijs en het leesniveau van leerlingen te verbeteren. Met ondersteuning van de consulent maakt elke school een lees- en mediaplan, aansluitend bij de eigen identiteit. Ook bij de uitvoering van het plan ondersteunt de consulent scholen en professionals met adviezen, tips en kennisoverdracht.”

Walewyc-uur

De Walewyc Mavo (600 leerlingen) is een van de scholen die dankbaar gebruikmaakt van de monitor en de lees- en mediaconsulenten. Veel leerlingen van deze school hebben behoefte aan extra taalondersteuning, vertelt directeur Nicolle Sommer. “We besteden daarom altijd al veel aandacht aan taal en lezen. We realiseerden ons echter dat we nog meer moeten doen. We zagen dat de leesvaardigheid van leerlingen afneemt, en dat tegelijkertijd lesmethodes, opdrachten en examens taliger worden. Vraag je aan docenten welke knelpunten zij in het onderwijs ervaren, dan noemen zij in ieder geval altijd de taalvaardigheid van leerlingen. Daarom hebben wij met ondersteuning van de lees- en mediaconsulenten een taalbeleidsplan gemaakt.”

Met ondersteuning van de lees- en mediaconsulenten maakt elke school een lees- en mediaplan

De school heeft een werkgroep taalbeleid, waarin alle secties zijn vertegenwoordigd en die zich ervoor inzet dat taal bij alle vakken aandacht krijgt. Ook staat er een zogenoemd ‘Walewyc-uur’ op het rooster, waar leerlingen uit verschillende modules kunnen kiezen. “‘Vrij lezen’ is een van de modules”, vertelt Sommer. “Om te stimuleren dat de leerlingen plezier beleven aan het lezen en er optimaal van profiteren, geven we ze lees- of denkvragen van Aidan Chambers mee. Aan de hand daarvan praten leerlingen met elkaar over wat ze hebben gelezen en wat ze daaraan beleven. De lees- en mediaconsulent levert regelmatig een bijdrage aan het Walewyc-uur.”

Leeshoek

Met de monitor volgt Walewyc het leesniveau en de progressie van leerlingen. “We hebben eerst een nulmeting gedaan en herhalen de monitor jaarlijks”, vertelt Sommer. “Zo zien we wat opvalt en waar we aan moeten werken. Zo kwam bijvoorbeeld naar voren dat voor veel leerlingen de stap naar de bibliotheek groot is. In overleg met de lees- en mediaconsulent hebben we in de school een leeshoek ingericht, een speciale ruimte met veel boeken, waar leerlingen rustig kunnen lezen. We hebben de collectie samen met de consulent samengesteld, zodat deze goed aansluit bij onze leerlingen. Het is mooi om te zien dat taaldocenten nu met hun klas in de leeshoek gaan zitten. De consulenten dragen zo ook bij aan professionalisering van de Walewyc-docenten. Recentelijk waren er bijvoorbeeld twee lees- en mediaconsulenten die in de teamkamer een grote collectie non-fictie presenteerden en in gesprek gingen met docenten van allerlei vakken. Voor bijna elk vak hadden ze een aantal mooie boekentips.”

Waardevol

Klerkx is tevreden over alles wat Waalwijk Taalrijk de afgelopen jaren in de gemeente tot stand heeft gebracht. “Dankzij de monitor hebben we een goed beeld van wat er in het kader van het programma allemaal gebeurt en wat het oplevert. Wat precies de effecten zijn op de taal- en leesvaardigheid van de kinderen is nog lastig te benoemen, maar wel het is zeer waardevol dat alle scholen in Waalwijk zich ervoor inzetten om een positief leesklimaat te creëren.”

Lees ook de wetenschappelijke reflectie op Waalwijk Taalrijk

Wetenschappers verbonden aan de Kennistafel Effectief Leesonderwijs is gevraagd te reflecteren op een aantal praktijkvoorbeelden. Hierbij geven zij ook aan wat zij herkennen vanuit theorie/onderzoek en welke aanbevelingen zij hebben – vanuit theorie en onderzoek – voor de scholen in de praktijkvoorbeelden én de lezer die aan de slag wil met het leesonderwijs op de eigen school. De wetenschappelijke reflectie op Waalwijk Taalrijk is geschreven door Prof. dr. Paul van den Broek, hoogleraar 'Cognitieve en Neurobiologische Grondslagen van Leren en Doceren' (Universiteit Leiden).

Het leesonderwijs door Waalwijk Taalrijk is een goed voorbeeld van een systeembrede aanpak voor het verbeteren van leesvaardigheid en leesmotivatie onder jongeren. Het sluit daarmee aan bij recente rapportages die benadrukken dat het heel belangrijk is dat meerdere belanghebbenden/stakeholders gezamenlijk deelnemen om (lees)onderwijs fundamenteel te versterken (Houtveen, Van Steensel & De Rie 2019; Sturen op Begrip, enzovoorts). Leesvaardigheden en leesmotivatie ontwikkelen zich in de loop van vele jaren. Waalwijk Taalrijk geeft mooi aan hoe leerlingen begeleid worden tijdens hun hele ontwikkeling, door middel van een doorlopende leerlijn. De consulenten spelen een centrale rol in dit initiatief. Beleid en aanpakken voor leesonderwijs kunnen niet in een ‘kookboek’ aanpak gevat worden. De dynamiek van de lessituatie en lesomstandigheden verandert steeds en de consulenten kunnen steeds aanpassingen maken en op maat oplossingen voor concrete obstakels ontwerpen. Dit roept wel een belangrijke vraag op, namelijk wat te doen wanneer er geen consulenten meer beschikbaar zijn (bijv. omdat de gemeentelijke subsidies ophouden)? In dit initiatief zou het nuttig zijn om de kennis van de consulenten te verankeren in de docenten, medewerkers van de bibliotheek, enzovoorts, zodat die kennis voor op maat werken blijft bestaan wanneer subsidies ophouden.

Het Walewyc-uur is een interessant concept. Naast de module ‘vrij lezen’, wat zijn andere modules waaruit de leerlingen kunnen kiezen? Als er andere modules zijn die ‘concurreren’ dan kan dat deelname aan de ‘vrij lezen’ module verlagen, met name voor leerlingen die lezen lastig vinden of lage leesmotivatie hebben. Wat betreft vrij lezen zelf is het belangrijk in het achterhoofd te houden dat het enerzijds duidelijk is dat veel lezen leidt tot grotere woordenschat, betere leesvaardigheid en,- soms - meer interesse in lezen, maar anderzijds dat vrij lezen op school alleen positieve effecten heeft als het gestructureerd gebeurt: dat leerlingen met een doel lezen, dat er betekenisvolle activiteiten aan het ‘vrij’ lezen gekoppeld worden, dat docenten of bibliotheek de keuze van wat er gelezen gaat worden inperken. Het is goed om te lezen dat de school hieraan denkt en de leerlingen lees- en denkvragen meegeeft en gezamenlijk napraat over het gelezene (Reutzel & Juth, 2014; van Steensel et al.,  2017;).

Lezers die een vergelijkbaar initiatief willen starten kunnen in de Kwaliteitswaaier Effectief Onderwijs in Begrijpend Lezen handvatten vinden en deze gebruiken voor eventuele gesprekken met leesdeskundigen en schoolleiding op de eigen school. Rapportages zoals Houtveen, Van Steensel  & De Rie (2019), Sturen op begripDe zeven pijlers van onderwijs in begrijpend lezen geven ook voorbeelden van andere belanghebbenden die een rol kunnen spelen.


Bronnen

Houtveen, A. A. M., Steensel, R. van & Rie, S. de la (2019). De vele kanten van leesbegrip: Literatuurstudie naar onderwijs in begrijpend lezen in opdracht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek en de Inspectie van het Onderwijs. Rotterdam: Erasmus Universiteit.z

Hu, H. M., &
Reutzel, D. R., & Juth, S. (2014). Supporting the development of silent reading fluency: An evidence-based framework for the ıntermediate grades (3-6). International Electronic Journal of Elementary Education, 7(1), 27-46.

Steensel, R. van, Sande, L. van der, & Arends, L. (2017). Investeren in leesmotivatie maakt leerlingen meer gemotiveerde lezers … en betere lezers. Levende Talen Tijdschrift, 18(2), 3–13. Geraadpleegd van https://lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltt/article/view/1686