Werken aan taalgericht vakonderwijs

05 maart 2025

Steeds meer docenten van Yuverta vmbo Roermond geven taalgericht vakonderwijs (TVO). Dat wil zeggen dat zij in hun lessen niet alleen aan vakinhoudelijke doelen, maar ook aan taaldoelen werken waardoor leerlingen niet alleen vakinhoudelijk sterker worden maar ook hun taalvaardigheden verbeteren. Sinds 2021 – 2022 wordt in het kader van het project Dubbelslag elk jaar een groep docenten geschoold tot ‘TVO-docent’, net zo lang tot alle docenten TVO-vaardig zijn. Inzet van het project is dat de leerprestaties van de leerlingen zullen verbeteren. Vijf betrokkenen vertellen over de opzet van Dubbelslag, de inhoud en de resultaten tot nu toe.

Al langer zagen docenten – van de vakken Nederlands en economie tot wiskunde, scheikunde en biologie – dat veel leerlingen teksten en vragen die in hun lessen aan de orde komen vaak niet goed begrijpen. “Zestig procent van onze leerlingen volgt leerwegondersteunend onderwijs”, vertelt schoolleider Marion van Kempen. “Dat betekent dat veel leerlingen een taalachterstand hebben. Ze scoren daardoor laag op toetsen en hun motivatie neemt af. Bij veel leerlingen is taal een groot struikelblok.”

Nulmeting

Vakdocenten dachten hun leerlingen te helpen door de teksten te versimpelen, samenvattingen te maken in Jip en Janneke taal of veel te vertellen en uit te leggen, vertelt TVO-projectleider Carine Stuurman. “Dat deden zij met de beste bedoelingen, maar het hielp niet. Inmiddels weten we dat zulke inspanningen contraproductief zijn. In plaats van leerlingen aan het lezen te krijgen, houd je ze er juist van af. We wilden het anders, beter aanpakken. In 2020 hebben we een adviesbureau gevraagd om ons hierbij te ondersteunen.”

Om de problematiek van begrijpend lezen op de school goed in kaart te brengen, zijn er allereerst gesprekken gevoerd met leerlingen en docenten. Uit deze nulmeting bleek dat zowel leerlingen als docenten last hebben van handelingsverlegenheid: leerlingen vinden vakteksten moeilijk en vaak oninteressant en weten niet wat ze moeten doen om de teksten beter te begrijpen. Ze vinden het wel makkelijk als de docent een samenvatting of uitleg geeft. De docenten geven aan dat ze de teksten vereenvoudigen omdat ze niet weten wat ze anders kunnen doen om te bewerkstelligen dat de leerlingen de teksten beter begrijpen.

Als je niet leest, weet je ook niet wat leesplezier is

Op basis van de nulmeting is het project Dubbelslag opgezet. Zoals de naam al zegt, is het doel van het project tweeledig: het verbetert (de opbrengsten van) het vakonderwijs én het maakt de leerlingen leesvaardiger. Vanaf schooljaar 2021 – 2022 worden docenten getraind om taalgericht vakonderwijs te geven. “In 2021 zijn we gestart met tien docenten”, vertelt Carine, “Daar zaten alle vakgroepvoorzitters bij zodat zij de vakgroepen kunnen informeren. Elk jaar wordt er weer een groep docenten geschoold en over vijf jaar – in 2026 – moeten al onze docenten TVO-docenten zijn.”

Wat doet een TVO-docent?

Belangrijk uitgangspunt van taalgericht vakonderwijs is dat de docent hoge verwachtingen heeft van de leerlingen. Pasten docenten voorheen het niveau naar beneden aan door teksten te vereenvoudigen, de TVO-docent gaat ervan uit dat alle leerlingen presteren op het niveau van de aangeboden lesstof. Dat betekent dat de docent de moeilijke woorden uit de tekst gebruikt en uitlegt in de context. In de training leren de docenten in hun lessen te werken volgens vijf principes.

Vijf principes van taalgericht vakonderwijs

  1. Werken aan vakdoelen en taaldoelen - De vakdocent integreert in elke les, naast vakdoelen, ook taaldoelen. Inzet is om leerlingen door verbeterde taalvaardigheden vakinhoudelijk sterker te maken.
  2. Betekenisvolle context creëren - De docent creëert voor elke les een betekenisvolle context, bijvoorbeeld door een startopdracht te geven die aansluit bij de gedeelde voorkennis van alle leerlingen.
  3. Interactie bevorderen - De docent zorgt voor voldoende interactie met en tussen de leerlingen door verschillende soorten vragen te stellen.
  4. Taalsteun geven -De docent geeft leerlingen taalsteun, bijvoorbeeld door begrippen visueel te ondersteunen en leerlingen te helpen om een tekst zelfstandig te lezen.
  5. Evalueren - Leerlingen reflecteren/laten zien welke doelen zij hebben bereikt en wisselen uit wat ze van deze les meenemen naar de volgende les.
     

Taalcoaches

De TVO-training bestaat uit zes scholingsdagen en een aantal lesobservaties verdeeld over een schooljaar. Om de opbrengsten van de scholing goed te borgen, wordt een aantal docenten vervolgens geschoold tot taalcoach. In deze scholing maken zij zich competenties eigen om collega’s te ondersteunen bij de vormgeving van taalgericht vakonderwijs. De taalcoach speelt een belangrijke rol bij de implementatie van taalgericht vakonderwijs.

De docenten Ankie Loor (Nederlands en wiskunde) en Tim Helwegen (scheikunde en natuurkunde) zijn de eerste twee docenten die komend schooljaar als taalcoach gaan functioneren. “Als coach help je collega’s in de klas om de principes van taalgericht vakonderwijs toe te passen”, vertelt Ankie. “Die principes zijn universeel, maar je zoekt samen welke manieren en vormen het beste passen bij de betreffende docent en bij het vak.” “Naast vakspecifieke termen, zijn er ook veel termen die bij vrijwel alle vakken voorkomen”, voegt Tim toe. “Als coach maak je docenten ervan bewust dat het belangrijk is dat je niet alleen aandacht besteedt aan je ‘eigen vaktaal’, maar ook aan woorden die bij alle vakken veel voorkomen.”

Biebcrew

Naast het taalgerichter maken van het vakonderwijs, neemt de school initiatieven om leerlingen leesplezier te laten ervaren. “Lezen en leesplezier bevorderen de leesmotivatie en de leesvaardigheid van leerlingen”, zegt Chantal Aarts, coördinator van de onlangs ingerichte schoolbibliotheek. In samenwerking met leesconsulenten van de bibliotheek in Roermond organiseert Chantal allerlei leesbevorderende activiteiten.

“Als je niet leest, weet je ook niet wat leesplezier is. We organiseren daarom allerlei activiteiten waarmee we leerlingen verleiden om te lezen voor hun plezier, dus zónder dat er een opdracht aan vast zit. We hebben bijvoorbeeld een ‘biebcrew’ opgezet, een groep leerlingen die graag leest. Zij proberen op allerlei manieren om klasgenoten aan het lezen te krijgen. Ook hebben we het boek van de maand en gaan we komend schooljaar starten met boekenclubs waar leerlingen op vrijwillige basis aan mee kunnen doen. Je moet dat zeker niet afdwingen, maar we zorgen wel voor een ‘beloning’, bijvoorbeeld een barbecue aan het eind van het jaar. Verder nemen we ons boekenaanbod kritisch onder de loep. Zo komen er bijvoorbeeld meer boeken voor onervaren lezers, meer boeken met audio-ondersteuning en meer boeken voor jongens.”

Omdat het belangrijk is dat kinderen ook thuis worden gestimuleerd om te lezen, heeft Carine een ouderavond georganiseerd voor de onderbouw. “We hebben de ouders informatie gegeven over het belang van lezen en leesplezier en hebben verteld wat ze thuis kunnen doen om hun kinderen aan het lezen te krijgen.”

Bewustwording

Het is nog te vroeg om meetbare resultaten van de nieuwe aanpak te rapporteren, maar er is één effect dat nu al zichtbaar is en waar niemand omheen kan: bewustwording. “Docenten zijn bewust bezig met taal en kijken op een andere manier naar hun vakonderwijs”, zegt taalcoach Ankie. “Ze hebben het gevoel dat ze het probleem nu effectiever kunnen aanpakken doordat ze concrete handvatten hebben. Ik zie in mijn eigen lessen trouwens ook dat een aantal leerlingen bewuster is geworden van het belang van taal en lezen.” “Aanvankelijk waren collega’s soms sceptisch, omdat deze manier van lesgeven wat meer voorbereidingstijd kost”, zegt taalcoach Tim. “Je moet je lessen immers ook in talige zin voorbereiden. Nu zijn ze positiever, omdat ze zien wat het doet met leerlingen.”

Op verschillende manieren zullen de resultaten van het project de komende jaren worden gemonitord. Zo moeten de uitkomsten van de VAS-toetsen (tweemaal per jaar) laten zien hoe de nieuwe aanpak zich vertaalt in resultaten. En om in kaart te brengen hoe de leerlingen de nieuwe manier van lesgeven waarderen, wordt aan het begin en aan het eind van het komende schooljaar de vragenlijst die bij de nulmeting is gebruikt weer afgenomen.

Yuvertabreed

Er zijn ook aandachtspunten, vertelt Carine. “Het is storend en ongewenst dat er door de scholing lesdagen uitvallen. Om dat te beperken hebben we de scholing het komende jaar anders opgezet. En in de toekomst is de facilitering een aandachtspunt. Als het project is afgelopen, en de aanpak goed is geïmplementeerd, dan moet de facilitering van bijvoorbeeld de coaches ook gegarandeerd zijn.”

Ik ben ervan overtuigd dat het succes in sterke mate is te danken aan het enthousiasme en de daadkracht waarmee de betrokkenen hiermee aan de slag zijn gegaan

De school kreeg het afgelopen jaar inspectiebezoek. “Zij waren zeer gecharmeerd van het project en van de aanpak”, vertelt schoolleider Marion. “Ik ben ervan overtuigd dat het succes in sterke mate is te danken aan het enthousiasme, de bevlogenheid en de daadkracht waarmee de betrokkenen hiermee aan de slag zijn gegaan. We willen dit voortzetten en goed borgen, maar we willen ook graag een voorbeeld zijn voor andere scholen, om te beginnen binnen Yuverta. Daarom gaan we onderzoeken of onze taalcoaches hun kennis en ervaring kunnen vertalen in een aanbod voor de Yuverta Academy. Het zou fantastisch zijn als er straks Yuvertabreed taalgericht vakonderwijs wordt gegeven.”

Lees ook de wetenschappelijke reflectie op dit praktijkvoorbeeld

We hebben wetenschappers verbonden aan de Kennistafel Effectief Leesonderwijs gevraagd te reflecteren op de praktijkvoorbeelden. Wat herkennen zij vanuit de theorie en welke aanbevelingen hebben zij voor de scholen in de praktijkvoorbeelden én de lezer die aan de slag wil met het leesonderwijs op de eigen school? Deze wetenschappelijke reflectie is geschreven door Els Stronks, Hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht.
 

Globale indruk

Het praktijkvoorbeeld laat zien dat de school doordacht en goed bezig is. Er zijn inmiddels positieve effecten, onder andere omdat zoveel docenten meetrekken en lezen. Goed om te lezen dat de school ook een ander imago heeft gekregen. Goed te zien hoe doelen stellen, middelen beschikbaar stellen en training met elkaar verbonden zijn en effectief beleid tot stand is gekomen. Dat dit alles zo goed wordt gedocumenteerd in een verslag is ook goed. De effecten van innovaties worden zo geregistreerd en dat verkleint de kans dat je innovaties ongemerkt weer kwijtraakt.
 

Leestijd van leerlingen

Een mogelijke verklaring voor de tegenvallende resultaten na het vereenvoudigen van de leesstof voor leerlingen, zou kunnen zijn dat de tijd die leerlingen zelf besteden aan lezen afneemt. Dit komt doordat de inhoud van de tekst wordt uitgelegd, in plaats van dat de leerlingen de tekst zelf lezen. Misschien is in de nulmeting al rekening gehouden met de daadwerkelijke leestijd van leerlingen, of kan deze vanaf nu worden bijgehouden om te zien of dit een factor is in het succes.
 

Schoolbreed beleid

We weten dat leraren veel invloed hebben op resultaten van taalonderwijs, dus goed om in te zetten op alle leraren op een gelijke manier bij het verbeterproces te betrekken. Onderbouwing daarvoor is bijvoorbeeld te vinden in Tatie (2012) en Marzano (2003). Het is dus ook heel goed dat er aandacht is voor kennis over leesonderwijs onder docenten. Wat precies de rol van de docenten Nederlands hierin is (zij trainen andere leesvaardigheden dan andere docenten, net als alle docenten voor hun vak specifieke leesvaardigheden voor ogen hebben, zie het punt hierna) zou nog wat scherper kunnen. Zijn hebben specifieke kennis over lezen, wordt dit ook gebruikt en ingezet of op zijn minst verbonden met de TV-geschoolde docenten, om zo schoolbreed nog meer reliëf te geven? Want het is goed denkbaar dat docenten Nederlands de andere docenten bijvoorbeeld goed kunnen helpen met het lezen van fictie en literatuur met leerlingen. Belangrijk om te weten: alle vormen van lezen dragen bij aan wat een leerling leert door te lezen, namelijk het verbinden van de betekenis van woorden met de wereld in jezelf, en de wereld om je heen.
 

Doelen van de innovatie

De doelen van het project, namelijk het verbeteren van de resultaten van vakonderwijs en het vergroten van de leesvaardigheid, kunnen wellicht nog specifieker geformuleerd worden om de voortgang beter te kunnen meten. Het kan al helpen om deze doelen te koppelen: door de leesvaardigheid van leerlingen te verbeteren, kunnen de opbrengsten van het vakonderwijs toenemen. Hierbij is het belangrijk om per vak na te denken over wat het doel is van het verbeteren van de leesvaardigheid: wat houdt lezen in en welke vaardigheden zijn daarvoor nodig in elk vak? Voor scheikunde zijn deze vaardigheden anders dan voor geschiedenis, en voor economie weer anders dan voor wiskunde. Docenten kunnen vaak goede omschrijvingen geven van wat zij van leerlingen verwachten. We weten dat in de onderbouw van het voortgezet onderwijs de motivatie van leerlingen sterk afhankelijk is van hun leesvaardigheid (zie bijvoorbeeld Van Bergen e.a. 2023). Dus, door leesvaardiger te worden, zullen leerlingen lezen ook prettiger (en gemakkelijker) gaan vinden.

De TVO-geschoolde docenten leren te werken met taaldoelen, betekenisvolle contexten, interactie, taalsteun en evaluaties. Het zou nuttig zijn om voorbeelden van hoe dit in de lessen wordt toegepast, breed te verspreiden. Aangezien dit veel aandachtspunten zijn, is het wellicht verstandig om per jaar of per geobserveerde les een selectie te maken en niet alles tegelijk te willen aanpakken.

Een aandachtspunt is dat het aanleren van woordenschat lijkt te fungeren als een zesde doel of principe. Dit kan wellicht beter geïntegreerd worden in de andere doelen en activiteiten. We weten dat meer lezen leidt tot een grotere woordenschat, en een grotere woordenschat is een goede voorspeller van het leesniveau (Suskind 2015).
 

Rol van spreken en luisteren in leesonderwijs

Op het gebied van interactie is mogelijk nog winst te behalen. Misschien is dit punt hier wat te kort beschreven, want mondelinge interactie ter bevordering van leesvaardigheid omvat meer dan alleen het stellen van vragen (Gijsel, 2012). Bij spreken komt ook aandacht voor luisteren. Begrijpend luisteren houdt in dat leerlingen leren betekenis toe te kennen aan gesproken taal en zo toegang krijgen tot de wereld die taal schept. Dit betekent dat ze relevante informatie uit de gesproken taal selecteren en verwerken, en leren om irrelevante informatie te negeren. Om betekenis toe te kennen, kunnen ze verschillende expertises gebruiken: hun woordenschat en grammaticale kennis, hun vermogen om voorkennis te activeren, en wat ze horen relateren aan wat ze al weten over het onderwerp en de achterliggende wereld. Specifiek voor leren luisteren is het ontwikkelen en gebruiken van luisterstrategieën (Bourdeaud’hui et al., 2018). We weten dat leerlingen een actieve luisterhouding moeten aannemen om tot een diepe verwerking van de gesproken taal te komen, wat betekent dat ze een beredeneerde betekenis opbouwen. Dit is precies wat ze ook bij lezen moeten doen, en deze vaardigheden versterken elkaar.


​Referenties


Bergen, E., Hart, S. A., Latvala, A., Vuoksimaa, E., Tolvanen, A., & Torppa, M. (2023). Literacy skills seem to fuel literacy enjoyment, rather than vice versa. Developmental Science, 26(3), 1-11. Article e13325. https://doi.org/10.1111/desc.13325d


Bourdeaud’hui, H., Aesaert, K., Van Keer, H., & Van Braak, J. (2018). Identifying student and classroom characteristics related to primary school students’ listening skills: A systematic review. Educational Research Review, 25, 86-99. https://doi.org/10.1016/j.edurev.2018.09.005


Baines, E., Blatchford, P., Kutnick, P. (2016). Promoting effective group work in the classroom. Routledge. https://doi.org/10.4324/9781315730363.


Gijsel, M., & Van Druenen, M. (2011). Opbrengstgericht werken aan mondelinge taalvaardigheid. Expertisecentrum Nederlands.


Hattie, J. (2012). Visible learning for teachers: Maximizing impact on learning. Routledge,


Marzano, R. J. (2003). What works in schools: Translating research into action. ASCD.


​Suskind, D. (2015). Thirty million words: Building a child’s brain. Dutton.