Aanscherping toezicht: expliciete aandacht voor basisvaardigheden en verkorting doorlooptijden en hersteltermijnen

26 juli 2022

Gerichte aandacht voor de basisvaardigheden en snellere doorlooptijden bij het vaststellen van de onderzoeksrapporten van de Onderwijsinspectie. Dat zijn de belangrijke veranderingen die al komend schooljaar in het toezicht worden doorgevoerd. Daarnaast zal de inspectie de hersteltermijnen voor herstelopdrachten verkorten. Deze maatregel gaat uiterlijk in het vierde kwartaal van dit jaar in.

In zijn Kamerbrief bij de aanbieding van de herziene Onderzoekskaders die per 1 augustus van kracht worden, maakte de minister bekend dat de inspectie scherper zal toezien op de wettelijke eisen rondom basisvaardigheden. Hij betitelt dit als een startpunt voor een verdergaande aanscherping in zijn streven om ‘de lat omhoog’ te krijgen en stut de kabinetsambities zoals geformuleerd in het Masterplan Basisvaardigheden. De minister streeft naar de introductie van een aparte standaard ‘basisvaardigheden’ in de Onderzoekskaders die vanaf volgend schooljaar in werking treden. 

De VO-raad benadrukt dat scherper toezicht en sneller ingrijpen op zichzelf nog geen waarborg is voor een betere onderwijskwaliteit en blijft pleiten voor zorgvuldigheid in het proces.

Basisvaardigheden in Onderzoekskaders

Voor het eerst is er in het Onderzoekskader VO ook aandacht voor de basisvaardigheden taal, rekenen/wiskunde, en burgerschap. Dit heeft o.a. zijn beslag gekregen in de kwaliteitsgebieden (Be)Sturing, Kwaliteitszorg en Ambitie op school-  en bestuursniveau. Van zowel schoolleiding als bestuur wordt dus verwacht dat zij een visie ontwikkelen en actief sturen op specifieke doelen voor bijvoorbeeld taal en rekenen.

De VO-raad heeft zich hierover kritisch uitgelaten. Dat besturen een specifieke verantwoordelijkheid kennen voor de inrichting van een goed functionerend systeem van kwaliteitszorg staat buiten kijf, maar de raad vindt deze specifieke uitwerking voor de basisvaardigheden erg gedetailleerd en mist een juridische onderbouwing voor deze explicitering. Daarnaast is er geen heldere lat voor basisvaardigheden in het vo en daardoor geen landelijk ‘ijkpunt’ voor de verwachte beheersing hiervan. Resultaten op basisvaardigheden maken ook geen onderdeel uit van het onderwijsresultatenmodel.  Verder staat het haaks op de beweging dat docententeams en schoolleiders zelf meer in the lead moeten zijn wat betreft de vakinhouden. 

Doorlooptijden onderzoeksrapporten verkort 

De minister heeft in de Kamerbrief ook aangekondigd aanscherpingen te doen in het verkorten van reactietermijnen. De inspectie gaat vanaf het nieuwe schooljaar 2022/2023 al werken met verkorte doorlooptijden bij de totstandkoming van onderzoeksrapporten. De verkorting houdt het volgende in: 

  • Als het bestuur het conceptrapport heeft ontvangen, kan het bestuur voortaan in de daaropvolgende twee weken reageren, in plaats van vier weken. 
  • Vervolgens verwerkt de inspectie deze reactie eveneens binnen twee weken en stelt de inspectie dan het rapport definitief vast. 
     

Onveranderd is dat de inspectie het rapport openbaar maakt in de – wettelijk vastgelegde - vijfde week na de vaststelling. In het wetsvoorstel uitbreiding bestuurlijk instrumentarium dat nu voorligt in de Eerste Kamer wordt voorgesteld ook deze termijn te verkorten, en wel naar publicatie in de derde week na vaststelling.

De VO-raad heeft de inspectie erop gewezen dat de verkorting van de reactietermijn tot twee weken het risico van een onzorgvuldige interne bespreking van het rapport met zich mee kan brengen. Het bestuur zal het conceptrapport willen bespreken met de Raad van Toezicht, schoolleiding en (G)MR en dan is de periode van 4 weken al kort. De inspectie heeft bij de VO-raad aangegeven dat een bestuur bij de betreffende inspecteurs desgewenst een verzoek kan doen om hiervoor meer tijd in te ruimen. 

Ook heeft de inspectie het voornemen om de termijnen voor herstelopdrachten te verkorten en werkt nu uit bij welke type herstelopdrachten dit mogelijk is. Uiterlijk in het vierde kwartaal van dit jaar komt hierover meer duidelijkheid.  De minister komt hierop terug in zijn Kamerbrief over het toezicht. Deze brief zal ook de uitwerking van de ambities uit het coalitieakkoord bevatten.  
 

Over het Onderzoekskader 2021 
De inspectie heeft recent het Onderzoekskader - dat stamt uit 2017 - meer ingrijpend herzien. De veranderingen betreffen o.a. een scherper onderscheid tussen de waarborgende en stimulerende rol en een duidelijk onderscheid tussen toezicht op bestuur, school en stelsel. 

Onderzoekskaders worden gemaakt voor de diverse onderwijssoorten (po, vso, vo, mbo) en bevatten nadere uitwerkingen voor specifieke toepassingen zoals de samenwerkingsverbanden passend onderwijs, ISK, doorlopende leerroutes vmbo-mbo e.d..  

In de Onderzoekskaders wordt beschreven hoe het onderzoek door de inspectie in zijn werk zal gaan. De Onderzoekskaders bestaan uit twee delen: een waarderingskader waarin staat wat de inspectie onderzoekt en een werkwijze waarin staat beschreven hoe de inspectie het onderzoek inricht. De Onderzoekskaders geven daarnaast aan hoe de inspectie tot oordelen en bevindingen komt. 

Sinds de invoering van de 'Wet doeltreffender regeling van het onderwijstoezicht' (initiatiefwet Bisschop c.s. ) worden de Onderzoekskaders voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer.