Adviesrapport: kansen om evidence-informed werken verder te verankeren in het onderwijs

19 november 2024

Het belang van evidence-informed werken wordt breed onderschreven in het funderend onderwijs en veel onderwijsprofessionals werken (gedeeltelijk) ook al op deze manier. Om het evidence-informed werken in het onderwijs echt verder te kunnen brengen, is echter nog wel actie vereist vanuit schoolbestuurders en schoolleiders, leraren en de overheid. Dit concluderen onderzoekers van Sardes en SEO in hun recent verschenen advies ‘Kennisgedreven onderzoek’, dat in opdracht van het ministerie van OCW is opgesteld. In het adviesrapport doen ze ook een aantal aanbevelingen aan de genoemde groepen.

Met het onderzoek wilde OCW in kaart brengen in hoeverre al evidence-informed* wordt gewerkt in het funderend onderwijs en welke kansen en knelpunten er nog liggen op dit vlak. Het onderzoek is bedoeld als nulmeting; in de toekomst kan zo de ontwikkeling worden gemonitord en kan worden onderzocht of verdere maatregelen – waaronder een geplande wettelijke verankering van evidence-informed werken – effect sorteren.  

Kritisch op wettelijke verankering en rol van toezicht  
De VO-raad is een warm pleitbezorger voor het evidence-informed werken in de sector, maar ziet meer nadelen dan voordelen aan een wettelijke verplichting. Kennisgedreven werken kan op veel manieren en heeft veel verschijningsvormen binnen teams en scholen en de effectiviteit van de aanpak hangt ook nauw samen met de context van een school. Het is niet eenvoudig om aan een aanpak of werkwijze objectieve eisen te verbinden op basis waarvan de inspectie haar toezicht kan inrichten. Ook brengt wettelijke verankering het risico met zich mee dat het voldoen aan de inspectiestandaard het belangrijkste doel wordt, in plaats van het vormgeven van een onderbouwd en doordacht schoolbeleid. In onze optiek zou de rol van het toezicht hierin beperkt moeten blijven tot een stimulerende rol. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting eind dit jaar ter (internet)consultatie voorgelegd.   


Een van de conclusies in het onderzoek is dat het belang van evidence-informed werken breed wordt onderschreven en dat een ruim aantal van de bevraagde onderwijsprofessionals al (gedeeltelijk) evidence-informed werkt. Hierbij lijken schoolleiders relatief beter bekend met evidence-informed werken dan leraren en ondersteuningscoordinatoren en lijken zij dit ook meer toe te passen. Dit beeld kan echter wat vervormd worden doordat een aantal leraren in het onderzoek aangeeft niet evidence-informed te werken, maar dit bij doorvragen (soms) toch onbewust al blijkt te doen.  

In het onderzoek wordt echter ook vastgesteld dat evidence-informed werken nog niet op alle scholen terugkomt en dat er grote verschillen zijn in de mate van toepassing en de kennis en vaardigheden van onderwijsprofessionals op dit vlak. Er is nog actie nodig om deze werkwijze verder te brengen in de sector, zo wordt geconcludeerd. Op basis van door de respondenten genoemde succesfactoren en nog bestaande knelpunten voor het ‘evidence-informed kunnen werken’, doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen aan onder meer schoolleiders en -bestuurders en de overheid.  

Een aantal van de aanbevelingen voor bestuurders en schoolleiders:  

  • Formuleer een inspirerende visie en missie rond evidence-informed werken. 
  • Creëer randvoorwaarden in tijd, ruimte en financiële middelen. Bijvoorbeeld door ontwikkeltijd in het jaarrooster te plannen voor zaken als gezamenlijke studiedagen, reflectiemomenten, collegiale consultatie en/of praktijkgericht onderzoek. Ook investeren in het toegankelijk maken van literatuur, databases en lidmaatschappen van platforms die toegang bieden tot wetenschappelijke publicaties en 
    onderzoek kan hier onderdeel van zijn.   
  • Bevorder een professionele leercultuur waarin leraren ook worden aangemoedigd om nieuwe evidence-informed benaderingen uit te proberen en te reflecteren op hun effectiviteit. In het verlengde hiervan kunnen professionele leermeenschappen (PLG's) van leraren worden ondersteund. 
  • Stimuleer samenwerking tussen onderwijsprofessionals van diverse scholen, waarbij leraren van verschillende scholen binnen een schoolbestuur bijvoorbeeld samen deelnemen aan (na)scholingsactiviteiten, trainingen of workshops gericht op de versterking van evidence-informed werken. 
  • Maak verbindingen tussen wetenschap en schoolpraktijk. Bijvoorbeeld door een partnerschap aan te gaan met een universiteit of onderzoeksinstelling om praktijkgericht onderzoek te doen en toe te passen.
     

Daarnaast pleiten de onderzoekers er richting de overheid onder meer voor om de landelijke infrastructuur  verder uit te bouwen: zorg voor structurele middelen, voorzieningen en ondersteuningsaanbod (o.a: overzichten van bronnen, handreikingen, masterclasses en praktijkvoorbeelden). Ook moet er meer aandacht komen voor evidence-informed werken in initiële en post-initiële  opleidingen voor onderwijsprofessionals. 

 

Op de themapagina van Voortgezet Leren over kennisgedreven werken kun je praktijkvoorbeelden, instrumenten, lees- en luistertips en bijeenkomsten vinden die helpen om het evidence-informed werken op jouw school naar een hoger niveau te tillen.  

 

* Onder evidence-informed werken verstaan we: systematisch en cyclisch werken aan onderwijsverbetering door gebruikmaking van kennis en inzichten uit wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek en data (alsook de eigen praktijkervaring). Op basis hiervan worden gefundeerde keuzes gemaakt over lesmethodes en beleidsvoering, met inachtneming van de schoolcontext. De VO-raad hanteert de term ‘kennisgedreven werken’.