Burgerschapsonderwijs belangrijke spil in de acceptatie van lhbti-leerlingen
30 september 2021
Donderdag 30 september 2021 heeft de Tweede Kamer het debat gevoerd over ‘een school die leerlingen dwingt voor hun geaardheid uit te komen’. Aanleiding waren incidenten die hebben plaatsgevonden op de Gomarus en het onderzoek dat de Onderwijsinspectie heeft uitgevoerd naar aanleiding van deze incidenten.
Waar de meningen over het herzien van artikel 23 uiteen liepen, vond men elkaar wel in de meerwaarde van goed burgerschapsonderwijs. Dit kan veel leed voorkomen en bijdragen aan de acceptatie van lhbti-jongeren, aldus de Kamer.
Volgens D66'er Paul van Meenen gaat het niet om ‘incidenten’ zoals de SGP stelt, maar om een ‘patroon’ van handelen, op deze school specifiek. D66 pleit voor het versterken van de rol van de inspectie: “meer onaangekondigde inspectie-bezoeken zouden hier zeer op zijn plek zijn geweest. We moeten alles op alles zetten om een goed en veilig onderwijsklimaat te waarborgen zodat elke leerling een fijne schooltijd heeft.” PvdA vatte het samen met: ‘Vrolijk, fijn en veilig’.
Rol burgerschapsonderwijs
Om misstanden in de toekomst in Gorinchem en elders te voorkomen, willen de democraten - en ook PvdA, VVD, SP, Volt, PvdD en GroenLinks - artikel 23 in de grondwet ‘moderniseren’. Daarin staat nu: ‘De overheid stelt alleen eisen aan de kwaliteit van het onderwijs.’ Progressieve politici willen ook vastleggen dat scholen straks geen leerlingen meer kunnen weigeren op grond van levensbeschouwing. Ook moeten álle onderwijsinstellingen meer insteken op kansengelijkheid en burgerschapsonderwijs (diversiteit en seksuele vorming). PvdA: “Het kan niet zo zijn dat je wel homo mag zijn, maar niet homo mag doen …"
Gesteggel over wetsherziening
CDA, ChristenUnie, SGP, PVV en Forum voor Democratie vinden het niet nodig om de wet op deze punten aan te passen, omdat een ongelijke behandeling van lhbti-leerlingen nu ook al strafbaar is. Daarnaast zijn de gebeurtenissen op de Gorinchemse school volgens de SGP en anderen, zoals ook DENK, ‘afschuwelijk en vreselijk’, maar zeggen ze niets over de kwaliteit en voordelen van het bijzonder onderwijs in Nederland. DENK: “Je moet deze voorvallen niet plakken op het bijzondere onderwijs. Scholen die het prima en goed doen, breng je daarmee onrecht toe.” Het CDA: “De school in kwestie erkent het probleem en pakt het nu aan.”
Reactie minister Slob
In aanloop naar het debat schreef demissionair onderwijsminister Slob al de situatie op het Gomarus ‘ernstig en zorgwekkend’ te vinden. Slob: Het kan niet zo zijn dat er leerlingen zijn voor wie de situatie op school ongelijkwaardig en onveilig is. Er moet op meerdere punten een forse inspanning van het bestuur en de leraren volgen.” Onderzoek in januari moet uitwijzen of aan de opdrachten van de inspectie is voldaan, zoals een veilige leeromgeving en goede afspraken met het personeel.
De minister meldde tijdens het debat dat de school aan de slag is met de geëiste verbeteringen. Hij wil zelf bij een wetsevaluatie de lijst aanpassen van incidenten waarover een school melding moet maken bij de inspectie, zodat onveilige situaties voor lhbti’ers daar voortaan ook onder vallen. Ook grijpt de inspectie nu ook bij individuele signalen van misstanden rondom een school passend in, eventueel door onverwachte inspecties. Tot slot wil Slob dat scholen vaker in overleg gaan met lhbti-organisaties over een veilig schoolklimaat.
Update 6 oktober: moties
Tijdens het debat is een aantal moties ingediend, waar op 5 oktober over werd gestemd. De onderstaande moties zijn aangenomen:
- verzoek aan de regering om de Inspectie van het Onderwijs opdracht te geven altijd werk te maken van individuele meldingen en signalen van onveiligheid.
- verzoek aan de regering om identiteitsverklaringen in het onderwijs te verbieden.
- verzoek aan het kabinet om op de kortst mogelijke termijn alles in gang te zetten om ervoor te zorgen dat de meldingsplicht voor scholen bij de inspectie in geval van incidenten, wordt uitgebreid met zaken die betrekking hebben op de (sociale) veiligheid en het welbevinden van leerlingen.