Centraal aanmeldmoment voor vo vanaf schooljaar 2023-2024
08 februari 2022
Er is hierbij bewust voor een aanmeldmoment in de week van 1 april gekozen; nádat er eventuele bijstellingen van het schooladvies hebben plaatsgevonden. Hiermee moet ondervangen worden dat leerlingen die een bijstelling krijgen, geen plek meer kunnen vinden op hun niveau/school van voorkeur. Bijkomend voordeel hierbij is ook dat vo-scholen dan niet meer laat in het jaar te maken krijgen met wijzigingen van leerlingenaantallen.
De VO-raad heeft in aanloop naar de behandeling in de Kamer onder de aandacht gebracht groot voorstander te zijn van dit centrale aanmeldmoment en heeft hierbij gepleit voor de datum van (uiterlijk) 1 april, in plaats van de eerder voorgestelde datum van 1 mei.
Om dit nieuwe aanmeldmoment mogelijk te maken, schuift de afnameperiode van de eindtoets op naar de eerste helft van maart en zit er minder tijd tussen het geven van het schooladvies en het afnemen van de toets. Dit laatste moet ook toetstraining tegengaan.
De eindtoets verandert met dit wetsvoorstel verder in een doorstroomtoets. Voor deze naamswijziging is gekozen om te benadrukken dat scholen op meerdere momenten kijken hoe leerlingen ervoor staan.
‘In beginsel’ bijstellen schooladvies bij hogere toetsscore
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer afgelopen september is een amendement van de VVD aangenomen dat regelt dat bij een hogere eindtoetsscore het schooladvies in beginsel steeds naar boven wordt bijgesteld. Daarbij geldt als uitgangspunt dat het bevoegd gezag het schooladvies bijstelt naar het niveau dat uit de doorstroomtoets blijkt. Wanneer er meer dan één schoolniveau verschil bestaat tussen het schooladvies en de uitslag van de doorstroomtoets, kan het bevoegd gezag het schooladvies ook naar een tussengelegen niveau bijstellen. Ook kan het bevoegd gezag – onderbouwd - besluiten om het advies, ondanks de hogere toetsscore, niet bij te stellen.
Overheid blijft een doorstroomtoets aanbieden
In het oorspronkelijke wetsvoorstel werd geregeld dat de door stichting Cito aangeboden Centrale Eindtoets zou verdwijnen, en dat po-scholen enkel gebruik zouden kunnen maken van eindtoetsen (straks: doorstroomtoetsen) aangeboden door de marktpartijen. De reden hiervoor was dat het systeem in de huidige situatie een ‘hybride stelsel’ kent, waarbij én de overheid én de markt toetsen aanbieden, en het toezicht hierop verschillend is. Dit is een zeer kwetsbaar systeem, aldus de minister. Middels een aangenomen amendement van de SP en GroenLinks is de wet nu echter zo aangepast dat de overheid toch ook zelf een doorstroomtoets blijft aanbieden (aangeboden door Cito), maar dat deze toets in het stelsel van kwaliteitszorg (denk aan normering, erkenning, toelating) gelijk getrokken wordt met de toetsen van de marktpartijen.
Een eerste stap
In het debat tussen de senatoren en minister werd duidelijk dat geen van allen vinden dat met deze wetswijziging de stap naar een kansrijker onderwijsstelsel volledig gezet is. Er klonk een roep om meer brede brugklassen, het voorkomen van kansenongelijkheid in toetstraining en een nieuwe visie op het onderwijsstelsel.
Wiersma beaamde dat er meer nodig is voor een toekomstbestendig kansrijk stelsel. Momenteel werkt het ministerie van OCW aan een reactie op het Onderwijsraadadvies ‘Later selecteren, beter differentiëren’; dit moet meer duidelijkheid bieden over de kabinetsplannen op dit vlak. Bij deze reactie worden ook de bredere ambities uit het coalitieakkoord voor kansengelijkheid betrokken.