Commissie Onderwijsbevoegdheden publiceert eindverslag met advies
01 februari 2021
Het vertrekpunt van de commissie was het rapport ‘Ruim baan voor leraren’ van de Onderwijsraad uit 2018. De adviezen en schetsen uit dat rapport dienden uitgewerkt te worden. In januari zou de commissie een tussenrapport opleveren. Vanwege het ontbreken van consensus over een aantal punten is in plaats daarvan een verslag van de werkzaamheden gepresenteerd aan OCW, namens voorzitter Paul Zevenbergen. Hiermee zijn de werkzaamheden van de Commissie Onderwijsbevoegdheden tot een eind gekomen en is het gepubliceerde verslag tevens het eindrapport.
Consensus over aantal punten
De commissie geeft aan op veel vlakken consensus te hebben bereikt en presenteert een groot aantal punten waarop verder gebouwd kan worden. Zo pleit de commissie voor het laten bestaan van de bevoegdheid uit vier bekwaamheidsgebieden, waarbinnen leraren zich kunnen specialiseren in een bepaald palet aan vakken of leergebieden:
- een vakinhoudelijk deel;
- een vakdidactisch deel;
- de ontwikkelingsfase van de leerling;
- een gemeenschappelijk leraarsdeel, waaronder de pedagogiek, de professionele identiteit en ethiek van de leraar als lid van een onderwijsgemeenschap.
Verder wordt gepleit voor het verbreden van Samen Opleiden, verdere flexibilisering van de lerarenopleidingen, een betere begeleiding van startende leraren en een stevig strategisch personeelsbeleid.
Over verschillende punten is binnen de commissie geen overeenstemming bereikt:
- het invoeren van een eenmalige bevoegdheid als startbewijs tot het beroep van leraar;
- het expliciet verplicht stellen van het masterniveau om les te geven aan de bovenbouw van de havo en het vwo;
- het opleiden tot een bredere bevoegdheid (waarbij een bevoegdheid wordt afgegeven voor meerdere vakken).
Vervolgstappen
De commissie concludeert dat het onderwijs ‘top-instromers nodig heeft’. Dat vraagt om een bevoegdhedenstelsel dat aantrekkelijke en flexibele loopbanen biedt voor leraren van het hoogste niveau. Daar horen ook aantrekkelijke, flexibele en hoogwaardige lerarenopleidingen bij, die de student centraal stellen en waarderen wat die student al kent en kan, aldus de commissie. Veranderingen in het stelsel zijn dus onontkoombaar.
Er is inmiddels een aantal stappen gezet, bijv. het Bestuursakkoord met de lerarenopleidingen, waarin de lerarenopleidingen zich extra inspannend om de opleidingen beter aan te laten sluiten op de behoeften van studenten en scholen. Het advies is om bij de uitvoering van het akkoord de vier eerder vastgestelde bekwaamheidsgebieden te betrekken.
Verder beklemtoont de commissie dat een goede samenspraak met de sector en verdere samenwerking in de ‘driehoek’ van leraren, lerarenopleidingen en scholen/schoolbesturen essentieel zijn.
VO-raad: teleurgesteld in uitkomst commissie, zoveel mogelijk doorpakken
De VO-raad is teleurgesteld dat de commissie niet met een aantal duidelijke richtingen is gekomen voor herziening van het bevoegdhedenstelsel. Dat is in de ogen van de VO-raad noodzakelijk om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten en specifiek het werken in het onderwijs voor zij-instromers te verbeteren. De urgentie blijft onverminderd hoog. De VO-raad pleit al jaren voor een herziening van dit stelsel, en zal zich daarvoor blijven inzetten. Er zijn nog steeds concrete knelpunten, bv. In het 10-14 onderwijs, het vmbo en de overgang tussen vmbo-mbo. Ook de voltallige commissie concludeert dat een aantal van deze knelpunten geadresseerd moet worden.