CPB: Draai eindtoets en schooladvies om
01 april 2019
Het CPB ontdekte dat leerlingen vaker van niveau wisselen wanneer de informatie uit de eindtoetsen niet wordt benut bij het advies. Leerlingen die recht hadden op een heroverweging – maar waarvan het advies niet bijgesteld is – wisselen vaker van niveau dan leerlingen waarvan het advies wel bijgesteld is (resp. 32% en 22%). Van de groep die geen bijstelling kreeg maar wel wisselde van niveau, stroomden de meeste leerlingen op naar een hoger niveau (87%).
Toetsadviezen beperkt vergelijkbaar
Verder blijkt uit de analyse dat de vergelijkbaarheid van de toetsadviezen nog te wensen over laat. Enerzijds zijn de verschillende eindtoetsen onderling niet goed vergelijkbaar, waardoor ook de adviezen niet vergelijkbaar zijn. Dit betekent dat het advies dat leerlingen krijgen op basis van de eindtoets, deels afhangt van welke toets zij hebben gemaakt. Hier wordt echter – door middel van het invoegen van ankeropgaven – aan gewerkt. Anderzijds is de toets niet voor alle leerlingen van even groot belang en hierdoor is het niet voor alle kinderen een goede indicatie van hun niveau.
VO-raad voor omdraaien volgorde
Het advies om de volgorde van het schooladvies en de eindtoets om te draaien volgt de lijn van het tijdens de Ledenvergadering aangenomen standpunt van de VO-raad. Ook het kabinet bracht eerder naar buiten dat zij ook voorstander zijn van de omgekeerde volgorde. In mei wordt de evaluatie naar de wet eindtoetsing po afgerond, waarna de Tweede Kamer in het voorjaar van 2019 wordt geïnformeerd over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Dan zal er ook duidelijkheid komen over het eventueel verplaatsen van het afnamemoment van de eindtoets naar de periode vóór het afgeven van het schooladvies.