Draagvlak scholen voor diagnostische tussentijdse toets
08 februari 2016
De diagnostische tussentijdse toets wordt momenteel door het College voor Toetsen en Examens (CvTE) ontwikkeld. Aanleiding voor de vragen vanuit de Kamer was een artikel van het onderwijsmagazine Didactief over de DTT. Dit artikel zorgde voor hernieuwde aandacht voor deze toets in de Kamer: diverse partijen vroegen zich af waarom de DTT nu tegen overheidskosten ontwikkeld wordt, terwijl de Kamer en diverse onderwijsorganisaties in 2013 hadden aangegeven geen brood te zien in het plan van staatssecretaris Dekker om deze toets in te voeren en verplicht te stellen in het vo. Dekker besloot toen zijn wetsvoorstel niet in stemming te brengen.
Het kabinet en de VO-raad hebben in 2014 in het sectorakkoord vo afgesproken om toch in een pilot te starten met de ontwikkeling van – een vooralsnog niet verplichte – DTT, omdat hier voldoende behoefte aan en draagvlak voor is bij vo-scholen. Momenteel nemen 280 scholen deel aan de pilot waarbinnen de toets ontwikkeld wordt (terwijl er maar 150 nodig waren), wat onderstreept dat veel scholen kansen zien in de toets.
De VO-raad is van mening dat de DTT kan bijdragen aan de realisatie van belangrijke ambities als meer opbrengstgericht werken en het bieden van meer maatwerk. Met behulp van de DTT krijgen docenten meer inzicht in waar precies leergroei mogelijk is bij individuele leerlingen, en kunnen zij vervolgens het onderwijs hier op afstemmen.
Gebruik voor verbetering onderwijs
De toets is nadrukkelijk gericht op gebruik binnen de eigen school ter ondersteuning van docenten om hun onderwijs verder te verbeteren, en zal niet worden ingezet om scholen te beoordelen op hun resultaten. De VO-raad pleit er ook voor om de toets niet verplicht te maken. Scholen en docenten moeten zelf kunnen beoordelen of de inzet van de DTT binnen de eigen instelling meerwaarde biedt, en voor welke leerlingen en bij welke vakken de toets wordt ingezet.
Staatssecretaris Dekker zal binnenkort een brief naar de Kamer sturen waarin hij onder meer nader ingaat op de bedoeling van de toets en de motieven van scholen om mee te doen met de pilot.