Huidige maatregelen tegen steeds problematischere personeelstekorten; deltaplan noodzakelijk
20 december 2023
Nieuwe cijfers over personeelstekort in het vo
Uit de trendrapportage arbeidsmarkt leraren blijkt dat personeelstekorten zijn toegenomen. Er is in het voortgezet onderwijs een landelijk tekort van 5,8% van de totale werkgelegenheid voor leraren (3800 fte) en 4,3% voor schoolleiders (125 fte). Ongeveer 60% van het totale personeelstekort zijn ‘verborgen’ tekorten. Ook de inschrijvingen voor de tweedegraadsopleidingen blijven met ongeveer 3% achter en bij de tekortvakken is dat zelfs 10%.
Hoewel de tekorten minder groot zijn dan in het primair onderwijs, zijn de zorgen voor de vo-sector niet minder. Bestuurders en schoolleiders in het vo staan steeds vaker voor het duivelse dilemma: stuur je een klas met leerlingen naar huis, vraag je voor de zoveelste keer aan een overbelast lerarenteam om een gat in het rooster op te vullen of kies je ervoor om buiten de wettelijke kaders naar oplossingen te zoeken?
In het werkplan bij het Onderwijsakkoord dat vorig jaar december door OCW en sociale partners is opgesteld, is afgesproken om gezamenlijk extra prioriteit te geven aan het aanpakken van knelpunten met betrekking tot bevoegdheden, opleiden, regionale samenwerking en onderwijstijd.
Aanpak knelpunten bevoegdhedenstelsel
Het IPTO-rapport laat na jaren van daling, een stijging zien van het percentage onbevoegd gegeven lessen (4%). Bij de bekende tekortvakken en in het vmbo is dit percentage het hoogst. Ook het aantal benoembaar gegeven lessen is aanzienlijk gestegen (9,6%), vooral in de leeftijdsgroep tot 35 jaar. Dit zijn veelal personen die nog een opleiding volgen. Daarnaast wordt een deel van de onbevoegd gegeven lessen, gegeven door een docent die wel een bevoegdheid heeft voor een ander vak.
Een van de grootste knelpunten in het bevoegdhedenstelsel is de koppeling tussen bevoegdheid en vak in het beroepsgerichte deel van het vmbo. De VO-raad werkt met de andere partijen in de Landelijke Werkgroep Bevoegd aan een oplossing hiervoor. In 2024 wordt o.a. gestart met een wetstraject voor ruimere bevoegdheden in het praktijkgerichte deel van het vmbo, door praktijkgerichte vakken te koppelen aan een breder bevoegdhedencluster. De VO-raad is verheugd dat op dit prangende punt eindelijk stappen worden gezet.
Dit voorjaar is een uitvraag gedaan naar casussen omtrent knelpunten in het bevoegdhedenstelsel waarbij voor het onderzoeken van een mogelijke oplossing, wettelijke experimenteerruimte zou kunnen helpen. Begin 2024 zal, met enige vertraging, bepaald worden voor welke door scholen ervaren knelpunten experimenteerruimte zal komen.
Opleiden van leraren
Momenteel wordt een Opleidingsberaad leraren (voorheen curriculumberaad) ingericht, waarin met lerarenopleidingen afspraken maken over de landelijke kaders voor het curriculum van de lerarenopleidingen en waar signalen uit het veld kunnen worden opgepakt. De VO-raad ziet dit als een belangrijke stap in het verbeteren van de aansluiting van de lerarenopleidingen op (de ontwikkelingen in) het funderend onderwijs. Dit wordt bevestigd door de uitkomsten van de Verkenning kwaliteit en positie lerarenopleidingen, waar onder andere uit blijkt dat de aansluiting van de opleidingen bij behoeften uit de praktijk nog niet vanzelfsprekend is. Een andere bevinding is dat door de lerarenopleidingen wel wordt gewerkt aan flexibilisering van de lerarenopleidingen, maar dat studenten en het werkveld hier nog weinig van merken. De VO-raad vindt het belangrijk voor de aantrekkelijkheid van het beroep dat lerarenopleidingen voldoende maatwerk bieden.
De samenwerking en afstemming tussen opleiders en scholen vindt lokaal al jarenlang plaats in de partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren en blijft in ieder geval in 2024 in de huidige vorm voortbestaan. De VO-raad vindt het belangrijk dat het platform de (door)ontwikkeling van het samen opleiden kan blijven ondersteunen, ook in verbinding met de vorming van onderwijsregio's.
Onderwijsregio’s vormen zich (maar er zijn ook zorgen)
De vorming van onderwijsregio’s voor het bestendigen van regionale samenwerking op arbeidsmarkt en opleiden is in volle gang. In 19 voorloper-onderwijsregio’s neemt het voortgezet onderwijs deel. De VO-raad heeft een eerste beeld van de stand van zaken gepubliceerd. De VO-raad staat als medeopsteller van het Werkplan Samen voor het beste onderwijs achter de ontwikkeling naar onderwijsregio’s, maar maakt zich zorgen over de snelheid die van onder meer het voortgezet onderwijs wordt verwacht in dit proces. Door korte deadlines en stringente subsidieregeling is er onvoldoende ruimte geweest voor de inhoud en uitwerking. De VO-raad pleit voor (meer) ruimte in het tijdpad om recht te doen aan de afgesproken lerende aanpak en om echt duurzame, inhoudelijk gedreven samenwerkingen tot stand te kunnen brengen in de regio’s. Ondanks (regionale) inzet op nieuwe instroom en behoud van personeel, blijft de onderwijssector komend decennia met een krappe arbeidsmarkt te maken houden. Scholen hebben ook andere manieren nodig om hier mee om te gaan.
Pilot onderwijstijd
Eén van de manieren om het onderwijs anders te organiseren, is het verlagen van onderwijstijd. Hiervoor richt de VO-raad samen met de bonden en het ministerie van OCW een pilot in. Doel van de pilot is om ruimte te creëren voor gezamenlijke ontwikkeltijd van leraren, door de onderwijstijd en lestijd te verlagen met behoud van kwaliteit. Een belangrijke voorwaarde voor de pilot is de toezegging van het ministerie van OCW dat scholen, gedurende de looptijd van de pilot, in goed overleg met de medezeggenschapsraad structureel minder uren onderwijstijd mogen inplannen zonder dat daar door de Onderwijsinspectie op wordt gehandhaafd. Scholen kunnen zich sinds 6 december aanmelden. De aanmeldperiode loopt tot 17 februari 2024. Meer informatie over de pilot is te vinden op de website van VOION.
Deltaplan nodig om tij te keren
Scholen zetten alle zeilen bij om zo goed mogelijk onderwijs te bieden, maar kunnen het personeelstekort niet alleen oplossen. Alle betrokkenen zullen keuzes moeten maken om ook in de toekomst met een aanhoudend personeelstekort om te gaan (zie Onderwijsraad ‘Schaarste schuurt’). Dit betekent dat de huidige aanpak om personeel te binden, te boeien en te behouden voor het onderwijs, nodig blijft. Een nieuw kabinet moet hierop voortbouwen met een langdurige, samenhangende aanpak en een brede scope. Werkgevers- en werknemersorganisaties in het po en vo hebben daarom op 5 december 2023 bouwstenen voor een Deltaplan Lerarentekort gepresenteerd en roept een nieuw kabinet op om prioriteit te blijven geven aan de aanpak van personeelstekorten. In de oproep worden belangrijke bouwstenen genoemd om het werken in het onderwijs aantrekkelijk te houden, zoals een goed salaris, gezonde en duurzame huisvesting, voldoende tijd om als leraar en schoolleider je vak te beoefenen en je te professionaliseren en waarin autonomie van en vertrouwen in de leraar voorop staat.