Inspectie start met nieuwe interventies voor stimulerend toezicht
11 juli 2024
In een Kamerbrief komt de voormalig minister en huidig staatssecretaris Mariëlle Paul met concrete voorstellen om de stimulerende taak van de inspectie te versterken.
Verkenning
De inspectie is – naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer – gestopt met het geven van de waardering Goed of het predicaat Excellent. Deze zouden de kansenongelijkheid in het onderwijs juist versterken. Het departement heeft naar aanleiding van deze motie Regioplan opdracht gegeven te verkennen hoe scholen vanuit het toezicht gestimuleerd kunnen worden om te werken aan kwaliteitsverbetering.
Het departement heeft daarbij ook naar het buitenland gekeken. Stimulerend toezicht is in voor vrijwel alle Europese onderwijsinspecties een belangrijke taak en de dialoog die een inspecteur met de school aangaat wordt erg gewaardeerd.
De VO-raad vindt het van belang dat de inspectie zich daarbij minder laat leiden door de inspectiedata en meer oog heeft voor het verhaal en de specifieke context en populatie van de school. Ook zouden de eigen ambities van de school en de samenwerking in de regio meer centraal moeten komen te staan. Belangrijk is verder – zoals de voormalig minister zelf ook aangeeft – dat volstrekt helder is welke uitspraken in het kader van nalevingstoezicht en welke in het kader van stimulerend toezicht worden gedaan.
Regioplan heeft in het onderzoek twee zaken verkend. Allereerst is gekeken naar de voor- en nadelen van een oordeel Goed of Excellent. Daarnaast is onderzocht of er alternatieve stimulerende interventies zijn die ingezet kunnen worden.
Voor- en nadelen oordeel Goed of Excellent
In de verkenning is gekeken naar de voor- en nadelen van een oordeel Goed of Excellent. Conclusies zijn:
- Een oordeel Goed of Excellent zorgt voor meer bewustzijn in schoolteams over waar zij goed en minder goed in zijn;
- Een oordeel Goed of Excellent zorgt voor de versterking van kennisuitwisseling tussen scholen;
- Een oordeel Goed of Excellent zorgt soms voor negatieve reacties van andere scholen en besturen wat concurrentie kan stimuleren;
- De toon van de gesprekken met inspecteurs en het aanzetten tot nadenken over eigen ambities en visie van de school werken stimulerend.
De minister heeft besloten het eindoordeel ‘Goed’ voor scholen voorlopig niet toe te voegen. Ze geeft aan eerst de impact van de nieuwe interventies af te willen wachten. Voor besturen blijft het mogelijk de waardering ‘Goed’ te krijgen.
De interventies voor stimulerend toezicht op een rij:
- Nabelcontact: het activeren en motiveren van scholen om aan de slag te gaan met kwaliteitsverbetering door regelmatig contact te houden;
- Kennis- en communicatieagenda: ontsluiten van kennis over belangrijke thema’s zodat scholen meer kennisgedreven kunnen werken.
- Integrale inspectie: meer onderzoek doen binnen één regio waardoor er meer zicht is op samenwerking en stimulatie binnen de regio;
- Schriftelijke feedback bij themaonderzoeken: scholen worden schriftelijk teruggekoppeld bij een onderzoek zodat er een beter beeld is van hoe zij presteren op thema’s;
- Inzet docent bij onderzoek: de rol van docenten bij een inspectieonderzoek wordt verkend;
- Verrijken van rapporten met benchmarks: scholen krijgen meer inzicht in hoe zij presteren in vergelijking met andere scholen.
Verbeterde interventies
- De stimulerende aspecten van toezicht krijgen meer aandacht bij een inspectiebezoek;
- Rapporten krijgen een duidelijk onderscheid tussen de herstelopdracht en stimulerende adviezen;
- De Onderwijsinspectie gaat vaker communiceren over goede voorbeelden via webinars, podcast, brochures en sociale media.
In 2025 wordt gestart met het toepassen van deze interventies.