Internetconsultatie wetsvoorstel vervolgtraject lwoo en pro uitgesteld
03 december 2018
Op dit moment wordt gewerkt aan een wetswijziging voor de verdere integratie van lwoo en pro in het systeem van passend onderwijs. Naast het loslaten van de landelijke criteria, procedure en licenties voor lwoo, bevat dit wetsvoorstel een nieuw model voor de verdeling van de lwoo- en pro-middelen over de samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo.
Na onderzoek en gesprekken met scholen en samenwerkingsverbanden is in samenspraak met de VO-raad een voorstel gedaan voor een nieuw verdeelmodel, waarbij het aantal leerlingen in de bovenbouw van het vmbo is gebruikt als parameter. Dit model leverde echter dusdanige herverdeeleffecten op, dat de minister het Centraal Planbureau (CPB) heeft gevraagd een second opinion uit te voeren op dit model. Het CPB heeft hierbij aangegeven dat vooralsnog niet vastgesteld kan worden hoe goed de voorgestelde parameter aansluit bij de regionale behoefte aan lwoo en pro en of er betere alternatieve indicatoren zijn. Het bureau adviseert om verschillende varianten van verdeelmodellen nader uit te werken en langs een duidelijke meetlat te leggen, om zo een goede afweging te kunnen maken van het beste model. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaat hier nu onderzoek naar doen. De komende weken wordt de onderzoeksopzet nader uitgewerkt. De VO-raad zal - evenals de Sectorraad Samenwerkingsverbanden vo, Sectorraad Praktijkonderwijs, AOC Raad en SPV - gevraagd worden voor de begeleidingscommissie bij dit onderzoek.
Naar verwachting zijn de uitkomsten van het onderzoek en de consequenties voor het wetstraject rond de zomer van 2019 bekend. Dit betekent dat de internetconsultatie pas na die tijd zal plaatsvinden, en de nieuwe wet niet voor januari 2022 wordt ingevoerd.
De VO-raad heeft begrip voor het nadere onderzoek vanuit de zorg om te komen tot een evenwichtige verdeling van de middelen voor lwoo en pro, maar betreurt het uitstel van het wetgevingstraject. Dit betekent dat regio’s nog langer moeten wachten op een adequatere verdeling van de middelen.
Diploma voor pro-leerlingen
In zijn Kamerbrief meldt de minister ook enkele maatregelen die hij neemt ter versterking van het pro. Zo wordt wettelijk geregeld dat elke leerling die het pro succesvol afrondt, voortaan een schooldiploma krijgt. Dit schooldiploma wordt gekoppeld aan een persoonlijk portfolio.
Over de precieze invulling van het schooldiploma worden nog gesprekken gevoerd met de Sectorraad Praktijkonderwijs en de pro-scholen. De minister wil – vooruitlopend op de formele vastlegging in de wet – afspraken maken met de sector om dit schooljaar al schooldiploma’s af te geven.
De VO-raad vindt het goed dat pro-leerlingen met deze diploma’s erkenning krijgen voor wat ze hebben gedaan en wat ze hebben bereikt. Op deze manier kan ook zichtbaar worden gemaakt over welke competenties, vaardigheden en certificaten leerlingen beschikken. De VO-raad pleit – samen met de Sectorraad Praktijkonderwijs – voor een diploma met civiel effect.
Samenwerking pro met vmbo/mbo
De minister wil verder de samenwerking tussen het pro en vmbo/mbo versterken. Zo start volgend schooljaar een pilot waarbij (maximaal 30) pro-scholen samen met vmbo-scholen een onderbouwklas kunnen inrichten voor leerlingen op het grensvlak pro/vmbo.
Ook wordt geïnvesteerd in de samenwerking pro-mbo. In verschillende regio’s bestaan al mooie vormen van samenwerking, zo schrijft de minister. Zo biedt een groot deel van de pro-scholen, in samenwerking met het mbo, een entreeopleiding aan binnen het pro. De minister kijkt samen met de Sectorraad Praktijkonderwijs en de MBO Raad hoe de overgang pro-mbo verder kan worden verbeterd. In het voorjaar van 2019 moet hier meer duidelijkheid over zijn. De VO-raad neemt deel aan deze gesprekken en wil hierbij vooral de verbanden leggen met andere ontwikkelingen rondom doorstroom.