Jongeren geven hun ‘offline leven’ een ruime voldoende, aandacht blijft nodig voor doelgroep meisjes en ‘online leven’
20 november 2024
Een van de aandachtspunten die in dit onderzoeksrapport - opnieuw - naar voren komt is dat het gevoel van tevredenheid afneemt in de pubertijd, en dat dit met name bij meisjes het geval is. Gemiddeld gezien geven meisjes tussen de 13 en 18 jaar hun offline leven nog wel een 7,1 (tegenover een 7,9 bij jongens). Maar bijna 20% van de meisjes geeft hun leven ook een onvoldoende, tegenover bijna 10% van de jongens. Hierbij lijken met name (school)stress en ‘het stellen van hoge eisen aan jezelf’ een rol te spelen. Factoren die gelukkig maken – voor alle leeftijden en genders – zijn met name familie en vrienden. Meisjes willen vaker dan jongens graag beter contact met hun leeftijdsgenoten.
De Kinderombudsvrouw doet in dit kader de aanbeveling aan scholen om in te zetten op preventieve brede ondersteuning van leerlingen in de overgangsfase po-vo. En om oog te blijven houden voor problemen onder leerlingen zoals ervaren schoolstress, prestatiedruk of eenzaamheid (met extra focus op meisjes), zodat tijdig ondersteuning kan worden geboden.
Aandacht voor online leven leerlingen
Het rapport van de Kinderombudsvrouw bevestigt ook het beeld uit eerdere onderzoeken dat het online leven van leerlingen verdere aandacht behoeft. De meeste bevraagde jongeren geven aan minder tevreden te zijn over hun online leven dan over hun offline leven. Ze noemen hierbij negatieve ervaringen die ze opdoen op internet, zoals cyberpesten of het (al dan niet per ongeluk) zien van filmpjes met heftig of ongepast beeldmateriaal. Uit eerder onderzoek van het Trimbos-instituut komt verder ook naar voren dat bij 4.8% van de jongeren sprake is van problematisch social media gebruik. Meisjes vanaf 13 jaar beoordelen hun online leven het laagst en voelen zich online het meest onveilig. Zo’n 23% van de meisjes geeft hun online leven een onvoldoende (gemiddeld gezien beoordelen meisjes hun online leven met een 6.7). Bij de jongens geeft 14,3% een onvoldoende aan zijn online leven. Een mogelijke verklaring is dat waar jongens relatief vaker gamen (met sociale interactie), meisjes vooral op social media zitten, wat meer risico oplevert op het jezelf vergelijken met anderen en ongewenste contacten.
Aan scholen wordt in dit kader aanbevolen om interesse te tonen in wat jongeren online meemaken, hen de ruimte en veiligheid te geven om ook nare ervaringen te delen, in gesprek te gaan met hen over hun online leven (en het effect op hun welbevinden) en hen online vaardigheden bij te brengen. Ook kunnen scholen ouders ondersteunen zodat zij ook hun rol in deze kunnen vervullen.
Het betrekken van leerlingen
Tenslotte valt op dat sommige bevraagde jongeren noemen dat zij zich niet gehoord voelen door anderen en graag meer inspraak zouden willen. Op het vlak van onderwijs geven veel jongeren aan te willen dat scholen lesgeven op een manier die past bij hen en rekening houdt met hun behoeften. Een voorbeeld om zowel de betrokkenheid van leerlingen te stimuleren als te praten over hun onderwijsbehoeften, is het gesprek met de leerlingenraad.
Zie ook:
- Begin november is ook het Jaarrapport 2024 van de Landelijke Jeugdmonitor gepubliceerd, met daarin een cijfermatig overzicht van hoe het op verschillende vlakken gaat met de jeugd in Nederland.
- Op 20 november verscheen het onderzoek 'Eenzaamheid onder kinderen van 10-15 jaar: Een onderzoek naar oorzaken, gevolgen en oplossingsrichtingen' van het Verwey-Jonker Instituut en de Universiteit Utrecht.