Kabinet wil leraren ontzien maar bezuinigingen raken hen direct

Het kabinet bezuinigt vanaf 2026 structureel 81,5 miljoen euro op de functiemix Randstad. De gevolgen van deze ongerichte bezuiniging zijn enorm: het treft bijna de helft van de scholen en ongeveer 400.000 leerlingen.

De promotiebeurzen voor docenten zijn belangrijk voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het stimuleren van een lerende cultuur. Het schrappen van deze beurzen maakt het vak van leraar minder aantrekkelijk door de ontwikkelmogelijkheden te beknotten.

De bezuinigingen zijn schrijnender omdat er bijvoorbeeld wel wordt geïnvesteerd in uitbreiding van de inspectie en monitoring van de basisvaardigheden. Bezuinigen op leraren in de klas is dan al helemaal niet uitlegbaar en onacceptabel.

Het kabinet zegt niet te korten op budgetten die als doel hebben om het lerarentekort terug te dringen. De gevolgen van de onderwijsbegroting bereiken het tegenovergestelde. De onderwijspartijen pleiten dan ook met kracht voor het schrappen van deze bezuinigingen. Juist in tijden van een groot lerarentekort moet het beroep aantrekkelijk blijven.

Economie gebaat bij investeringen in onderwijs

Ook de Stichting van het Onderwijs roept in een brief de minister Bruins en staatssecretaris Paul op om de voorgenomen bezuinigingen op het onderwijs niet door te zetten. De brief benadrukt hoezeer zowel de maatschappij als de economie gebaat zijn bij investeringen in het onderwijs.