Lerarenregister definitief van de baan

24 februari 2022

Er komt definitief een einde aan het lerarenregister. Het in november 2021 aangenomen initiatiefwetsvoorstel van de SGP en SP hierover, is ter bekrachtiging naar de koning gestuurd. Dit heeft minister Wiersma op 17 februari aan de Tweede en Eerste Kamer laten weten. Na bekrachtiging door de koning en publicatie in het Staatsblad, zal het wetsvoorstel – waarmee alle wettelijke bepalingen over het lerarenregister uit de Wet Beroep Leraar (WBL) worden geschrapt – per 1 augustus 2022 in werking treden.

De minister heeft daarnaast laten weten dat in lijn met het initiatiefwetsvoorstel ook wordt gestopt met het vrijwillig lerarenportfolio. Op dit moment kunnen leraren in het po, vo en mbo vrijwillig hun lerarenportfolio (overzicht van opleidings- en professionaliseringsactiviteiten) via een website bijhouden. Dit wordt door de overheid gefaciliteerd met gebruikmaking van de gegevens die schoolbesturen over hun leraren aan DUO hebben verstrekt. ‘De hoge kosten van het vrijwillig portfolio en het zeer beperkt aantal actieve gebruikers maken dat het niet wenselijk is om dit portfolio in stand te houden. Daarnaast is er weinig draagvlak in het onderwijsveld voor het continueren van het vrijwillig portfolio’, aldus de minister in een brief aan beide Kamers.

Op basis van de brief aan beide Kamers betekent dit voor leraren en andere betrokkenen:

  • Bij inwerkingtreding van de initiatiefwet vervallen de bepalingen in de onderwijswetten die betrekking hebben op het lerarenregister en de daarvoor benodigde gegevenslevering. Daardoor komt ook de wettelijke basis voor de gegevensverwerking voor het vrijwillig lerarenportfolio door de overheid te vervallen. 
  • Leraren die zich hebben aangemeld bij het vrijwillig portfolio worden op een zorgvuldige manier meegenomen in de afbouw van het portfolio. Zodat zij bijvoorbeeld getuigschriften en andere documenten in hun portfolio vóór 1 augustus kunnen downloaden. 
  • Alle betrokkenen in het onderwijsveld worden tijdig geïnformeerd over de afbouw van het portfolio en alternatieve wijzen waarop leraren hun professionalisering kunnen vormgeven en vastleggen.