Meer meldingen bij vertrouwensinspecteurs over sociale veiligheidsincidenten in het onderwijs
25 januari 2024
In het schooljaar 2022-2023 hebben de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs in totaal 2152 nieuwe dossiers aangelegd op basis van binnengekomen meldingen. In de schooljaren 2021-2022 en 2021-2020 waren dat er respectievelijk 1743 en 1296. De meeste dossiers (992) gingen het afgelopen schooljaar over psychisch geweld tussen leerlingen, gevolgd door fysiek geweld (560), seksuele intimidatie (318), seksueel misbruik (152) en discriminatie (116). Voor al deze categorieën is sprake van een stijging van een aantal meldingen; alleen het aantal meldingen over radicalisering is afgenomen.
Of er daadwerkelijk sprake is van meer grensoverschrijdend gedrag op scholen, is volgens de inspectie lastig te zeggen; hier is geen onderzoek naar gedaan. De toenemende maatschappelijke aandacht voor grensoverschrijdend gedrag en groeiende bekendheid van het meldpunt van de Vertrouwensinspectie, kunnen er ook toe hebben geleid dat meer scholen schadelijk gedrag zijn gaan melden en advies hebben gevraagd aan de inspectie.
Zeker is dat de school nog niet altijd voor alle leerlingen een veilige omgeving is. Aandachtspunten hierbij zijn het stijgende aantal meldingen over psychisch geweld tussen leerlingen - waaronder (ernstig) pestgedrag, ook via social media - en over fysieke geweldsincidenten. De inspectie merkt hierbij op dat de ernst van het geweld lijkt toe te nemen; de meldingen gaan vaker over zware mishandeling, bedreiging met fysiek geweld en wapenbezit. Daarnaast blijft het aantal meldingen van seksuele intimatie en seksueel misbruik in het onderwijs toenemen. Steeds vaker gaat het hierbij over seksueel grensoverschrijdend gedrag van leraren of leden van het onderwijsondersteunend personeel richting minderjarige leerlingen.
Sociaal veiligheidsbeleid
Het is dus zaak voor scholen om hun sociale veiligheidsbeleid goed tegen het licht te (blijven) houden en hier structureel aan te blijven werken, in samenwerking met maatschappelijke partners zoals ouders, gemeenten en politie.
De VO-raad wil hierbij vooral doorgaan op de door de sector ingezette koers, met het accent op preventie. Op veel scholen wordt geïnvesteerd in burgerschapsonderwijs, seksuele vorming en een veilige schoolcultuur, waarbij het gesprek wordt aangegaan over omgangsvormen en leerlingen en personeel dingen ook bespreekbaar durven maken. De school moet ook duidelijk communiceren naar leerlingen (en ouders) over de geldende sociale veiligheidsregels en de consequenties van overtreding hiervan.
Daarnaast is het belangrijk verder in te zetten op voldoende vertrouwenspersonen en andere aanspreekpunten in de school, waar iedereen laagdrempelig terecht kan en melding kan maken als zich incidenten voordoen. De VO-raad wil de positie van de vertrouwenspersonen verder versterken (via wetgeving en professionalisering). Tenslotte is belangrijk dat scholen meldingen en klachten goed (blijven) opvolgen. In dit kader willen we ook verder investeren in de professionalisering van leraren, gericht op het herkennen en erkennen van incidenten en vervolgens goed handelen, en op het informeren over beschikbare ondersteuning op dit vlak via onder meer Stichting School & Veiligheid.
In hun nieuwsbericht over de meldingen bij de vertrouwensinspecteurs biedt Stichting School & Veiligheid een overzicht van de beschikbare ondersteuning voor scholen bij het werken aan een sociaal veilig klimaat.
Wetsvoorstel ‘Veilig en vrij onderwijs’
Begin april 2023 stelde het ministerie van OCW diverse maatregelen voor ter verbetering van de (sociale) veiligheid op scholen. Over dit wetsvoorstel is een internetconsultatie gehouden. Ook de VO-raad heeft hiervoor input gegeven. Dit wetsvoorstel gaat naar verwachting medio 2025 in.
Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen, maar ook vertrouwenspersonen kunnen de vertrouwensinspecteurs van de inspectie raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van seksuele intimidatie, seksueel misbruik, psychisch en fysiek geweld of discriminatie en radicalisering. De vertrouwensinspecteur luistert, informeert en biedt waar nodig advies, bijvoorbeeld over een traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte.
Als er een vermoeden is van seksueel misbruik (zedenmisdrijf) door een medewerker van de school richting een minderjarige of wilsonbekwame leerling dan geldt een meld- en overlegplicht en in een aantal gevallen ook aangifteplicht. Zie voor meer informatie de flyer: ‘Vertrouwensinspecteurs voor onderwijs en kinderopvang'.