Minister wil beter schoolgebouw door betere processen zonder investeringen

19 april 2023

Minister Wiersma erkent de relatie tussen de kwaliteit van onderwijs en de kwaliteit van het schoolgebouw. Hij doet dit in een voortgangsbrief onderwijshuisvesting aan de Tweede Kamer op 17 april 2023. Hij noemt het binnenklimaat als belangrijke factor, maar ook de mate van adaptiviteit van het gebouw of in hoeverre het gebouw geschikt is voor inclusiever onderwijs.

In de brief deelt hij een beleidsreactie op de uitkomsten van twee onderzoeken, de acties die hij gezamenlijk met de VO-raad, PO-Raad en VNG inzet en de voortgang van regelingen en de pilot luchtzuiveringsinstallaties. Alle acties moeten passen binnen de huidige begroting van OCW, gemeenten en schoolorganisaties. Het kabinet maakt namelijk teleurstellend genoeg geen middelen vrij voor schoolgebouwen ondanks de vele onderzoeken van ministeries en de jarenlange oproepen van onderwijsorganisaties en gemeenten dat structurele investeringen zo nodig zijn.

Alternatieve financieringsconstructies

Omdat er nog geen zicht is op de benodigde extra rijksbekostiging, gaven minister Wiersma en minister De Jonge een taskforce de opdracht om te onderzoeken of alternatieve financieringsvormen een bijdrage kunnen leveren aan het tekort aan middelen. De taskforce concludeert dat voldoende rijksbekostiging randvoorwaardelijk is. Bij voldoende bekostiging zal er een piek in de financieringsvraag ontstaan, waarvan het wenselijk is dat deze gedempt wordt. Omdat de opgave groot is, is het verstandig deze piek vanuit meerdere maatschappelijke financiers te dekken, om risico's te spreiden. Naast de BNG-bank kunnen pensioenfondsen hier een rol in spelen. Voldoende bekostiging is dus randvoorwaarde nummer één, maar de financiers vragen ook iets van de sector zelf, namelijk voldoende schaalgrootte en professionaliteit rond de onderwijshuisvestingsopgave. Gemeenten en schoolbesturen zouden tot een organisatievorm moeten komen waarbij projecten worden gebundeld tot minstens 150 miljoen. De VO-raad ziet dat het onderzoek al vooruit kijkt naar de randvoorwaarden die vanuit het Rijk geboden kunnen worden en de organisatiegraad van de sector. De VO-raad is blij dat de minister onderkent dat een goed schoolgebouw bijdraagt aan goed onderwijs en dat hij zich bewust is van het feit dat er in de nabije toekomst meer financiële inspanningen nodig zijn van het Rijk.

Kwaliteit gebouwen

De minister deelde eerder al een quickscan van de staat van schoolgebouwen in Nederland door Oberon. Hieruit blijkt dat schoolgebouwen niet voldoen aan de doelstellingen zoals beschreven in de sectorale routekaart verduurzaming schoolgebouwen funderend onderwijs. Alle scholen zouden in 2050 onderwijsadaptief, fris, toegankelijk en duurzaam moeten zijn, en geschikt voor inclusie. Uit het rapport blijkt dat slechts 9% onderwijsadaptief is, 63% toegankelijk en 2% duurzaam volgens de definitie van het klimaatakkoord. Over hoe fris scholen zijn kan weinig gezegd worden, wel stelt het rapport dat in 55% van de schoolgebouwen het binnenklimaat als onprettig wordt ervaren in de zomer. Wiersma concludeert dat er aan meer schoolgebouwen energielabels en frisse-scholen-classificaties toegekend moeten worden en overweegt de NEN2767-conditiemeting verplicht te stellen. Hij wil een verplichting voor CO2-meters in elk lokaal (po/vo), ook bij bestaande bouw, op laten nemen in het Bouwbesluit.

Opvolging Interdepartementaal Beleidsonderzoek Onderwijshuisvesting

Met de brief zet Wiersma een aantal acties in die voortkomen uit het interdepartementaal beleidsonderzoek onderzoekshuisvesting, die hij uitwerkt in samenspraak met de sectorraden en de VNG. Zo kondigt hij de op handen zijnde wetswijziging aan, en belooft hij meer transparantie te brengen in eisen en regelgeving rondom onderwijshuisvesting. De VO-raad en PO-Raad coördineren met OCW een expertronde om het beleid rondom inclusiever onderwijs te vertalen naar eisen die gesteld worden aan schoolgebouwen. Onder coördinatie van de VNG wordt uitgewerkt welke informatie over de staat van schoolgebouwen op welk niveau ontsloten zou moeten worden. Daarnaast geeft hij gehoor aan de oproep tot een meer programmatische aanpak: hij wil in samenspraak met alle relevante partijen uitwerken hoe dit vorm kan krijgen. Hierbij geeft hij helder aan dat de programmatische aanpak vooralsnog het levenslicht niet ziet, omdat dit extra middelen vergt.

Update regelingen en pilot

De brief geeft een statusupdate van de maatwerkregeling ventilatie en kondigt een volgende tranche van de DUMAVA-regeling aan, een cofinancieringsregeling die ingezet kan worden bij enkelvoudige verduurzamingsmaatregelen of renovatie. De uitwerking van de regeling voor deze nieuwe tranche is momenteel in internetconsultatie.

De minister laat zien dat hij doet wat mogelijk is binnen de context dat er niet voldoende middelen beschikbaar gesteld zijn voor de opgave. Hij besluit dan ook met de conclusie dat hij afhankelijk is van andere partijen.  De VO-raad ziet dat gemeenten en schoolbesturen pas goed aan de slag kunnen met de noodzakelijke vernieuwingen als er politiek genoeg draagvlak is voor de extra middelen. De VO-Raad rekent erop dat partijen de benodigde miljoenen meenemen in hun volgende verkiezingsprogramma’s.