Nederlandse scholieren vaardig in samen oplossen van problemen
21 november 2017
Lees het PISA-rapport
Binnen de EU neemt Nederland een sterke positie in: alleen Estland en Finland presteren significant beter. Zeven OESO-landen, waaronder Japan, Zuid Korea en Canada hebben een significant hogere score. Opvallend daarbij is dat Nederlandse jongeren de voordelen van het samenwerken in teams juist laag waarderen.
Verschillen tussen landen, scholen en leerlingen
Opvallend is dat er in ons land – vergeleken met andere landen – grote verschillen in vaardigheden zijn tussen scholen. Een verklaring daarvoor is de wijze waarop jongeren in Nederland al op jonge leeftijd worden ingedeeld in een schooltype op basis van hun cognitieve prestaties. In veel andere landen wordt er op latere leeftijd geselecteerd en volgen 15-jarigen onderwijs in één school.
Nederland neemt internationaal ook een sterke positie in als het gaat om de prestaties van leerlingen op de laagste en de hoogste prestatiesniveaus. Slechts 3% van de leerlingen scoort op het laagste niveau (OESO 6%) en 10% op het hoogste niveau (OESO 8%). Meisjes scoren over de gehele linie opvallend beter dan jongens op het samenwerkend probleemoplossen. Uit PISA 2012 kwam naar voren dat Nederlandse jongens juist beter scoorden op het individueel oplossen van problemen.
ICT-gebruik thuis en op school
De jongeren die aan het onderzoek deelnamen, beantwoordden ook vragen over hun ervaring met ICT en op school. Nederlandse jongeren zijn koploper wat betreft de beschikking over ICT-middelen thuis. Wat betreft het gebruik van ICT op school staat Nederland op de vijfde plaats.
Over PISA 2015
Het is voor het eerst dat PISA kijkt naar specifiek het gezamenlijk oplossen van problemen, omdat deze vaardigheid volgens de OECD steeds belangrijker wordt voor het functioneren op de arbeidsmarkt. Eerder (2012) is al wel gekeken naar de vaardigheden om individueel tot oplossingen te komen. Aan het deelonderzoek hebben 51 landen deelgenomen, waaronder 23 landen uit de EU. In Nederland hebben bijna 1700 leerlingen van 187 scholen deelgenomen. Het rapport is het sluitstuk van de serie rapportages over PISA 2015. Al eerder verschenen rapportages over natuurwetenschappen, wiskunde, lezen, het welbevinden van leerlingen en financiële geletterdheid.