Nog forse inspanning nodig om examenproces volledig op orde te brengen
03 februari 2020
In 2018 maakte het rapport van de Commissie Kwaliteitsborging Schoolexaminering (‘Commissie Ten Dam’) duidelijk dat een zorgvuldig verloop van de schoolexaminering onvoldoende gegarandeerd was. Met negen actielijnen werkt de sector sinds een jaar aan verbetering: de diverse door de VO-raad ontwikkelde handreikingen en checklisten ter versterking van de schoolexaminering worden op de meeste scholen gebruikt en veel scholen zijn al actief bezig met het uitvoeren van de afspraken uit de actielijnen. Toch voldoen veel scholen nog niet aan alle gestelde regels. Op circa 60% van de onderzochte scholen heeft de inspectie één of meer herstelopdrachten gegeven en 20% van de onderzochte scholen heeft op het onderdeel toetsing en afsluiting een onvoldoende gekregen. Het betreft zowel de inrichting van het examenreglement en het PTA, als de praktische uitvoering van schoolexaminering. De VO-raad onderstreept dat een versnelling van de verbeterslag die scholen hebben ingezet nodig is.
Verbeteringen op korte termijn realiseerbaar
De inspectie zag tijdens het onderzoek al verbetering in de inhoud van de PTA’s en examenreglementen van de onderzochte scholen. De herstelopdrachten die de inspectie heeft gegeven aan de onderzochte scholen zijn inmiddels nagenoeg allemaal uitgevoerd. Het is dus voor scholen mogelijk om noodzakelijke verbeteringen op een relatief korte termijn te realiseren.
Versnelling nodig op drie aspecten
Het themaonderzoek en de beleidsreactie stellen dat de verbeterslag op drie aspecten een versnelling behoeft. Ten eerste op het terrein van de praktische organisatie en uitvoering. Wat dit betreft werken scholen in de komende maanden aan de inrichting van het examenreglement en het PTA voor het nieuwe schooljaar. Dat wordt het derde schooljaar na het eerste examenincident. Met voldoende aandacht en inspanning moeten examenreglementen, pta’s en uitvoering van schoolexaminering volledig kunnen voldoen aan wet- en regelgeving.
Daarnaast is meer aandacht nodig voor de inhoudelijke kwaliteit van toetsing en afsluiting en het schooleigen karakter van het schoolexamen. Dit aspect vraagt meer tijd, omdat het samenhangt met visieontwikkeling, deskundigheidsbevordering en het inrichten van de werkzaamheden van de examencommissie.
In de derde plaats wijst de beleidsreactie op een betere verantwoordelijkheidsverdeling. Veel verantwoordelijkheden op het terrein van toetsing en afsluiting zijn gedelegeerd van besturen naar schoolleiders en van schoolleiders naar (individuele) vakdocenten. Hierdoor hebben bestuurders en schoolleiders niet altijd voldoende zicht op wat er nodig is om te komen tot effectieve kwaliteitszorg van het examenproces. De VO-raad gaat een handreiking opstellen voor scholen, zodat zij kunnen werken aan een betere verantwoordelijkheidsverdeling.
Geen aanvullende maatregelen
Er is een forse extra inspanning nodig om het examenproces volledig op orde te brengen. Dit vraagt vooral een versnelling van de reeds genomen maatregelen. De minister ziet geen aanleiding voor aanvullende (wettelijke) maatregelen. Al eerder heeft hij aangegeven te willen komen met een regeling voor een examencommissie, aanscherping van de regels voor het PTA, en het benoemen van toetsing en afsluiting als verantwoordingsprioriteit voor bestuurders. Wel aanvullend zijn een voorgenomen herhaling van het themaonderzoek en een onderzoek naar de behoeften in het veld aan vraaggerichte deskundigheidsbevordering. Daarnaast neemt de inspectie sinds vorig jaar toetsing en afsluiting structureel mee in onderzoeken bij besturen en scholen. Het is daarmee verankerd in het reguliere toezicht. De VO-raad zal zelf de monitor naar de invoering van de negen actielijnen herhalen.
Gevoelde nadruk op centraal examen
Evenals de Commissie Kwaliteitsborging Schoolexaminering constateert ook de inspectie dat scholen bij lange na niet de inhoudelijke ruimte die er is, benutten, vanwege de gevoelde nadruk op het centraal examen. De minister gaat, mede op aandringen van de VO-raad, met de inspectie in gesprek over de balans in het toezicht tussen schoolexamen en centraal examen, en of die verbeterd kan worden.