(Nog) weinig onderwijs in actieplan 'Zorg voor de jeugd'
17 april 2018
Met de VNG, de PO-Raad, de organisaties voor de jeugdhulpverlening (Jeugdzorg NL, GGD NL, GGZ NL etc.) constateert de VO-raad dat er veel parallellen te vinden zijn bij de invoering van de wet op passend onderwijs en de jeugdwet. Beide wetten zijn ingevoerd, maar de daarbij behorende transformatie is nog maar net begonnen. De tijd is dan ook rijp om linken te leggen en afspraken te maken over bijvoorbeeld een jeugdhulpverlener in elke school.
In het actieprogramma wordt gerefereerd aan de noodzaak om de verschillende geldstromen – vanuit onderwijs en vanuit de gemeente – te combineren om tot flexibele onderwijs-zorgarrangementen te kunnen komen. Volgens het programma hebben samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs daarin een belangrijke taak. Zij moeten zich met jeugdhulpregio’s inspannen om te komen tot ‘een meerjarig plan waarin ze aangeven hoe ze de inzet van onderwijsmiddelen en zorgmiddelen beter op elkaar afstemmen’.
Ook de belangrijkste doelstelling van het thuiszitterspact – in 2020 zit geen enkele leerling langer dan drie maanden thuis zonder een aanbod in onderwijs en/of zorg – wordt genoemd in het programma.
Verder komt (de link met) onderwijs weinig aan bod in het actieprogramma. De ministeries van VWS en OCW hebben toegezegd om voor de zomer van 2018 een brief aan de Tweede Kamer te sturen, waarin zij zullen ingaan op de relatie tussen onderwijs en zorg. De VO-raad zal erop sturen dat de rol van het onderwijs als ‘vind- en werkplaats’ wat betreft kinderen en jongeren die jeugdhulp nodig hebben daarin nadrukkelijk aan de orde komt.