NPO: Blijvende zorgen over motivatie leerlingen, lerarentekort en werkdruk

14 juni 2023

Een ruime meerderheid (in het vo 74%) van de schoolleiders is tevreden over de mate waarin het lukt om de plannen in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) uit te voeren. Dat blijkt uit de vierde voortgangsrapportage. Toch blijft het lerarentekort een obstakel bij de uitvoering van het programma. In het vo kostte het 51% van de schoolleiders veel of zelfs zeer veel moeite om voldoende personeel te vinden voor de uitvoering van interventies. Daarnaast blijven de zorgen over motivatieproblemen bij leerlingen groot.

De vierde voortgangsrapportage bevat geen nieuwe data over de leerprestaties van de leerlingen, wel bevat deze actuele informatie over hoe de implementatie van het programma verloopt. Ook is specifiek gekeken naar de loopbanen van leerlingen van de examencohorten 2021 en 2022 en de invloed van examenaanpassingen hierop.   

Kort lontje

De zorgen bij leraren, schoolleiders en andere onderwijsprofessionals over het welbevinden en de motivatie van leerlingen blijven groot. Zij maken zich onder andere zorgen over het ‘korte lontje’ van leerlingen. Ook zijn er zorgen over hun socialisatie. Sommige leerlingen zijn meer teruggetrokken en kunnen minder makkelijk contact maken met andere leerlingen. Dat leidt vaker tot ruzies en ongewenst gedrag in de klas. Motivatie en discipline blijven ook een punt van zorg: leerlingen staan lang niet altijd in de ‘leerstand’, geven schoolleiders aan.

Scholen die met het NPO inzetten op het welbevinden van hun leerlingen, zien vaak wel enige vooruitgang. Dat zien zij bijvoorbeeld in de manier waarop leerlingen onderling met elkaar omgaan, bijvoorbeeld op het schoolplein, en in de sfeer op school. Op verzoek van OCW is in 2022 een extra meting uitgevoerd van het onderzoek ‘Health Behaviour in School-aged Children’ in de groepen 6, 7 en 8 van het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Dit geeft een actueel beeld van het welbevinden van leerlingen in het funderend onderwijs. De resultaten van dit onderzoek worden eind juni gepresenteerd.

Tekorten en hoge werkdruk

Het lerarentekort en de werkdruk blijven een obstakel bij de uitvoering van het programma. In het vo kostte het 51% van de schoolleiders veel of zelfs zeer veel moeite om voldoende personeel te vinden voor de uitvoering van interventies. Schoolleiders die tegen belemmeringen aanlopen bij de uitvoering noemen daarnaast uitval of fysieke afwezigheid van personeel en/of leerlingen en werkdruk bij het personeel.

Borging

De meerderheid van de scholen geeft aan te werken aan duurzame borging van NPO-interventies. De VO-raad zet wel kanttekeningen bij de mogelijkheden hiervoor. Veel scholen geven in gesprek met de VO-raad juist aan zich zorgen te maken over het continueren en borgen van interventies en activiteiten, bij gebrek aan voldoende structurele financiering. Veel interventies vergen immers de inzet van extra personeel. Die zorg zit met name op het gebied van motivatie en welbevinden, omdat daar geen middelen voor in het vooruitzicht zijn gesteld, terwijl de uitdagingen hierbij juist groot zijn. De vrees is dat hierdoor na het NPO de werkdruk voor docenten nog verder zal toenemen.

Verantwoording verloopt goed

De verantwoording van scholen rondom de NPO middelen verloopt goed. Bijna 96% van de besturen heeft het verantwoordingsportaal volledig of deels ingevuld. Het grootste deel van besturen geeft aan ouders en leerlingen te betrekken bij de plannen (zo’n 99%) en instemming van de MR te hebben (circa 96%). De cijfers over besteding van middelen laten volgens de minister zien dat scholen ‘de aanpak met urgentie en zorgvuldigheid hebben opgepakt en dat middelen dus niet onnodig in de reserves van de school terecht komen.’

Minder directe doorstroom naar vervolgonderwijs

Uit de cohortanalyse van DUO blijkt dat leerlingen van de examencohorten 2021 en 2022 minder vaak direct zijn doorgestroomd naar het vervolgonderwijs dan eerdere examencohorten. Vmbo-leerlingen – in het bijzonder de leerlingen die ook zonder coronamaatregelen geslaagd zouden zijn – hebben er vaker voor gekozen om binnen het voortgezet onderwijs te stapelen. Gediplomeerden die de examenmaatregelen nodig hadden om te slagen, verlieten het onderwijs vaker. DUO heeft echter geen causale effecten van de examenmaatregelen op de doorstroom van vo-leerlingen in het vervolgonderwijs gevonden. Zowel het anticiperen van leerlingen op de ‘duimregeling’, de verminderde oriëntatiemogelijkheden, de zorgen over het welbevinden, als de gunstige arbeidsmarkt kunnen hierop van invloed zijn geweest.