Onderwijsraad: aanpassingen onderwijsstelsel nodig om maatschappelijke opdracht waar te kunnen maken

16 december 2018

In het rapport ‘Stand van educatief Nederland 2018’ constateert de Onderwijsraad dat het onderwijs voor grotere uitdagingen staat dan lange tijd het geval is geweest. De vraag is of de maatschappelijke opdracht van het onderwijs waargemaakt kan worden binnen de huidige organisatie van het onderwijsstelsel. De discussie over het stelsel is de afgelopen jaren te weinig gevoerd, aldus de raad.

Een punt waarop het volgens de Onderwijsraad wringt, is dat het in het Nederlandse onderwijsstelsel geen vanzelfsprekendheid is dat verschillende groepen leerlingen elkaar tegenkomen. Zij gaan meestal in hun eigen wijk naar school en de verschillende schoolsoorten worden vaak op aparte locaties aangeboden. De Onderwijsraad is van mening dat scholen in het huidige onderwijsstelsel hierdoor maar beperkt kunnen bijdragen aan sociale samenhang in de samenleving.

Een ander knelpunt is de relatief vroege selectie op de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs, wat met name voor leerlingen uit een lager sociaal-economisch milieu en voor laatbloeiers vaak minder goed uitpakt. Vroege selectie an sich hoeft geen probleem te zijn aldus de Onderwijsraad, mits er voldoende doorstroommogelijkheden in het vo zijn. En juist hier ontbeert het steeds vaker aan. Zo belemmert de afname van het aantal brede brugklassen en de scheiding tussen beroepsgericht en algemeen vormend onderwijs doorstroom binnen het vo. En ook na het vo nemen de doorstroommogelijkheden af, doordat er steeds meer matching- en selectieprocessen zijn in het mbo en hoger onderwijs.

De Onderwijsraad constateert tenslotte dat permanente educatie gedurende de levensloop nog niet vanzelfsprekend is. Onder meer de financiering, regelgeving en een versnipperd scholingsaanbod zorgen voor een achterblijvende scholingsdeelname van lager en middelbaar opgeleiden, wat hen kwetsbaar maakt.

Oplossingsrichtingen

Voor het voortgezet onderwijs bevat het advies van de Onderwijsraad een pleidooi voor onder andere de volgende aanpassingen:

  • Vereenvoudig de structuur van het vmbo door de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg te clusteren en zorg voor maatwerk binnen de geclusterde opleiding.
  • Integreer de beroepsgerichte leerwegen van vmbo en mbo zodat het aantal overgangen verminderd wordt. Dit draagt bij aan het terugdringen van uitval, met name onder de groep kwetsbare leerlingen.
  • Zorg voor meer flexibiliteit in de onderbouw van het voortgezet onderwijs zodat leerlingen gemakkelijker kunnen overstappen naar een andere schoolsoort als dat wenselijk en mogelijk is. Dat kan door meer gebruik te maken van brede brugklassen en het 10-14 onderwijs.
  • Benut de school als sociale ‘oefenplaats’ door verschillende schoolsoorten op een locatie aan te bieden of samen te werken.
  • Zorg voor betere aansluiting tussen onderwijssoorten: op inhoud, niveau en de pedagogisch-didactische aanpak. Dit is vooral belangrijk in de aansluiting vmbo-havo, door de Onderwijsraad beschouwd als een belangrijke emancipatieroute binnen het Nederlandse onderwijsstelsel.
  • Bied beroepsgericht onderwijs aan in alle schoolsoorten van het voortgezet onderwijs - ook havo en vwo. Hierdoor kunnen leerlingen op het havo of vwo zich breed ontwikkelen en zich beroepsmatig oriënteren en bekwamen. Daarbij is het belangrijk om de route via havo en vwo naar het academisch onderwijs te borgen.
  • Verminder en verbeter selectie op sommige overgangen door zo min mogelijk gebruik te maken van aanvullende eisen en extra toetsing. Het diploma geeft een doorstroomrecht naar specifieke vormen. Voorwaarde is een goede inhoudelijke aansluiting tussen opleidingen.
     

Standpunt van de VO-raad

De VO-raad herkent zich in de analyse van de Onderwijsraad dat de differentiatie in het stelsel te veel is doorgeschoten, en heeft dit zelf ook meermalen geagendeerd. Kansengelijkheid en de maatschappelijk opdracht van het onderwijs staan hoog op de agenda van de sector. Zo pleiten wij al langer voor meer flexibiliteit in het onderwijs en de examinering, uitstel van het keuzemoment en een betere aansluiting tussen de schoolsoorten en leerwegen. Ook zijn wij voorstander van beroepsgerichte elementen in havo en vwo. Verschillende scholen pakken de uitdagingen op, maar de huidige kaders kunnen daarbij knellen. Wij beschouwen het advies van de Onderwijsraad als een waardevol vertrekpunt om met alle betrokkenen in gesprek te gaan en te blijven over het toekomstige onderwijs.

De 'Stand van educatief Nederland' verschijnt één keer per vijf jaar. Hierin bekijkt de Onderwijsraad hoe het onderwijs er voor staat, waarbij wordt gekeken naar ontwikkelingen op de korte en lange termijn. 

Meedenken?
U kunt meedenken over de toekomst van het Nederlandse onderwijs via de online tool TRNDR van de Onderwijsraad.