Onderwijsraad: behoud leren in de beroepspraktijk door kritische inzet ervan
03 april 2024
De raad onderstreept in haar rapport het belang van het (gedeeltelijk) leren in de beroepspraktijk voor leerlingen in het praktijkonderwijs en studenten in het mbo, hbo en of beroepsgerichte onderwijs aan de universiteit. Deze praktijkervaring is essentieel om een goede vakman- of vrouw te kunnen worden. Tegelijkertijd is er momenteel binnen de beroepspraktijk een tekort aan dit soort goede in de praktijk opgeleide vakmensen. En hierdoor is het voor bedrijven en organisaties weer lastiger om voldoende opleidingsplekken aan te kunnen bieden en/of om leerlingen goed te begeleiden. Ook neemt het risico op stagemisbruik toe, waarbij bijvoorbeeld niet de praktische vorming van leerlingen centraal staat maar zij al worden ingezet als volledige – vaak onbetaalde – werknemers. Gevolg van dit alles is dat het tekort aan goede praktisch opgeleide professionals nog verder toeneemt.
Opleiden in de beroepspraktijk zit daarmee in een klem. Dit was reden voor het kabinet om de Onderwijsraad om advies te vragen: hoe tot goed leren in de beroepspraktijk te komen in tijden van schaarste op de arbeidsmarkt? In haar eindrapport geeft de raad als belangrijkste advies mee om de onderwijsactiviteiten in de beroepspraktijk te doseren. Bepaal als beroepsonderwijs en werkveld samen kritisch welke onderwijsactiviteiten perse in deze beroepspraktijk thuishoren, en waar ook alternatieve vormen goed kunnen werken, zo stelt de raad.
Aansluitend bij dit advies worden twee aanbevelingen gedaan aan de beroepsopleidingen, beroepspraktijk en overheid:
- Investeer in (de ontwikkeling van) andere vormen van opleiden in de beroepspraktijk. Maak bijvoorbeeld meer gebruik van praktijksimulaties, gebruik schoolgebouwen als praktijkruimte of laat een opleidingsplek in de beroepspraktijk invullen door meerdere leerlingen tegelijk.
- Waarborg samen de kwaliteit van opleiden in de beroepspraktijk, door op landelijk niveau afspraken te maken over principes van kwaliteit en voorwaarden voor sociale veiligheid en toegankelijkheid. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om goede begeleiding in de beroepspraktijk, zorgen dat de werkzaamheden passen bij het onderwijsniveau en de opleidingsdoelen van leerlingen en het tegengaan van stagemisbruik en stagediscriminatie.
Meerwaarde brede scholen
De VO-raad is verheugd dat het praktijkonderwijs als deel van het funderend onderwijs in deze publicatie wordt meegenomen als onderdeel van de kolom van het beroepsonderwijs. We willen het belang van leren in de beroepspraktijk voor pro-leerlingen benadrukken, alsook voor andere leerlingen in het vo. We zien dat ook in het vmbo, havo en vwo steeds meer werk wordt gemaakt van dit praktijkleren, onder meer via de praktijkgerichte programma’s in vmbo en havo en Sterk Techniekonderwijs. Het pro kan hierbij als voorbeeld dienen in de samenwerking met de beroepspraktijk.
Als het gaat over het advies om te investeren in alternatieve vormen van opleiden in de beroepspraktijk, willen we er op wijzen dat niet alle scholen over voldoende praktijkruimten en -faciliteiten beschikken. Ook in dit kader pleit de VO-raad ervoor in te zetten op de vorming van meer brede scholengemeenschappen. Binnen deze gemeenschappen is het gemakkelijker om deze – vaak dure – praktijkruimten en -faciliteiten te realiseren, en kunnen vervolgens alle leerlingen binnen de school hier gebruik van maken.