Onderwijsraad: Ongemakkelijke keuzes nodig in aanpak lerarentekort
06 juli 2023
De Onderwijsraad dringt aan op een collectieve kijk op het lerarentekort, waarin alle actoren in het onderwijs een rol spelen. Van bestuurders, schoolleiders en de rijksoverheid wordt leiderschap en visie verwacht. Leraren worden gevraagd om zich in te zetten op de plekken waar de nood aan leraren het hoogst is. De rijksoverheid wordt opgeroepen om te zorgen voor adequate, structurele financiering, met extra bekostiging voor scholen die door de tekorten kwetsbaar zijn.
Voor de omgang met het lerarentekort benoemt de Onderwijsraad twee opties: het beperken van het onderwijsaanbod op scholen en het anders organiseren van het werk in de school.
Beperking van het onderwijsaanbod
De Onderwijsraad adviseert om de wettelijke opdracht van scholen te beperken door scherpe keuzes in het curriculum te maken en de maatschappelijke verwachtingen van het onderwijs te beteugelen. Bestuurders, schoolleiders en lerarenteams hebben hier zelf ook een rol in door het maken van duidelijke keuzes in het onderwijsaanbod, vanuit een heldere missie en visie en met oog voor kwetsbare leerlingen.
Deze maatregel werkt volgens de Onderwijsraad alleen als naast het onderwijsaanbod ook de onderwijstijd voor leerlingen wordt beperkt. Het idee is dat als het onderwijsaanbod voor leerlingen in omvang en tijd afneemt, daardoor het totale onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd met het beschikbare aantal leraren.
Organisatie van het werk
De tweede handelingsoptie die de Onderwijsraad noemt, richt zich op de inrichting van de schoolorganisatie. Hier gebeurt al veel op in scholen, zoals de Onderwijsraad noemt, maar zij zien kansen om dit verder te verspreiden en te structureren. Het centrale idee van de Onderwijsraad is dat leraren zich kunnen concentreren op de kern van hun vak: onderwijs geven en ontwikkelen. Daaromheen kan gebruik worden gemaakt van andere onderwijsprofessionals, die leraren kunnen ondersteunen met activiteiten naast, aanvullend en/of in voorbereiding van de les.
Belangrijk aandachtspunt wat de Onderwijsraad noemt voor de inzet van andere professionals dan leraren in de school, is dat hun inzet structureel en duurzaam zou moeten zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de extra coördinatie die dit vraagt, zich niet terugverdient en kunnen deze onderwijsprofessionals duurzame relaties met leerlingen en leraren aangaan.
De Onderwijsraad benoemt expliciet dat digitale technologie niet een handelingsoptie is om het lerarentekort het hoofd te bieden. Zij ziet digitale technologie als een extra actor, die het onderwijs complexer maakt en dus niet arbeidsbesparend werkt.
Positie VO-raad
De VO-raad vindt de analyse van de Onderwijsraad grotendeels herkenbaar. De adviezen sluiten ook aan bij ontwikkelingen waar al aan gewerkt wordt. Een belangrijke bouwsteen voor het vervolg is de lopende herziening van het curriculum. In de optiek van de VO-raad is dit een goed moment om kritisch te kijken naar de omvang van het pakket nieuwe kerndoelen en eindtermen dat landelijk wordt voorgeschreven. Wat is de kern die we van belang achten voor alle leerlingen? Hoe kunnen we door scherpe keuzes en betere afstemming een compacter curriculum maken en bewaken we die compactheid? Dat laatste vraagt - zoals de Onderwijsraad aangeeft - terughoudendheid om alle actuele maatschappelijke thema’s en problemen te willen verankeren in het curriculum.
De VO-raad vindt het waardevol dat met dit advies de Onderwijsraad erkent dat het al de praktijk is dat schoolbesturen en schoolleiders zoeken naar manieren om zo goed mogelijk onderwijs te bieden in een situatie van lerarentekort, dat het niet altijd gemakkelijk is om binnen de huidige wet- en regelgeving te blijven en dat dit vraagt om ongemakkelijke keuzes. Ook het belang van samenwerking bij uitdagingen in de onderwijsarbeidsmarkt herkent de VO-raad. Daar wordt ook in veel regio’s al aan gewerkt. De prikkels in het systeem die dit bemoeilijken, vragen wel nog om aandacht en aanpak.
Na de zomer volgt een beleidsreactie van de minister.