Onderwijsraad: Toetsbare bekwaamheidseisen startende leraren nodig

21 januari 2025

De bekwaamheid van leraren bij afronding van de lerarenopleiding moet beter geborgd worden. Dat adviseert de Onderwijsraad in het op 17 januari gepubliceerde rapport ‘Bekwaamheid beter borgen’. De Onderwijsraad benoemt hierbij een aantal aangrijpingspunten.

Scherpere bekwaamheidseisen

De Onderwijsraad constateert dat de wettelijke bekwaamheidseisen specifieker geformuleerd zouden moeten worden om als inhoudelijk kader te kunnen dienen voor de kennisbases van de lerarenopleidingen. Op dit moment worden de bekwaamheidseisen voor leraren herzien onder regie van de vakbonden namens de beroepsgroep leraren. Dat de huidige bekwaamheidseisen onvoldoende scherp zijn om voldoende richting te geven aan de lerarenopleidingen, is in dat proces ook geconstateerd. De verwachting is dan ook dat de nieuwe bekwaamheidseisen die de beroepsgroep later dit jaar zal aanbieden aan de minister, een antwoord zullen bieden op dit punt.

Afstemmen bekwaamheidseisen op bevoegdhedenstructuur

De Onderwijsraad adviseert om aanpassing van de bekwaamheidseisen uit te stellen tot na aanpassing van het bevoegdhedenstelsel. De VO-raad vindt dit onwenselijk, gezien de noodzaak van aanscherping van de bekwaamheidseisen om richting te geven aan de inhoud van de lerarenopleidingen, die ook de Onderwijsraad signaleert.

De VO-raad werkt al geruime tijd samen met de andere partners in de Landelijke Werkgroep Bevoegd aan onder meer een wetswijziging voor ruimere bevoegdheden in het beroepsgerichte deel van het vmbo, door praktijkgerichte vakken te koppelen aan een breder bevoegdhedencluster. Ook wordt gewerkt aan een maatwerkprogramma voor vakmensen met een mbo-diploma om les te geven in beroepsgerichte vakken in het vmbo en praktijkonderwijs, een maatwerktraject voor leraren in het gespecialiseerd onderwijs en de inzet van de groepsleraar 12+.

Uniforme toetsing

De toetsing van de bekwaamheid aan het einde van de opleiding, moet volgens de Onderwijsraad landelijk en uniform worden vormgegeven. Praktijktoetsing zou volgens de raad moeten plaatsvinden op de school waar de aanstaande leraar op dat moment de opleiding volgt (stage loopt) of al werkt. Dit zou ook voor zij-instromers moeten gelden aan het einde van hun opleidingstraject. Zowel de instituutsopleider als de praktijkopleider zou een rol moeten spelen in de beoordeling van de aanstaande leraar en hiervoor getraind moeten worden. De Onderwijsraad onderstreept ook dat het betrekken van schoolbegeleiders bij de beoordeling niet alleen bijdraagt aan de kwaliteit van startende leraren, maar ook een belangrijke impuls geeft aan de professionalisering van schoolteams. Het biedt leraren de kans om zich te verhouden tot actuele bekwaamheidseisen en te leren van collega’s en instituutsopleiders. Dit sluit goed aan bij het Samen Opleiden & Professionaliseren en onderstreept de ambitie van onder andere de VO-raad om toe te werken naar een situatie waarbij alle studenten van lerarenopleidingen worden opgeleid via de systematiek van Samen Opleiden.

Uniforme toetsing aan het einde van de opleiding maakt het ook mogelijk om drempels zoals beslissende toetsen voor de start van de opleiding weg te nemen, om zo de instroom in de lerarenopleidingen niet te belemmeren.

Overigens adviseert de raad wel om naast de uniforme kaders en toetsing ook ruimte te houden voor lerarenopleidingen om zich met eigen routes en accenten te profileren en zich bijvoorbeeld toe te leggen op specifieke scholen met bijvoorbeeld een bepaalde levensbeschouwelijke overtuiging, een specifiek pedagogisch concept of scholen in een bepaalde regio.


De minister en staatssecretaris van OCW sturen voor de zomer een beleidsreactie op dit advies aan de Kamer. De VO-raad gaat de komende tijd in gesprek over de strekking en implicaties van het advies, onder andere binnen de vereniging.