Ontwikkeling alternatief voor rekentoets gestart
27 februari 2017
Het alternatief – dat is bedacht door de NVvW – houdt in dat rekenlessen worden geïntegreerd in de wiskundelessen in de onderbouw, zodat leerlingen aan het eind van de onderbouw over het vereiste rekenniveau beschikken. Daarna zouden de rekenvaardigheden bij de andere schoolvakken bijgehouden moeten worden. Staatssecretaris Dekker laat nu weten dat twee expertgroepen (één voor vmbo en één voor havo en vwo) de komende maanden het alternatief verder uitwerken en andere partijen raadplegen die betrokken zijn bij het rekenonderwijs.
Ook geeft Dekker aan welke randvoorwaarden aan het alternatief worden verbonden. Een van deze randvoorwaarden is dat ‘de referentieniveaus rekenen aan het eind van het curriculum op een zodanige manier getoetst moeten worden dat zichtbaar is voor het vervolgonderwijs dat een leerling het referentieniveau beheerst’. Hoe dit er precies uit gaat zien is op dit moment nog onduidelijk. Ook is nog niet zeker of dit betekent dat de rekentoets van tafel is. De staatssecretaris geeft aan het uitgewerkte alternatief samen met de NVvW nog te zullen beoordelen en vervolgens rond de zomer van 2017 naar de Tweede Kamer te sturen*. Zolang er geen gedegen alternatief ligt dat door alle betrokken partijen wordt ondersteund, blijft de rekentoets bestaan.
De VO-raad heeft fors geageerd tegen het laten meetellen van de rekentoets voor het eindexamen. We onderschrijven het doel van de bewindslieden van OCW om de rekenresultaten van leerlingen te verbeteren en zien de rekentoets als belangrijk hulpmiddel hiervoor. Met de toets kan (tussentijds) het rekenniveau van leerlingen worden bepaald, en op basis hiervan kan het rekenonderwijs worden aangepast om zo het beste uit leerlingen te halen. De VO-raad is er echter op tegen om leerlingen af te rekenen op de rekentoets.
Lees de Kamerbrief van staatssecretaris Dekker over het alternatief voor de rekentoets (24 feb 2017).
* Update juli 2017: Inmiddels is bekend dat het alternatief voor de rekentoets later naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd.