Oppositie- en coalitiepartijen verdeeld over structureel investeren in onderwijs
06 november 2019
VVD en CDA willen geen uitspraak doen over de lange termijn. ChristenUnie wil wel structurele investeringen en lijkt geneigd om voor de motie van GroenLinks te stemmen. Voorafgaand aan het debat vroegen de VO-raad met CNV Onderwijs, FvOv, AVS en de PO-Raad in een brief aan de Tweede Kamer de fracties in de Kamer zich bij motie uit te spreken dat zij zich maximaal zullen inspannen om ten minste de gevraagde middelen uit het noodpakket structureel te maken.
In de tweede termijn werden een groot aantal moties ingediend. Hierbij was veel aandacht voor de stille reserves en hoe deze ook in het vo kan worden ingezet. CDA bracht meerdere keren de bovenwettelijke uitkeringen en het afbouwen daarvan in. Per motie vraagt het CDA aan de minister om dit aan te kaarten bij de sociale partners. Slob gaf aan dat te doen maar het is een onderwerp voor de cao-tafel.
Kamerleden Van Meenen (D66) en Rog (CDA) dienden een amendement op de begroting in dat bij het PO, VO en beroepsonderwijs 333.000 euro onttrekt en dat ten goede wil laten komen voor het Leraren OntwikkelFonds (LOF). De minister heeft het amendement ontraden. Rog diende ook een amendement in om 9 miljoen euro uit de prestatiebox om te zetten naar een subsidiemaatregel voor zomerscholen. In financiële zin betekent dit dat het budget over een afgebakende groep scholen wordt verdeeld zodat er een landelijk dekkend aanbod is en blijft voor zomerscholen. Kamerleden Van den Hul (PvdA) en Westerveld (GroenLinks) dienden een amendement in om structureel 241,5 miljoen euro vrij te maken voor het primair onderwijs en 182 miljoen euro voor het voortgezet
onderwijs. Dekking wordt gevonden door het hoge tarief van de winstbelasting per 1 januari 2020 te verhogen.