Passend onderwijs halverwege het invoeringstraject; glas half vol of half leeg?
21 juni 2017
Lees de voortgangsrapportage.
Ook de VO-raad constateert dat er meer samenwerking is tussen regulier en speciaal onderwijs en dat scholen vaker op zoek gaan voor leerlingen – ook hoogbegaafde – naar een passend onderwijs-zorg-aanbod. De uitbreiding van mogelijkheden voor maatwerk in de wet- en regelgeving is daarbij ondersteunend, zeker ook om thuiszitters maatwerk in onderwijs te kunnen bieden.
Governance en verantwoording
Twee thema’s die op dit moment in de politieke belangstelling staan zijn governance en verantwoording. Als het gaat om passend onderwijs dan zijn het de verschillende schoolbesturen die elkaar in balans houden. Passend onderwijs gaat immers niet over geconcentreerde macht, maar over gedeelde macht. De schoolbesturen controleren elkaar. Divergerende belangen zorgen voor zorgvuldige besluitvorming. Daarnaast speelt ook de medezeggenschap, in de vorm van de Ondersteuningsplanraad en de MR, een rol in het besluitvormingsproces in het samenwerkingsverband. Besturen in het samenwerkingsverband gebeurt met vele partners.
Daarbij is het veel belangrijker dat het samenwerkingsverband de doorzettingsmacht goed heeft geregeld (bekijk de handreiking doorzettingsmacht). Doorzettingsmacht is van belang als zich situaties voordoen waar de schoolbesturen niet gezamenlijk uit dreigen te komen. Afspraken worden gemaakt over hoe of door wie een knoop wordt doorgehakt in het belang van de leerling. De schoolbesturen hebben een groot belang bij het goed functioneren van het samenwerkingsverband.
Organiseren van checks & balances
Wat de samenwerkende schoolbesturen kan helpen bij de uitvoering van passend onderwijs is het organiseren van checks & balances. Met name door de stem van buiten (de maatschappij) binnen het samenwerkingsverband te organiseren. In de handreiking onafhankelijker toezicht zijn verschillende vormen beschreven. Deze verschillende opties doen recht aan de diversiteit die te zien is onder de samenwerkingsverbanden.
Naar aanleiding van de kritiek van de Algemene Rekenkamer op het gebrek aan zicht op de middelen voor passend onderwijs, wijst de VO-raad op de voortgang die op dit gebied geboekt wordt en die ook in de voortgangsrapportage wordt genoemd. Vanuit de sectorraden worden bijeenkomsten georganiseerd en er zijn handreikingen ontwikkeld zoals de reader bestuursverslag. Nu al vanuit de overheid de vorm voorschrijven kan averechts werken en de initiatieven die samenwerkingsverbanden nemen om het beter te regelen plat slaan.
Onderbouwing voor niet ingrijpen in verevening
De VO-raad mist in de voortgangsrapportage de onderbouwing van de stelling dat ‘er geen aanwijzingen zijn om in te grijpen in de verevening’. De VO-raad krijgt signalen van swv’en die financiële problemen ervaren. Het ministerie van OCW zou daar onderzoek naar doen. De bevindingen van dat onderzoek ontbreken. Ook de onzekerheid over de toekomstige verdeling van de middelen voor lwoo en pro maakt het lastig voor swv’en om een goede meerjarenbegroting te maken.