Personeelsbeleid VO strategischer geworden

08 maart 2021

Strategisch personeelsbeleid (HRM) in het voortgezet onderwijs is strategischer geworden. De afstemming van het strategisch personeelsbeleid op onderwijskundige doelen is de afgelopen jaren verbeterd. Aandacht voor de implementatie van personeelsbeleid door schoolleiders en oog voor de professionele ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van leraren en schoolleiders blijven onverminderd belangrijk. Dit alles blijkt uit de tweede meting van het onderzoek naar de ontwikkeling van strategisch personeelsbeleid dat najaar 2020 is uitgevoerd door de Universiteit Utrecht.

Uit het UU-onderzoek (Universiteit Utrecht) blijkt dat de afstemming van strategisch personeelsbeleid op externe ontwikkelingen goed is. Ook de afstemming op onderwijskundige doelen is ruim voldoende en verbeterd ten opzichte van 2018. Het personeelsbeleid biedt volgens besturen ruim voldoende ondersteuning aan de professionele ontwikkeling van leraren en schoolleiders, al laat het onderzoek tegelijk ook zien dat er gemiddeld genomen minder steun wordt geboden aan het ontwikkelperspectief van leraren dan in 2018.  

Vergelijkbaar met de eerste meting, is de ondersteuning voor professionele ontwikkeling in verhouding minder gericht op de doorgroei naar een andere of hogere functie. Ten opzichte van 2018 beoordelen besturen de kwaliteit van de implementatie van personeelsbeleid en leiderschap van schoolleiders onveranderd als goed. Duurzame inzetbaarheid van leraren en schoolleiders staat onverminderd onder druk, gelet op de aanwezige arbeidsrisico's en de daarop gerichte beleidsmaatregelen.   

Een completer beeld 

Doordat in deze meting naast besturen ook schoolleiders en leraren zijn bevraagd, hebben we inzicht in de doorwerking van het beleid en de aandachtsgebieden voor de sector. Zo is te zien dat schoolleiders en leraren in vergelijking met besturen minder positief zijn over hun eigen ontwikkelperspectief. Ook zijn bestuurders en schoolleiders positiever over de afstemming van het personeelsbeleid op onderwijskundige doelen dan leraren.   

Belangrijke aandachtspunten voor besturen en scholen die uit het monitoronderzoek naar voren komen, zijn de implementatie van personeelsbeleid en (onderwijskundig) leiderschap van schoolleiders én het versterken van de ontwikkeling van strategisch personeelsbeleid op het gebied van duurzame inzetbaarheid en het ontwikkelperspectief voor leraren en schoolleiders. 

 

Aandacht voor doorwerking 

De VO-raad ziet de conclusies van het onderzoek als een aanmoediging voor de sector om door te gaan op de ingeslagen weg om het strategisch personeelsbeleid te versterken. Bijna tien jaar van voortdurende aandacht in landelijk beleid is – ook volgens de onderzoekers – een belangrijke factor gebleken voor de beweging die besturen en scholen in gang hebben gezet die onder meer blijkt uit de ruim voldoende verbeterde afstemming van het personeelsbeleid op de onderwijskundige schooldoelen.  

Strategisch personeelsbeleid is dan wel ‘strategischer’ geworden, tegelijk moet worden onderkend dat met name de toepassing van strategisch personeelsbeleid voor verbetering vatbaar is. Uit het onderzoek komen diverse aandachts- en verbeterpunten naar voren: het komen tot een betere doorwerking van personeelsbeleid en consequente beleidstoepassing (inclusief monitoring en evaluatie) en -implementatie in de schoolpraktijk en het verbeteren van monitoring en evaluatie. Het gesprek tussen bestuur, schoolleiding en medewerkers is daarin een belangrijke pijler. 

De VO-raad zal deze beweging waar mogelijk en waar gewenst ondersteunen via onder meer de Voortgezet Leren en de VO-academie: 

Voor de VO-raad onderstrepen de aanbevelingen van de onderzoekers de noodzaak om ook de komende jaren blijvend werk te maken van de versterking van strategisch personeelsbeleid. Terecht benadrukken de onderzoekers dat de versterking van het strategisch personeelsbeleid in het VO ‘een langer lopend proces [is] en de blijvende ondersteuning daarvan van groot belang’. De afspraken die recentelijk zijn gemaakt in het kader van de afhechting van het Sectorakkoord vragen in dat kader van besturen om in 2021 en 2022 gerichte actie te ondernemen op dit terrein.  

Monitoringsonderzoek strategisch personeelsbeleid
In 2018 voerde Universiteit Utrecht de eerste meting van het montoringsonderzoek SHRM uit. Dit monitoringsonderzoek werd uitgevoerd ter evaluatie van het geactualiseerde Sectorakkoord waarin de afspraak is opgenomen dat schoolbesturen hun personeelsbeleid afstemmen op hun onderwijskundige doelen en daaraan gekoppeld de professionele ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van leraren en schoolleiders. 

In deze tweede meting in najaar 2020 zijn naast besturen ook schoolleiders en leraren bevraagd op hun percepties van het strategisch personeelsbeleid. 134 besturen (45% van de totale populatie) en 161 scholen (22% van de benaderde scholen, waarvan 191 schoolleiders en 680 leraren) hebben meegewerkt aan het onderzoek. ‘Dankzij de uitbreiding van het monitoringsonderzoek onder besturen naar schoolleiders en leraren is het inzicht in de staat van strategisch personeelsbeleid verdiept en is het met name mogelijk gebleken inzicht te krijgen in de doorwerking van het personeelsbeleid in de schoolpraktijk’, aldus de onderzoekers.