Afwegingskaders voor 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' gepresenteerd

01 juli 2018

Beroepsgroepen die werken met de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ - waaronder de beroepsgroep 'Onderwijs en leerplicht' - hebben hun afwegingskaders voor deze meldcode aangeboden aan minister De Jonge (VWS). Met deze afwegingskaders kunnen beroepskrachten afwegen of het noodzakelijk is een melding te doen bij Veilig Thuis.

Dit betekent dat beroepskrachten in stap 4 en 5 van de meldcode onder andere afwegen of er sprake is van (vermoedens van) acute of structurele onveiligheid.

Belang van melden

Het doel van de verbeterde meldcode is: slachtoffers beter en eerder in beeld te hebben, sneller te kunnen helpen en de veiligheid beter te kunnen monitoren over langere tijd. Daarvoor is het nodig dat beroepskrachten goed uit de voeten kunnen met de meldcode en wanneer dat nodig is situaties van vermoedens van onveiligheid melden bij Veilig Thuis.

Juist omdat de problematiek vaak jarenlang speelt, ontwikkelt Veilig Thuis daarvoor een ‘radarfunctie’. Dat betekent dat Veilig Thuis signalen van verschillende melders kan combineren en veiligheid over een langere periode en intensiever volgt. Daarom is het van belang dat vermoedens van ernstig huiselijk geweld en kindermishandeling altijd worden gemeld bij Veilig Thuis.

Verplicht vanaf 2019

Werken met de verbeterde meldcode is vanaf 1 januari 2019 verplicht voor mensen die werken in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie. Tot 1 januari kunnen beroepskrachten ervaring opdoen met het werken met hun afwegingskader in de meldcode en kunnen organisaties zich voorbereiden op de nieuwe werkwijze.

Organisaties zijn verplicht kennis over en het gebruik van de meldcode te bevorderen. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de aandachtsfunctionaris.

Zie voor meer informatie over de meldcode en de overige afwegingskaders van de beroepsgroepen de website Rijksoverheid.nl