Rapport: Onderwijs gebaat bij versteviging van de kennisinfrastructuur
17 februari 2021
Drie scenario’s
De Galan Groep constateert in haar rapport dat het binnen de huidige kennisinfrastructuur in het onderwijs onvoldoende lukt om kennis voor scholen te laten werken. In dat kader zijn drie scenario’s verkend waarmee de kennisinfrastructuur kan worden versterkt. In het eerste scenario wordt het zwaartepunt gelegd op een regionale structuur, waarin scholen samenwerken met lerarenopleidingen en andere kennisinstellingen aan opleiden, professionaliseren, onderzoeken en innoveren. Het tweede scenario richt zich op het bundelen, ontsluiten en verspreiden van kennis voor de onderwijspraktijk via een nationaal kenniscentrum. Het derde scenario dat de Galan Groep beschrijft gaat uit van thematische innovatie: een aanpak waarin specifieke thema’s worden benoemd in een samenhangend geheel van verschillende prikkels (netwerkvorming, kennisontwikkeling, kennisdeling).
Ruimte voor scholen essentieel
Voor alle scenario’s geldt volgens de Galan Groep dat het essentieel is om “structureel en langjarig” te investeren in de toerusting van scholen om met de kennisinfrastructuur aan de slag te kunnen gaan. De tijd in scholen om aan dit soort vraagstukken te werken, ontbreekt nu vaak. Daarom vraagt het advies speciale aandacht voor het creëren van de juiste randvoorwaarden voor scholen. Alleen door voldoende tijd, middelen en expertise komt de het ontwikkelen en toepassen van kennis tot bloei. Dit vraagt om een goede verankering en investeringen in het onderwijssysteem.
Regionale kennishubs en een landelijk kenniscentrum
Minister Slob en minister Van Engelshoven geven in hun beleidsreactie op de verkenning aan dat zij een combinatie van de scenario’s 1 en 2 het meest geschikt achten. Via regionale netwerken werken scholen en kennisinstellingen met elkaar samen en ontstaat nieuwe kennis. Een landelijk kenniscentrum verzamelt, bundelt en ontsluit deze kennis voor alle regionale netwerken. Ook de ministers benadrukken dat hiervoor voldoende toerusting van de scholen van cruciaal belang is. De definitieve keuze voor de vernieuwing van de kennisinfrastructuur laten de bewindslieden echter aan een volgend kabinet.
Koers
De VO-raad kan zich vinden in de uitgangspunten voor de kennisinfrastructuur zoals die zijn benoemd in de beleidsreactie en het advies van de Galan Groep, omdat deze punten passen bij de koers voor innovatie en onderzoek zoals de leden van de VO-raad die in juni 2020 hebben vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering. Hierin pleit de vereniging voor het organiseren van een innovatie- en onderzoeksinfrastructuur waarin schoolontwikkeling duurzaam wordt ondersteund. De daarvoor noodzakelijke voorwaarden die hierin zijn benoemd ̶ gelijkwaardigheid, vraagsturing, dialoog, duurzaamheid en nabijheid ̶ komen terug in het advies van de Galan Groep.
Het tempo waarop de ontwikkelingen tot stand komen, is echter te laag. De Galan Groep concludeert terecht dat het vaak aan tijd en ruimte ontbreekt binnen scholen om te werken aan duurzame schoolontwikkeling. De VO-raad roept het volgende kabinet daarom op om structureel te investeren in alle functionaliteiten van de kennisinfrastructuur: stimulering van de professionele leercultuur in scholen, ondersteuning bij schoolontwikkeling en innovatie en het toegankelijk maken van kennis voor de onderwijspraktijk. Dit is noodzakelijk om de kwaliteit van het onderwijs blijvend te versterken, de aantrekkelijkheid van het onderwijs te verhogen en maatschappelijke ontwikkelingen als digitalisering en kansengelijkheid bij te benen.
Samenwerking met andere sectoren
De VO-raad werkt met de andere sectorraden intensief samen om de vraagstukken op dit gebied te adresseren. Hiervoor stelden de sectorraden in april 2019 de ontwikkelagenda ‘Lerend Onderwijs voor een Lerend Nederland’ op en in november 2019 brachten zij het advies ‘Slimme verbindingen’ uit. Dit rapport heeft de Galan Groep gebruikt als basis voor haar advies, samen met het advies van de Onderwijsraad ‘Samen ten dienste van de school’ en het TIAS-onderzoek ‘Zicht op sturingsdynamiek’. Met de beleidsreactie van de ministers ligt er nu een stevige basis om de kennisinfrastructuur te versterken. Er lijkt onder alle betrokken partijen consensus te zijn over de noodzaak van een versteviging van de kennisinfrastructuur en het belang hiervan voor de scholen. Ook de manier waarop – voortbouwen op regionale structuren met landelijke kennisbundeling- wordt onderschreven door de betrokken partijen, waaronder de VO-raad.