Rechterlijke uitspraak over beoordeling examenwerk in lijn regels
30 augustus 2023
In de week van 14 augustus besteedden verschillende landelijke en regionale media aandacht aan de uitspraak over de beoordeling van het examenwerk van een gezakte leerling. Ook op social media was er aandacht voor de kwestie. Gevreesd werd voor precedentwerking op basis van de uitspraak van de rechter.
De rechter heeft zich verre gehouden van een inhoudelijk oordeel en geconstateerd dat de correctieprocedure zorgvuldig is verlopen. De rechter sluit in zijn uitspraak aan bij een bestaande handreiking van het CvTE en de onderwijsinspectie, namelijk de Handreiking: hoe om te gaan met geschil na inzage examenwerk. Deze handreiking geeft het mogelijke handelingsrepertoire in het geval dat een examenkandidaat na inzage aannemelijk kan maken dat er een aanwijsbare fout bij de correctie is gemaakt. De handreiking beschrijft de noodzakelijke acties van de betrokkenen (leerling, correctoren en directies) en de wijze waarop de inspectie daarbij betrokken moet worden. Deze bestaande handreiking is opgesteld omdat WVO 2020 en Uitvoeringsbesluit WVO geen handelwijze bieden in het geval dat er ondanks alle zorgvuldigheid een aanwijsbare beoordelingsfout gemaakt zou kunnen zijn. Daarmee heeft de rechter gehandeld in lijn met bestaande regelgeving en handreiking.
Na vaststelling en publicatie van de normeringstermen en de omzetting van scores naar eindcijfers bleek de leerling in kwestie op 0,1 punt gezakt. Na inzage van het examenwerk van het vak in kwestie meende de leerling dat enkele antwoorden een hogere score rechtvaardigden dan door de eerste en tweede correctoren was vastgesteld. Op grond daarvan werd uiteindelijk bij de rechter om een derde correctie gevraagd.
De rechter heeft, in lijn met deze handreiking, tevens duidelijk gemaakt dat het toepassen van de werkwijze uit de handreiking op geen enkele wijze een garantie biedt dat de leerling alsnog gaat slagen.